Maxeon niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen zekerheid stelt

21-05-2025 Print this page
IEPT20250506, Hof Den Haag, Maxeon v AIKO

 Maxeon wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen zekerheid stelde zoals vereist onder artikel 616 lid 3 Rv. Het hof bepaalde in december 2024 dat Maxeon binnen tien weken een bankgarantie moest stellen van €75.000 voor VDH/Libra en €300.000 voor Aiko B.V., verlengd tot 11 maart 2025. Maxeon stelde geen zekerheid, waardoor het hof haar niet-ontvankelijk verklaarde en veroordeelde tot kosten, berekend volgens het liquidatietarief.


OCTROOIRECHT

 

De Rechtbank IEPT20240516 heeft de inbreukvorderingen afgewezen: Maxeon onvoldoende haar stellingen onderbouwd, waar AIKO uitvoerig gemotiveerd deze stellingen heeft betwist.


Het hof in december 2024 bepaald dat Maxeon binnen tien weken zekerheid moest stellen voor proceskosten en mogelijke schadevergoeding, ter waarde van € 75.000,- voor VDH en Libra en € 300.000,- voor Aiko B.V., via een onherroepelijke bankgarantie van een erkende EU-bank. Deze termijn is - op verzoek van Maxeon - verlengd tot 11 maart 2025.
 

AIKO meldt op 25 maart 2025 dat Maxeon nog geen zekerheid had gesteld en verzocht het hof Maxeon niet-ontvankelijk te verklaren en te veroordelen tot betaling van de kosten. Maxeon bevestigde niet aan de zekerheid te hebben voldaan, maar verzette zich tegen de gevorderde proceskosten.


Het hof verklaart Maxeon niet-ontvankelijk in hoger beroep en veroordeelt haar in de kosten van het incident en de hoofdzaak, berekend volgens het liquidatietarief. De kosten voor VDH en Libra en Aiko B.V. worden nader gespecificeerd, inclusief griffierecht, nakosten en wettelijke rente.

 

ECLI:NL:GHDHA:2025:846