Bewijsopdracht: Earth Concepts bedient zich vaker van onechte of geantedateerde documenten

13-12-2024 Print this page
IEPT20241001, Hof Den Haag, Earth Concepts v EWI

Upstream niet te kwader trouw bij registreren merken: anders dan Upstream stelt zijn de merken geregistreerd in opdracht van Upstream zelf, Upstream heeft zelf wisselende en aantoonbaar onjuiste standpunten ingenomen over de reden van de merkdepots door Upstream, terwijl Earth Concepts daarover consistent hebben verklaard. Earth Concepts wordt in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat de Licentieovereenkomst daadwerkelijk is gesloten en door haar daadwerkelijk is uitgevoerd: dat de licentieovereenkomst echt is kan niet als vaststaand worden aangenomen en EWI heeft betwist dat die overeenkomst conform de verplichtingen is uitgevoerd.  



MERKENRECHT - RECHTSGELDIGE LICENTIE
 


Het gaat in deze zaak - na cassatie IEPT20220211 en verwijzing door de Hoge Raad - om de vraag of Earth Concepts jegens Upstream een vordering heeft tot levering van door Upstream gedeponeerde merken en of deze vordering tot levering voorgaat op de vordering tot levering die EGH/EWI c.s. jegens Upstream heeft.


Upstream heeft in eerste aanleg betwist dat Earth Concepts recht heeft op levering van de Merken. Zij heeft daartoe aangevoerd:

 

De Licentieovereenkomst is niet geldig

Volgens Upstream was zij op grond van artikel 3:84 BW niet bevoegd over de Merken te beschikken, omdat zij deze te kwader trouw of onder invloed van misleiding/bedrog door [directeur EWE] en [medewerker EWE] heeft gedeponeerd en daardoor geen rechtsgeldig houdster is geworden. EWI c.s. heeft aangevuld dat Upstream handelde als agent namens EWI en de Merken zonder toestemming van EWI onbevoegd heeft gedeponeerd. Volgens EWI moesten de Merken daarom op grond van artikel 6 septies van het Unieverdrag van Parijs, artikel 2.4 sub f BVIE (oud), artikel 20 Uniemerkenverordening en/of artikel 6:103 BW aan haar worden overgedragen.


De Licentieovereenkomst is niet echt

Upstream heeft gesteld dat Earth Concepts zich vaker bedient van onechte of geantedateerde documenten en verwijst naar een e-mail van [medewerker EWE] van 15 april 2014 en het bestaan van meerdere versies van de overeenkomst.


Ten aanzien van de vraag wiens recht op levering voorgaat, heeft Upstream gesteld dat het onredelijk is om te eisen dat zij de Merken overdraagt aan een partij die deze via verduistering of bedrog aan de rechtmatige eigenaar heeft willen onttrekken. Dit is volgens haar een beroep op de uitzonderingsbepaling van artikel 3:298 BW, waarin redelijkheid en billijkheid voorrang geven boven het oudste recht op levering. EWI c.s. heeft dit in hoger beroep onderschreven en aangevoerd dat de beslagen van Earth Concepts niet tegen haar kunnen worden ingeroepen (artikel 453a lid 2 Rv), omdat zij de Merken te goeder trouw en in het kader van een schikking heeft verkregen.


Earth Concepts legt aan haar vordering ten grondslag een door haar overgelegde licentieovereenkomst met Upstream van 1 november 2010. Het hof draagt Earth Concepts in dit tussenarrest op te bewijzen dat die overeenkomst daadwerkelijk is gesloten en door haar is uitgevoerd.


IEPT20241001, Hof Den Haag. Earth Concepts v EWI

ECLI:NL:GHDHA:2024:2287