
Autocavy maakt inbreuk op merkenrechten VW door het aanbieden van de Volkswagen ID.6: Geen sprake van uitputting, ook als de Auto’s steeds T1-status hebben gehad, is sprake van inbreuk doordat voldaan wordt aan noodzakelijkerwijs-criterium, stelling dat Autocavy niet de eigenaar is van de Auto's doet daar niet aan af. Inbreukverbod beperkt tot EER: Verkoopmogelijkheden buiten EER niet onaannemelijk. Opgavebevel terecht opgelegd: Benodigde gegevens niet verstrekt aan VW. Bestuurder treft ernstig persoonlijk verwijt: Sprake van omvangrijk en bewust inbreukmakend handelen.
Volkwagen vordert Autocavy en haar bestuurder te verbieden inbreuk te maken op haar merkrechten, met nevenvorderingen. Autocavy heeft Volkswagens ID 6, die bestemd zijn voor de Chinese markt en niet door of met toestemming van volkswagen in de EER op de markt zijn gebracht aan kopers in de EU te koop aangeboden en verkocht. Dit betekent dat de merkrechten van VW niet zijn uitgeput in de EER en aan VW het recht op de eerste verhandeling in EU/EER van deze producten toekomt.
De voorzieningenrechter ECLI:NL:RBDHA:2023:22298 heeft in het midden gelaten of de Auto’s (douanetechnisch en in merkenrechtelijke zin) zijn ingevoerd, omdat hij aannemelijk achtte dat Autocavy al inbreuk pleegde door het aanbieden (en verkopen) van de Auto’s aan (potentiële) kopers in de EU. Het hof begrijpt de motivering van de voorzieningenrechter aldus dat ook als de Auto’s steeds een T1-status hebben gehad, sprake is van inbreuk omdat er voldoende grond bestaat om aan te nemen dat voldaan is aan het ‘noodzakelijkerwijs-criterium’ uit het Class-arrest van het Hof van Justitie EU (hierna: HvJ).
Het hof acht op grond van de door VW overgelegde stukken aannemelijk dat door Autocavy meerdere aanbiedingen zijn gedaan aan autohandelaren en andere (rechts)personen in de EU en dat er in een aantal gevallen Auto’s zijn verkocht aan autohandelaren (niet zijnde parellelhandelaren) in de EU en dat bij die aanbiedingen en verkopen duidelijk werd gemaakt dat de Auto’s bestemd en geschikt waren om gebruikt te worden in de EU. Door Autocavy werd aan (potentiële) kopers medegedeeld dat de Auto’s geleverd konden worden met de voldoening van invoerrechten en met Duitse registratie en een aangepaste adapter.
Het hof acht een algemeen (en daardoor wereldwijd) verbod te ruim en zal het het inbreukverbod beperken tot de EER. In zoverre slaagt deze grief.
De vordering en het opgelegde bevel wordt beperkt tot de Auto’s die Autocavy in haar bezit of onder haar controle heeft, zodat Autocavy c.s. niet tot afgifte verplicht is en geen dwangsommen verbeurt als zij de Auto’s niet kan afgeven, omdat zij die niet in haar bezit en/of onder haar controle heeft. Inbreukverbod en bevelen tot afgifte en het doen van opgave toegewezen jegens Autocavy en haar bestuurder, die een persoonlijk ernstig verwijt treft.
Niet valt uit te sluiten dat, gelet op het gedrag van Autocavy c.s. in het verleden, een beperktere dwangsom (€500.000 per dagdeel of €150.000 per inbreukmakend product) onvoldoende prikkel zou zijn om Autocavy c.s. ervan te weerhouden de Auto’s toch inbreukmakend op de Europese markt aan te bieden, te verkopen of te leveren.
IEPT20240924, Hof Den Haag, Autocavy v Volkswagen
Vergelijk ook deels met Techlantic v Volkswagen (dezelfde dag gewezen arrest, IEPT20240924)