Deskundigen-rapportage bevolen inzake licentie Pictoright over Facebook en Instagram-posts
28-04-2025 Print this page
Pictoright beheert de auteursrechten van bij haar aangesloten makers van beelden. Meta dient een licentievergoeding te betalen voor gebruik van beelden op Facebook en Instagram. De rechtbank benoemt deskundigen om te rapporteren over de bruikbaarheid van de door Meta voorgestelde methoden om de mate van aanwezigheid van het Pictoright- repertoire op de platforms van Meta te schatten en de economische waarde daarvan te bepalen.
In dit tussenvonnis bevestigt de rechtbank het belangrijkste uitgangspunt uit het eerdere vonnis: Meta blijft gehouden zich in te spannen om een licentie van Pictoright te verkrijgen. De vergoeding die aan deze licentie is verbonden, moet volgens de rechtbank op een betrouwbare en voldoende controleerbare wijze worden vastgesteld. Of de door Meta voorgestelde ‘data discovery’ aan deze eisen voldoet, zal nu worden beoordeeld door een team van deskundigen op het gebied van de waardering van (auteurs)rechten. In het nieuwe vonnis is dit team definitief benoemd. Zij krijgen acht maanden de tijd om een definitief rapport op te stellen, op basis waarvan Meta en Pictoright naar verwachting opnieuw met elkaar in overleg kunnen treden.
Na het eerdere tussenvonnis IEPT20241120 waarbij de rechtbank een vijfstappenplan geeft voor de voortzetting, volgt dit tussenvonnis.
De voorgenomen vraagstelling worden aangepast en drie deskundigen benoemd, die zullen moeten rapporteren over de bruikbaarheid van de door Meta voorgestelde methoden om de mate van aanwezigheid van het Pictoright- repertoire op de platforms van Meta te schatten en de economische waarde daarvan te bepalen. Nadat de deskundigen hebben gerapporteerd kunnen partijen hun onderhandelingen hervatten. Indien zij onverhoopt niet tot overeenstemming komen, zal deze procedure worden voortgezet.
De gestelde vragen:
1. Is de methode die Meta voorstelt (zoals toegelicht in antwoord op de haar gestelde vragen, zie onder 4.1-4.25 van dit vonnis) om de mate waarin het Pictoright-repertoire voorkomt op Facebook en Instagram vast te stellen bruikbaar als basis voor onderhandelingen over een licentievergoeding?
Is daarbij het aantal van 100.000 referentiebestanden inderdaad minimaal noodzakelijk? Zo nee, welk aantal dan wel?
Zie voor toelichting onder 5.8.
2. Op welke wijze kan feitelijke informatie worden verzameld over het aantal gevallen waarin een beroep kan worden gedaan op excepties ten behoeve van de tussen partijen overeen te komen correcties op grond van excepties?
U behoeft deze vraag slechts te beantwoorden als partijen of een van hen u daarom verzoeken, nadat zij op basis van de beantwoording van de overige vragen met elkaar hebben onderhandeld en daarbij het antwoord op deze vraag voor die onderhandelingen nuttig blijkt.
Zie voor toelichting onder 5.17.
3. Welke benadering is naar uw deskundig oordeel het meest geschikt om de economische waarde van het Pictoright-repertoire op de platforms van Meta te bepalen?
Is dat de benadering die Meta voorstelt (zie hoofdstuk 4 van dit vonnis) of is dat de benadering die Pictoright voorstelt op basis van een tarief per afbeelding (zie onder 5.19) of is een andere benadering aangewezen?
Zie voor toelichting onder 5.26.
Verder gelast de deskundigen uiterlijk acht maanden na ontvangst van het procesdossier een schriftelijk en ondertekend gezamenlijk deskundigenrapport ter griffie van de rechtbank. Partijen krijgen tijdig het conceptrapport ontvangen en de gelegenheid krijgen hierop binnen drie weken te reageren, de zaak wordt naar de parkeerrol van 7 oktober 2026 verwezen.
IEPT-versie volgt later