"Neuschwanstein" door brede publiek gezien als een beschrijvende naam kasteel
13-11-2024 Print this pageIn deze zaak heeft de deelstaat Beieren (Freistaat Bayern) een procedure aangespannen bij het Gerecht EU met als doel de nietigverklaring van de EU-woordmerkregistratie "Neuschwanstein". De merkregistratie was op 26 juli 2016 aangevraagd door het EUIPO en bestond uit het enkele woord "Neuschwanstein" voor gebruik op verschillende productcategorieën. Beieren beweerde dat de termen "Neuschwanstein" en "Schloss Neuschwanstein" oudere, gevestigde handelsnamen zijn die verwijzen naar het beroemde kasteel dat Beieren exploiteert, en dat het merk dus nietig verklaard moest worden.
De kern van het geschil draait om de vraag of Beieren de termen "Neuschwanstein" en "Schloss Neuschwanstein" mag gebruiken als handelsnamen voor zijn museumactiviteiten en of deze termen de bescherming van oudere rechten genieten onder de Duitse en Europese merkenwetgeving. De kwestie die het Gerecht EU moet beoordelen is of Beieren kan aantonen dat de termen door de relevante Duitse consument als onderscheidend en specifiek gelinkt aan de museumactiviteiten van Beieren worden gezien.
1. Beschrijvend karakter van het woordmerk: Het Gerecht heeft geoordeeld dat de termen "Neuschwanstein" en "Schloss Neuschwanstein" beschrijvend zijn en dat ze verwijzen naar het kasteel zelf, zonder dat ze als een onderscheidend element voor Beierens museumactiviteiten kunnen gelden. Het Gerecht vond dat deze termen door het publiek werden opgevat als beschrijvend van het wereldberoemde kasteel Neuschwanstein en de museale functie van het gebouw.
2. Gebrek aan onderscheidend vermogen: Beieren betoogde dat "Neuschwanstein" een fantasienaam was die specifiek verwijst naar zijn museum, maar het Gerecht EU stelde vast dat de termen voornamelijk door het publiek worden geassocieerd met het kasteel en niet specifiek met de museumactiviteiten van de staat. Hierdoor kon Beieren geen aanspraak maken op een onderscheidend recht voor de museumdiensten.
3. Gebrek aan bewijs voor verworven onderscheidend vermogen: Beieren had ook geen empirisch bewijs overgelegd, zoals marktonderzoek, om aan te tonen dat een aanzienlijk deel van de Duitse consument de naam "Neuschwanstein" direct koppelt aan de museale activiteiten. Hierdoor kon Beieren niet aantonen dat de naam een verworven onderscheidend vermogen had opgebouwd.
4. Geografische beperking: Het Gerecht EU bevestigde dat, om een merk te kunnen beschermen op basis van oudere rechten, het gebruik van dat merk in ten minste een groot geografisch gebied moet plaatsvinden. Omdat Beieren onvoldoende kon aantonen dat de naam in een aanzienlijk deel van de Duitse markt als merk voor museale diensten wordt erkend, voldeed het niet aan deze voorwaarde.
Het Gerecht EU heeft de vorderingen van Beieren afgewezen en bevestigd dat de term "Neuschwanstein" door het brede publiek wordt gezien als een beschrijvende naam voor het kasteel zelf, zonder onderscheidend vermogen specifiek voor de museumactiviteiten. Beieren kon niet bewijzen dat het de naam op een manier heeft gebruikt die verwarring met andere musea of commerciële activiteiten zou vermijden. Daardoor bleef het woordmerk "Neuschwanstein" in stand en kon het door derden worden gebruikt zonder exclusieve rechten aan Beieren toe te kennen.
ECLI:EU:T:2024:701 en zaak T-506/23
Ook interessant om te lezen: IEPT20180906, HvJEU, Bundesverband Souvenir v EUIPO