
In deze zaak gaat het om gebruikers van 123Inkt-cartridges die op 13 september 2016 een foutmelding kregen op hun HP-printers, waardoor hun cartridges niet meer werkten. 123Inkt vorderde namens de getroffen gebruikers schadevergoeding van HP. Het hof oordeelde dat HP c.s. schadevergoeding moesten betalen voor gebruikers die bewijs hadden van hun schade, maar wees vorderingen af zonder bewijs. HP erkende een schadebedrag van € 13.990,11, gebaseerd op de dagwaarde van weggegooide cartridges. De schade voor vervanging met originele HP-cartridges wordt afgewezen. Het hof vernietigt het eerdere vonnis deels, veroordeert HP tot betaling van € 13.990,11 en legt 123Inkt de proceskosten van het hoger beroep op, omdat de schade onvoldoende is onderbouwd.
ONRECHTMATIGE DAAD - PROCESRECHT - SCHADE
In deze zaak gaat het om gebruikers van 123Inkt-cartridges die op 13 september 2016 zijn geconfronteerd met een foutmelding van hun HP-printers die betrekking had op hun cartridges. Deze foutmelding was onrechtmatig tegenover de gebruikers. In deze schadestaatprocedure vordert 123Inkt ten behoeve van een aantal gebruikers schadevergoeding van HP c.s. Het hof wijst de schade deels toe, conform de erkenning van HP c.s., voor vorderingen van gebruikers wier schade is onderbouwd met schadeformulieren.
HP c.s. hebben inktjetprinters in het verkeer gebracht die waren voorzien van software met dynamic security, die omstreeks 13 september 2016 de werking van cartridges van andere leveranciers in deze printers blokkeerde en een foutmelding gaf die inhield (1) dat er een probleem was met een cartridge, (2) dat een of meer cartridges leken te zijn beschadigd en (3) dat de cartridges verwijderd moesten worden en door nieuwe vervangen moesten worden. Gebruikers van deze printers werden niet (tijdig en juist) geïnformeerd over de oorzaak en de oplossing van de blokkade.
een van de leveranciers van alternatieve cartridges voor HP-printers, heeft op 15 september 2016 aan haar klanten per e-mail geadviseerd de niet-functionerende huismerkcartridges niet weg te gooien. Een aantal (rechts)personen heeft alle mogelijke bestaande en toekomstige vorderingen en aanspraken uit welken hoofde en van welke aard ook op HP c.s., verband houdende met het installeren of implementeren van firm- of software, of updates daarvan, voor de HP-printers die tot gevolg heeft dat het gebruik van 123inkt-huismerk cartridges in HP-printers wordt geblokkeerd of bemoeilijkt dan wel anderszins gehinderd, overgedragen aan 123Inkt. Deze cedenten worden door 123Inkt “deelnemer” genoemd.
Het hof oordeelde verder dat 123Inkt de schade van de deelnemers, veroorzaakt door het in rov. 3.8 beschreven handelen van HP c.s., niet aannemelijk had gemaakt, maar dat wel de mogelijkheid van zulke schade aannemelijk was geworden. Het hof heeft HP c.s. veroordeeld tot vergoeding van die schade, op te maken bij staat.
123Inkt heeft in eerste aanleg gevorderd dat HP c.s. worden veroordeeld tot vergoeding van € 382.180, althans tot een ex aequo et bono te bepalen bedrag, met rente.
123Inkt stelde in hoger beroep dat alle aangesloten klanten schade hebben geleden door de foutmelding van HP, en berekende deze schade op gemiddeld € 203,51 per deelnemer. Dit omvatte kosten voor vervanging van huismerkcartridges en de aanschaf van originele HP-cartridges. Het hof wees echter de vordering af voor klanten zonder schadeformulier, omdat schade zonder bewijs niet aannemelijk is.
HP betwistte verder de schadeberekening en erkende slechts een schadebedrag van € 13.990,11. Het hof stelde dat de schade moest worden gebaseerd op de dagwaarde van weggegooide huismerkcartridges en niet de oorspronkelijke aanschafprijs. Bovendien moesten ondernemers de btw-component aftrekken van hun schade.
Daarnaast vond het hof dat het schadeformulier van 123Inkt gebrekkig was en dat niet vaststond of de cartridges vóór of na de informatiemail van 14 september 2016 waren weggegooid. Dit maakte het onzeker of de foutmelding daadwerkelijk de oorzaak was van de schade.
De gestelde schade voor de vervanging met originele HP-cartridges werd afgewezen, omdat de blokkade van huismerkcartridges door HP niet onrechtmatig was geoordeeld. Aangezien 123Inkt geen aanvullend bewijs leverde, werd de schade vastgesteld op het door HP erkende bedrag van € 13.990,11, vermeerderd met wettelijke rente.
Het eerdere vonnis wordt vernietigd voor zover de vordering was afgewezen, maar het hof veroordeelde 123Inkt tot de proceskosten van het hoger beroep, omdat de oorspronkelijke onderbouwing van de schade onvoldoende was.
Het hof veroordeelt HP tot betaling aan 123Inkt van € 13.990,11 en 123Inkt in de kosten van het hoger beroep € 9.768,14.
IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:GHAMS:2025:200
Zie eerder IEPT20191217