Inbreuk door navullen van, gebruik en handel in vervalste zegels Antargaz
30-09-2024 Print this pageGeen sprake van een schending van de vaststellingsovereenkomst door [gedaagden] c.s.: [Gedaagde sub 2] was niet verantwoordelijk voor de handel in Vervalste Zegels en nagevulde Antargaz-flessen en [Gedaagden sub 1 en 3] zijn geen partij bij de vaststellingsovereenkomst. [Gedaagde sub 1] heeft inbreuk gemaakt op de merkenrechten van Antargaz (sub a-grond): Gedaagde sub 1] heeft Vervalste Zegels bij Bato besteld en gebruikt. [Gedaagde sub 3] kan als indirect bestuurder van [gedaagde sub 1] persoonlijk aansprakelijk worden gehouden: hem kan persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt. Verder sprake van inbreukverbod en bevel tot afgifte van Vervalste Zegels aan [gedaagden sub 1 en 3] opgelegd. Ook wordt niet betwist deel van winstafdracht direct toegewezen.
Antargaz is een onderneming die zich bezighoudt met de verkoop van vloeibare en gasvormige brandstoffen (LPG). Antargaz levert haar gas onder meer in verschillende formaten gasflessen. Deze gasflessen, die altijd eigendom blijven van Antargaz, worden in bruikleen gegeven aan afnemers, al dan niet tegen betaling van een waarborgsom. Antargaz handelde voorheen onder de namen Shell Nederland LPG (2002 tot 2011) en Spirit (1998 2002). Tussen gedaagde en (destijds) Spirit is een geschil gerezen over het onrechtmatig vullen van gasflessen - daartoe is een vaststellingsovereenkomst overeengekomen.
In 2021 zijn Antargaz-flessen op de markt gebracht met een vrijwel niet van originele te onderscheiden zegel. De vervalste zegels zijn door Bato Plastic geproduceerd. Na het leggen van het bewijsbeslag door Antargaz bij Bato zijn partijen een minnelijke regeling overeengekomen.
Vaststellingovereenkomst
De rechtbank verwerpt het beroep van Antargaz op vereenzelviging. Alleen het gegeven dat er sprake is geweest van zeggenschap van [gedaagde sub 3] over zowel [gedaagde sub 2] als [gedaagde sub 1] – hij had geen overheersende zeggenschap over Kapitaal Gas – is op zich nog niet voldoende om vereenzelviging aan te nemen.
De rechtbank stelt vast dat alleen [gedaagde sub 2] partij is bij de vaststellingsovereenkomst. Gedaagde sub 1 en de heer sub 3 in persoon zijn geen partij bij deze vaststellingsovereenkomst en hebben dus geen verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst op zich genomen. Van enige wanprestatie, toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst, of contractbreuk is geen sprake door de gedaagden.
Merkinbreuk
Gedaagde heeft erkend dat Vervalste Zegels bij Bato zijn besteld en zijn “gebruikt”. Dit “gebruik” ziet op het aanbrengen van het Vervalste Zegel op een Antargaz-fles die is gevuld met eigen gas, en het vervolgens in voorraad houden, aanbieden en/of verhandelen van die gasfles. Inbreuk bestaat dan uit navullen met eigen gas (9 lid 2(a) UMVo), zegels waarop het met ANTARGAZ is aangebracht en in voorraad houden, aanbieden en verhandelen (lid 2(a) en lid 3(a) en (b) UMVo).
De rechtbank beveelt staking van merkgebruik door gedaagde 1 en gedaagde 3 op straffe van een dwangsom.
Gedaagde heeft zelfs 20.000 gebruikt met een winstmarge van €3,00; dat is €60.000 winstafdracht. Gedaagde erkent dat zij 79.310 vervalste zegels heeft ingekocht, daarvan zijn naar haar eigen zeggen 8.150 zegels overgegaan naar de nieuwe bedrijfsnaam en zijn 4.500 in voorraad gebleven. Waarvan de 20.000 zegels al waren gebruikt; dan komt tegen een winstmarge van €0,353 nog op €15.408,80 extra. Gedaagden 1 en 3 worden hoofdelijk veroordeelttot bedrag van €75.408,80 en tot vergoeding aan Antargaz van de schade die Antargaz als gevolg van de inbreuk op haar merk heeft geleden of, ter keuze van Antargaz, tot het afdragen van de ten gevolge van die inbreuk genoten winst, een ander voor zover dit het bedrag van € 75.408,80 te boven gaat.
IEPT20240909, Rb Den Haag, Antargaz