
Portretrecht geschonden. Ondertekende quitclaim voor fotoshoot voorzag niet in grootschalige campagne van Picnic: niet gebleken dat voorafgaand aan de ondertekening aan geïntimeerde is medegedeeld dat dergelijk gebruik werd beoogd noch zijn er voldoende aanwijzingen dat geïntimeerde in redelijkheid daarmee rekening had moeten houden. Dat in de quitclaim is vermeld dat deze geldt voor beschikbare promotiekanalen en bestelbussen werden gebruikt voor reclamedoeleinden is onvoldoende om hier anders over te oordelen. Geen reële dreiging dat Picnic opnieuw gebruikmaakt van het portret op een jegens geïntimeerde als onrechtmatig te kwalificeren wijze: Picnic heeft voldoende maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. Verzoek tot immateriële schadevergoeding afgewezen: feiten en omstandigheden bieden onvoldoende grondslag voor schending van eer of goede naam. Ook is onvoldoende toegelicht dat er sprake is van geestelijk letsel.
Eerder oordeelde de kantonrechter dat de ondertekende quitclaim voor een fotoshoot van een werknemer niet voorzag in een grootschalige campagne zoals door Picnic uitgevoerd, dat er sprake was van een inbreuk op het portretrecht van de voormalig werknemer, zij recht had op een immateriële schadevergoeding van €10.000 en dat er een verbod gehandhaafd moest worden (IEPT20221124).
Het hof gaat mee in het oordeel van de rechtbank dat de quitclaim geen toestemming gaf voor het gebruik van het portret op bestelbusjes en dat Picnic redelijkerwijs niet kon aannemen dat dit was toegestaan. Er is onvoldoende bewijs dat de betrokkenen op de hoogte waren van dergelijk gebruik of dat zij hiermee rekening hadden moeten houden. Het vermelden van promotiekanalen in de quitclaim en het eerdere gebruik van bestelbusjes voor reclamedoeleinden is onvoldoende om anders te concluderen. Daarom stelt het hof, net als de kantonrechter, dat Picnic onrechtmatig heeft gehandeld met name door haar portret op de gedane wijze op bestelbusjes in Nederland te gebruiken.
Het hof oordeelt daarentegen anders over het verbod en het verzoek tot immateriële schadevergoeding. Volgens het hof is er geen reële dreiging meer dat het portret onrechtmatig door Picnic gebruikt zal worden. Picnic heeft maatregelen genomen om verdere verspreiding te voorkomen en aangegeven het portret niet meer te gebruiken. Hoewel enkele oude flyers met het portret zijn aangetroffen in 2023, waren deze beperkt en verborgen. Dit incident en de zichtbaarheid van het portret tot augustus 2022 via TikTok zijn onvoldoende om aan te nemen dat er nog een reële dreiging van herhaald gebruik bestaat. Daarom vernietigt het hof het eerdere verbod en wijst de vordering van [betrokkene] af.
Ook heeft geïntimeerde geen recht op immateriële schadevergoeding of extra compensatie van Picnic. De afbeelding, gebruikt in een wervingscampagne voor bezorgers, was niet onflatteus en onvoldoende onderbouwd is dat dit haar eer, goede naam of persoonlijke levenssfeer ernstig heeft aangetast. Het reeds betaalde bedrag van €500,- wordt passend geacht.
Verder is niet aangetoond dat geïntimeerde inkomsten heeft misgelopen, aangezien er geen bewijs is dat zij professioneel modellenwerk deed of kansen verloor. Het eerdere vonnis over schadevergoeding en het gebruiksverbod wordt vernietigd. Kosten in hoger beroep worden gecompenseerd.
Het hof wijst de vordering voor zover die ziet op het betalen van schadevergoeding en een verbod tot verder gebruik van de afbeeldingen alsnog af.