Bij handel in namaakwodka betrokken Pilot maakt inbreuk op merkenrechten Polmos. Goederen met een T1-status vormen geen inbreuk totdat ze worden omgezet naar T2. Pilot verkocht flessen met T2-status en maakt daarmee inbreuk maakte op Polmos’ merkrechten. Vorderingen merkinbreuk alleen toewijsbaar voor de flessen die aan Trador zijn verkocht, niet voor de tegengehouden ladingen onder T1-status. Artikel 9 lid 4 UMVo biedt geen grond voor een algemeen verbod of schadevergoeding. Vorderingen op basis van auteursrecht en onrechtmatige daad afgewezen. Geen belang omdat vorderingen geen aanvullende of verdergaande maatregelen dan het merkenrecht rechtvaardigen.
Polmos is houder van een woord- en beeldmerk dat zij gebruikt op flessen Belvedere wodka. Daarnaast claimt zij auteursrechthebbende te zijn op het logo dat identiek is aan het beeldmerk. Pilot, een distributeur van dranken, en [gedaagde, sub 2], een expeditie- en opslagbedrijf, waren betrokken bij drie zendingen namaak Belvedere wodka die in Nederland door de douane in beslag zijn genomen. Bij [gedaagde, sub 2] zijn bovendien vier zendingen gevonden die eigendom waren van Pilot; hierop heeft Polmos conservatoir beslag gelegd. Polmos eist een verbod, afgifte van de inbreukmakende flessen en schadevergoeding wegens haar merkenrecht, auteursrecht en/of onrechtmatige daad.
Pilot voert aan dat zij de in beslag genomen zendingen niet in de EER heeft ingevoerd en dat zij daarom geen inbreuk heeft gemaakt op de rechten van Polmos.
Goederen die zich op grond van Douanewetboek van de Unie fysiek op het grondgebied van de EU bevinden, worden aangeduid als niet-communautaire goederen met de douanestatus T1. Pas als goederen met een T1-status worden omgezet naar douanestatus T2, worden ze douanerechtelijk ingevoerd en in de EU in de handel gebracht. Het aanbieden of verkopen van niet-uitgeputte merkgoederen met een T1-status levert in beginsel dus geen merkinbreuk.
Partijen discussiëren over de status van de goederen die Pilot aan Trador heeft verkocht. Polmos stelt dat deze goederen door Pilot in de EU, specifiek in het Benelux-gebied, zijn ingevoerd en daarna zijn doorverkocht aan Trador. Pilot voert aan dat de goederen al waren verkocht en geleverd voordat ze de EU binnenkwamen.
De rechtbank oordeelt dat de levering aan Trador plaatsvond toen de douanestatus van de flessen werd gewijzigd van T1 naar T2 en [gedaagde, sub 2] een release notice afgaf. Uit de release notices blijkt dat de eigendom op 20 mei 2022 om 15:49 uur is overgegaan van OCC naar Pilot, en één minuut later, om 15:50 uur, van Pilot naar Trador. Pilot heeft onvoldoende bewezen dat de eigendom al eerder was overgedragen.
Daarom concludeert de rechtbank dat Pilot inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Polmos volgens artikel 9 lid 2 jo. lid 3 UMVo en artikel 2.20 lid 2 jo. lid 3 BVIE. De inbreuk vond plaats in Nederland, ongeacht dat Pilot in Polen en Trador in Luxemburg gevestigd zijn.
De rechtbank oordeelt dat Pilot één partij drank heeft verkocht nadat deze in de EU was ingevoerd, zodat de vorderingen van Polmos op dat punt gegrond zijn. Wat betreft de vorderingen van Polmos op basis van auteursrecht en/of onrechtmatige daad, stelt de rechtbank dat deze geen aanvullende of verdergaande maatregelen rechtvaardigen dan het merkenrecht, waardoor ze worden afgewezen wegens gebrek aan belang.
IEPT20241217, Rb Den Haag, Polmos v Pilot
