Geen misbruik machtspositie Buma: Vergoedingsmodel daadwerkelijk gebruik geeft forse kostenstijging
15-04-2025 Print this page
Het geschil tussen ID&T en Buma draait om het vergoedingsmodel voor het gebruik van muziek op evenementen. Buma int vergoedingen via een ‘blanket license’ op basis van drie staffels, afhankelijk van het aandeel Buma-repertoire. ID&T pleit voor een gedetailleerder model met tien staffels, wat neerkomt op tariefverlaging en verwijt misbruik van machtspositie door af te rekenen volgens 3 staffels. Buma stelt dat nauwkeuriger afrekenen hoge kosten met zich meebrengt, mede door extra inzet van DJ Monitor en handmatig werk. Daarnaast vraagt Buma ook vergoeding voor niet-herkende muziek, wat volgens haar deels alsnog Buma-repertoire is. De rechter oordeelt dat dit geen misbruik van macht is en dat verdere beoordeling een uitgebreid feitenonderzoek vergt, waarvoor in kort geding geen ruimte is. De voorzieningen worden afgewezen.
EXPLOITATIERECHTEN AUTEURSRECHT
Vordering om af te rekenen voor het gebruik van muziekwerken tijdens evenementen op basis van daadwerkelijk gebruik, of op basis van een nauwkeuriger vergoedingsmodel met tien staffels. ID&T Holding stelt dat Buma misbruik maakt van haar machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU en artikel 24 Mededingingswet, door nog altijd af te rekenen voor gebruik van muziekwerken bij evenementen, aan de hand van een tariefmodel met drie staffels. Voorzieningen geweigerd.
De muziekwerken waarvoor Buma in Nederland vergoedingen mag incasseren worden door rechthebbenden bij haar of bij haar zusterorganisaties aangemeld, en maken dan onderdeel uit van het ‘Buma-repertoire’. Voorbeelden van gebruik van muziekwerken waarvoor Buma vergoedingen incasseert zijn concerten en festivals.
Buma geeft organisatoren van evenementen waaronder ID&T op voorhand toestemming voor het gebruik van dancemuziek dat onderdeel uit maakt van het Buma-repertoire in de vorm van een ‘blanket license’. Buma hanteert voor - afhankelijk van het aandeel Buma-repertoire dat tijdens een evenement wordt gebruikt - een drie-staffelsysteem:
1 - wanneer meer dan 2/3 van de totale tijdsduur van het programma uit Buma-repertoire bestaat wordt een tarief gehanteerd van 7% van de recette (kort gezegd: brutoontvangsten),-
2 - wanneer ten hoogste 2/3 van de totale tijdsduur van het programma uit Buma-repertoire bestaat: 5% van de recette;
3 - wanneer ten hoogste 1/3 van de totale tijdsduur van het programma uit Buma-repertoire bestaat: 3% van de recette.
Buma zou dan ook nauwkeuriger moeten afrekenen, aan de hand van een vergoedingsmodel dat gebaseerd is op muziekwerken uit het Buma repertoire die daadwerkelijk zijn gebruikt, of aan de hand van een meer ‘fijnmazig’ vergoedingsmodel met tien staffels in plaats van drie.
Voor de stelling dat het door Buma gehanteerde vergoedingsmodel (het Algemeen Tarief) onrechtmatig is verwijst ID&T Holding naar het Tomorrowland-arrest (IEPT20201125).
Wat partijen verdeeld lijkt te houden is het specifieke tarief / de specifieke tarieven die Buma zou hanteren bij het een of andere vergoedingsmodel. Het door ID&T Holding gevorderde ‘fijnmaziger’ vergoedingsmodel met tien staffels komt neer op een tariefreductie. Buma stelt dat het hanteren van een vergoedingsmodel dat volledig is gebaseerd op daadwerkelijk gebruik een forse kostenstijging zal meebrengen, omdat dit zal betekenen dat DJ Monitor meer zal worden ingezet, hetgeen meer inzet van personeel zal vergen omdat een groot deel van het matchen van de geïdentificeerde werken (zie: 2.7) nog altijd handmatig gebeurt. Hiervoor is meer feitenonderzoek nodig.
Het geschil draait om de vergoeding voor muziek die door DJ Monitor niet herkend wordt en dus niet aan een bekend muziekwerk kan worden gekoppeld. Buma verlangt ook voor deze niet-herkende muziek een vergoeding, omdat een deel vermoedelijk afkomstig is van bij haar aangesloten rechthebbenden. De rechter oordeelt dat dit niet neerkomt op machtsmisbruik. Het schrappen van deze vergoeding zou mogelijk nadelig zijn voor rechthebbenden, maar dat vergt nader onderzoek, waarvoor een kort geding niet geschikt is.
Ook Buma’s eis dat een nieuw vergoedingsmodel budgetneutraal moet zijn, is niet in strijd met het Tomorrowland-arrest. Of een nieuw model leidt tot een buitensporig verschil tussen kosten en prijs, en of die prijs dan onbillijk is, vereist uitgebreid feitenonderzoek dat niet in een kort geding kan worden uitgevoerd.
De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen en veroordeeld ID&T in de proceskosten van Buma, €1.999.