Interne administratie kwalificeert als bewijs dat parfumfles buiten EER is eerst is verhandeld

18-04-2025 Print this page
IEPT20250416, Rb Den Haag, Coty v Easycosmetic

Coty, exclusief licentiehouder van HUGO BOSS, kocht bij een Hoensbroeker bedrijf een parfum dat eerder in het Midden-Oosten op de markt was gebracht. Dit product bleek via Easycosmetic te zijn geleverd. Easycosmetic beroept zich op uitputting ex art. 15 UMVo en stelt dat Coty de bewijslast draagt over de herkomst van de parfumfles, mede vanwege vermeende marktverdeling via haar distributieovereenkomsten. Coty ontkent dit en onderbouwt met interne gegevens dat de fles buiten de EER, in Zuid-Afrika, op de markt is gebracht. De rechtbank acht deze gegevens voldoende betrouwbaar en oordeelt dat Coty aan haar (eventueel verzwaarde) bewijslast heeft voldaan. Easycosmetic’s vorderingen zijn ingetrokken. De rechtbank stelt vast dat sprake is van merkinbreuk en wijst nevenvorderingen en proceskosten van €9.710,73 toe.

 

MERKENRECHT


Coty is exclusieve licentiehoudster van HUGO BOSS en BOSS BOTTLED en mag deze Uniemerken in eigen naam handhaven. Coty heeft bij een Hoensbroeker bedrijf een testaankoop gedaan van een product dat in het Midden-Oosten op de markt is gebracht. Bij navraag blijkt dat het is ingekocht bij Easycosmetic.
 

Easycosmetic stelt dat er ex 15 UMVo sprake is van uitputting. Via Van Doren/Lifestyle en HP/Senetic twisten partijen in deze procedure over de vraag wie de bewijslast van de (vermeende) uitputting draagt.


Easycosmetic stelt zich op het standpunt dat de voor haar niet verifieerbare gegevens uit de interne administratie van Coty niet kwalificeren als een sluitende keten van bewijs waaruit blijkt dat de Parfumfles uit Voorraad aan Ocean Traders is geleverd en dus buiten de EER in de handel is gebracht. De rechtbank gaat aan dat betoog voorbij, reeds omdat Easycosmetic op geen enkele wijze heeft toegelicht waarom er aanleiding zou bestaan om van de onjuistheid van de door Coty verstrekte gegevens uit te gaan.


Easycosmetic stelde dat Coty de stelplicht en bewijslast draagt over de herkomst van een parfumfles, omdat Coty’s distributieovereenkomsten volgens haar duiden op een risico van marktverdeling binnen de EU. Coty ontkent dit en betwist dat zij informatie over doelmarkten niet zou delen. Easycosmetic erkende dat 480 flesjes 'Bottled Night' parfum door Coty aan Ocean Traders zijn verkocht en buiten de EER, namelijk Zuid-Afrika, zijn verhandeld. De kernvraag was of de specifieke parfumfles uit voorraad tot die partij behoorde.


Coty onderbouwde met data uit interne systemen dat dit het geval is, inclusief serienummer, productie-, pallet- en shipmentgegevens die corresponderen met transportdocumenten. Easycosmetic vond deze data niet verifieerbaar, maar leverde geen concrete reden om eraan te twijfelen. Verwijzingen naar twee websites over productiedata achtte de rechtbank onvoldoende betrouwbaar.


De rechtbank concludeert dat Coty aan haar bewijs- en motiveringsplicht heeft voldaan, zelfs als die verzwaard zou zijn. Easycosmetic trok bovendien haar vorderingen in en specificeerde niet welke aanvullende stukken nodig zouden zijn. Daarmee stond voor de rechtbank vast dat de parfumfles buiten de EER is verhandeld.


Easycosmetic wordt bevolen in de gehele EU inbreuk op de Uniemerken te staken. Nevenvorderingen toegewezen: opgaveplicht leveranciers, omzet en herkomstinformatie. Proceskostenveroordeling: €9.710,73.


IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:RBDHA:2025:6145