Juni 2021

Print this page

 

IEPT20210630 Rb Den Haag, Social Sofa

Luc4me maakt met Sophey geen inbreuk op auteursrecht Social Sofa: aan de combinatie van verschillende vormgevingskenmerken van de Social Sofa komt auteursrechtelijke bescherming toe. Genoemde verschillen geven de Sophey een heel ander voorkomen dan de Social Sofa. Slaafse nabootsing wordt afgewezen: [eiseres] streeft een verderstrekkende bescherming na dan mogelijk is met toepassing van het leerstuk van slaafse nabootsing. Niet staat vast dat de Social Sofa medio 2014 een eigen gezicht op de markt had.

 

IEPT20210630, Rb Limburg, MSI International v Raw Stones

MSI International c.s. gedeeltelijk niet-ontvankelijk in haar vordering op grond van tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst: bij inbreng van eenmanszaak in een bv is niet vanzelfsprekend dat contracten overgaan op de bv, primaire vordering niet integraal afgewezen nu vordering mede is ingesteld door [E] en de overeenkomst waarop MSI International zich beroept is aangegaan door eenmanszaak van [E]. Geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst nu niet kan worden aangenomen dat tussen partijen wilsovereenstemming is bereikt over (aanvullende) samenwerkingsafspraken met betrekking tot exclusiviteit en geheimhouding: overeenstemming kan niet worden afgeleid uit conceptovereenkomsten. Geen sprake van onrechtmatig gebruiken van een bedrijfsgeheim of knowhow: met betrekking tot gedragingen die hebben plaatsgevonden voor inwerkingtreding Wet bescherming bedrijfsgeheimen geldt dat niet is voldaan aan vereisten van artikel 39 lid 2 TRIPS, MSI International c.s. heeft geen omstandigheden gesteld die tot de conclusie kunnen leiden dat sprake is van een bedrijfsgeheim onder de Wet bescherming bedrijfsgeheimen.

 

IEPT20210630, Rb Limburg, Vitaal Succes

Niet komen vast te staan dat de door [D] ontwikkelde opleiding en daaruit voortvloeiende materialen auteursrechtelijk zijn beschermd: [S] heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van een eigen oorspronkelijk karakter van de werken van [D] en [D] heeft niet aan zijn stelplicht voldaan, belangrijke elementen van sheets presentatie zowel qua inhoud als vormgeving (technisch) bepaald door algemene eisen aan een presentatie en bijzondere eisen aan een Code-95-opleiding en aldus niet het gevolg van creatieve keuzes. Geen sprake van slaafse nabootsing: sheets wekken geen overeenstemmende totaalindruk en wekken niet de indruk dat zij van dezelfde onderneming afkomstig zijn.

 

IEPT20210629, Hof Den Haag, Nutrition v Kuminda

Plausibiliteitsvereiste en ontbreken inventiviteit. Bij de formulering van het objectieve technische probleem de door de octrooihouder geclaimde technische effecten van de uitvinding alleen dan in aanmerking worden genomen, als de gemiddelde vakman, gelet op hetgeen is geopenbaard in de oorspronkelijke aanvrage van het octrooi en zijn algemene vakkennis, op de relevante datum plausibel zou hebben gevonden dat die effecten daadwerkelijk optreden. Dit zogenoemde plausibiliteitsvereiste vloeit voort uit het algemene aan het octrooirecht ten grondslag liggende beginsel dat de verkregen octrooibescherming in overeenstemming dient te zijn met, en gerechtvaardigd door, de bijdrage aan de stand van de techniek die op de relevante datum daadwerkelijk is geleverd. Conclusie 1 van EP 371 nietig wegens gebrek aan inventiviteit in het licht van WO 928. Het hof is met Noba van oordeel dat door WO 799, de oorspronkelijke aanvrage van EP 371, geen enkel aan voornoemde verschilmaatregelen verbonden technisch effect aan de gemiddelde vakman wordt geopenbaard.

 

IEPT20210625, HR, DFW v Ziggo

Dutch Filmworks krijgt geen klantgegevens van Ziggo: cassatieberoep afgewezen op grond van artikel 81 RO.

 

IEPT20210623, Rb Rotterdam, Piazza Intimi v Premium Bodywear

Vorderingen Premium Bodywear c.s. in reconventie om Piazza Intimi te gebieden iedere inbreuk op de Olaf Benz Merken en het Manstore merk te staken en tevens het gebruik van domeinnamen waarin de merken zijn opgenomen te staken toegewezen: niet aannemelijk dat Piazza Intimi c.s. beschouwd moet worden als merkenpiraat, wel is sprake van niet-bonafide domeinnaamgebruik, leveringsboycot ondergoed Olaf Benz en Manstore door Premium Bodywear c.s. wordt opportuun geacht.

 

IEPT20210622, Hof van Justitie EU, Youtube

Bij de huidige stand van het Unierecht verrichten de exploitanten van onlineplatformen in beginsel zelf geen mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn van auteursrechtelijk beschermde content die hun gebruikers illegaal online plaatsen: gebruikers verrichten zelf een ‘handeling bestaande in een mededeling’ nu zij zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid handelen, enkele omstandigheid dat het gebruik van een platform noodzakelijk is om het publiek toegang te verlenen tot het werk is niet voldoende om aan te nemen dat exploitant van onlineplatform zelf ook een ‘handeling bestaande in een mededeling’ verricht, exploitant van onlineplatform deelt deze content wel in strijd met het auteursrecht aan het publiek mee indien hij niet louter platform ter beschikking stelt, maar daarnaast met volle kennis van de gevolgen van zijn handelswijze intervenieert om het publiek toegang tot die content te verlenen, weloverwogen karakter van interventie kan blijken uit het niet nemen van passende technische maatregelen die van een normaal behoedzame marktdeelnemer in zijn situatie kunnen worden verwacht om op geloofwaardige en doeltreffende wijze auteursrechtinbreuken tegen te gaan of indien exploitant op andere wijze het delen van illegale content bewust stimuleert, enkele omstandigheid dat exploitant in zijn algemeenheid op de hoogte is van het feit dat illegale content op zijn platform beschikbaar is volstaat niet om te oordelen dat sprake is van weloverwogen interventie, tenzij rechthebbende exploitant daarvan in kennis heeft gesteld en hij niet prompt de nodige maatregelen neemt om die content ontoegankelijk te maken, winstoogmerk is geen doorslaggevende omstandigheid. Exploitant van onlineplatform kan zich op de vrijstelling van aansprakelijkheid neergelegd in artikel 14 lid 1 onder a) van de Richtlijn inzake elektronische handel beroepen als hij geen actieve rol speelt waardoor hij kennis heeft van of controle heeft over de op zijn platform geüploade content: als wel sprake is van dergelijke kennis is gaat een beroep op de vrijstelling van aansprakelijkheid niet op. Artikel 8 lid 3 Auteursrechtrichtlijn verzet zich er niet tegen dat de houder van een auteurs- of naburig recht krachtens het nationale recht slechts een verbod kan verkrijgen ten aanzien van een tussenpersoon wiens dienst door een derde werd gebruikt om inbreuk te maken op zijn recht zonder dat deze tussenpersoon daarvan kennis had, indien deze inbreuk vóór het begin van de gerechtelijke procedure aan de tussenpersoon werd gemeld en deze niet prompt heeft gehandeld om te inbreuk te beëindigen: zonder een dergelijke voorwaarde zou de exploitant gedwongen zijn om actief toezicht te houden op door gebruikers van het platform geüploade content teneinde te vermijden dat hij met verbodsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten geconfronteerd wordt, voorwaarde is verenigbaar met artikel 15 lid 1 Richtlijn inzake elektronische handel.

 

IEPT20210622, Hof Den Haag, EBB v Samsung

Depot te kwader trouw: de aanvraag is niet gedaan met het oog op gebruik volgens de wezenlijke functie van een merk. Slechts ingediend met het doel om afbreuk te doen aan belangen van derden door het gebruik van identieke of soortgelijke tekens te blokkeren. Dat er honderden merkregistraties op naam van EBB c.s. staan, acht het hof wel degelijk relevant bij de beoordeling van het subjectieve oogmerk van EBB c.s. Aan de oprechte intenties van EBB c.s. doet ook afbreuk dat [appellant 2]-bedrijven daarbij bekende merknamen deponeren zoals Tesla, Home Depot, Apple, Pan Am, en Baidu. EBB c.s. heeft ook geen plausibele verklaring gegeven met betrekking tot het oogmerk en de commerciële logica van de vele merkaanvragen en het BIBBY-Beneluxmerk in het bijzonder. Niet meer in geschil dat als peilmoment voor de beoordeling van de kwade trouw moet gelden het tijdstip van de aanvraag tot inschrijving van het Benelux-merk BIBBY, te weten 28 februari 2017. Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder. [Appellant 2] heeft erkend dat hij feitelijk beleidsbepaler van EBB was. Hij heeft voorts niet weersproken dat hij op de hoogte was van en persoonlijk betrokken bij de handelwijze van EBB. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat [appellant 2] persoonlijk een ernstig verwijt valt te maken nu hij de onrechtmatige handelwijze van EBB niet heeft verhinderd, terwijl hij daartoe wel in staat was. Proceskosten artikel 1019h Rv: geen sprake van een “spontane” nietigheidsprocedure maar van een vooruitgeschoven verweer tegen dreigende handhaving.

 

IEPT20210618, Rb Den Haag, Blomma v Greengifts

Geen spoedeisend belang ten aanzien van inbreuk op Uniemerk ‘Blooms out of the Box’: Greengifts c.s. verklaard éénmalig een kistje van Blomma te hebben gekocht en verstuurd aan de eerste klant. Modelregistratie langwerpig kistje voor plantjes ‘Blooms out of the Box’ is geldig: nieuw en eigen karakter en geen identieke of soortgelijke modellen in vormgevingserfgoed. Modelrechtinbreuk op ‘Blooms out of the Box’ door verhandeling Ecoworld-Box: alle kenmerken van het model zijn terug te zien in Ecoworld-Box en verschillen in maatvoering en materiaal niet relevant.

 

IEPT20210617, HvJEU, Mircom v Telenet BVBA

Upload van eerder gedownloade onderdelen van een mediabestand door gebruiker naar eindapparatuur van andere gebruikers in peer-to-peernetwerk is beschikbaarstelling voor het publiek in de zin van artikel 3, leden 1 en 2, van de Auteursrechtrichtlijn: gebruikers peer-to-peernetwerk hebben kennis van verlenen toegang tot beschermde werken aan onbepaald aantal potentiële ontvangers. Houder IE-rechten die enkel schadevergoeding wil vorderen kan gebruikmaken van maatregelen, procedures en rechtsmiddelen uit Handhavingsrichtlijn: ter waarborging van hoog beschermingsniveau van IE-rechten in interne markt. Artikel 6 AVG staat in beginsel niet in de weg aan systematische verwerking IP-adressen van gebruikers peer-to-peernetwerken in geval van inbreukmakende handelingen: correcte inning van schuldvorderingen kan gerechtvaardigd belang vormen.

 

IEPT20210616, Rb Noord-Holland, Kinderwens MC v Dijklander Ziekenhuis

Dijklander Ziekenhuis maakt door gebruik van de naam ’Centrum voor Kinderwens’ geen inbreuk op de handelsnaam ’Medisch Centrum Kinderwerns’ van Kinderwens MC: naam ’Medisch Centrum Kinderwens’ kan als puur beschrijvend gekwalificeerd worden waardoor Handelsnaamwet in beginsel geen of slecht geringe bescherming biedt aan Kinderwens MC, geen sprake van inburgering,relevante publiek zal, gezien de aard van de aangeboden dienstverlening, meer oplettend zijn dan het normaal oplettende consumentenpubliek en zal de verschillen tussen de namen ’Medisch Centrum Kinderwens’ en ’Centrum voor Kinderwens’ eenvoudig opmerken, geen sprake van verwarringsgevaar​​​​. Geen sprake van merkinbreuk: verwarringsgevaar ontbreekt en geen sprake van overeenstemmende tekens nu door Kinderwens MC gecombineerd woord/beeldmerk is ingeschreven waarvan dominant bestanddeel geen of slechts zeer beperkt onderscheidend vermogen heeft.

 

IEPT20210616, Rb Den Haag, FKP v Spirits

Vorderingsgerechtigheid van FKP gestoeld op verkrijging van VVO van uitsluitend recht de merken te gebruiken, exploiteren, in eigen naam te registeren en in rechte te handhaven: USSR en Russische Federatie zijn nooit rechthebbende van de merken geweest. Geen transformatie van VVO naar VAO: geen grond om terug te komen op beslissing in tussenvonnis. Vordering tot nietigverklaring jongere Benelux-merken op naam van Spirits toewijsbaar: FKP is gerechtigd tot de VVO-Beneluxmerken en niet bestreden dat aan overige voorwaarden voor nietigheid is voldaan. Bevel tot medewerking en de indeplaatstelling toegewezen t.a.v. Cypriotische, Zweedse, Tsjechische en Italiaanse merken. Verklaring voor recht toegewezen t.a.v. de VK merken en de Ierse merken. Inbreukvordering toegewezen t.a.v. de VK merken, de Ierse merken, de Cypriotische merken, de Zweedse merken en het Tsjeschische merk. Schadevorderingen toegewezen ten aanzien van de VK merken, de Ierse merken, de Cypriotische merken, de Zweedse merken en het Tsjechische merk.

IEPT20210615, Hof Den Haag, Scientia v Eveoh
Geen spoedeisend belang aangenomen. Proceskosten Auteursrecht. Kort geding. Roostersoftware voor onderwijsinstellingen met databases. Spoedeisend belang ontbreekt (bevestiging). In kort geding is voor de proceskosten categorie complexe bodemzaken toegepast (€29.190,99), dat is gecorrigeerd naar de tarieven voor complex kort geding: €13.534,99.

 

IEPT20210614, Rb Amsterdam, Noordkaap
Dwangsom verbeurd. Noordkaap heeft eiseres onvoldoende geblurd in een uitzending van Undercover in Nederland over malafide kattenfokkers om haar volledig onherkenbaar te maken. Noordkaap wordt geboden [eiseres sub 1] alsnog volledig onherkenbaar in beeld te brengen door haar gelaat, kapsel en kleding volledig zwart te maken.

 

IEPT20210609, Rb Gelderland, Sakura Sushi Bar v Blue Sakura

Blue Sakura maakt geen inbreuk op handelsnaamrecht Sakura Sushi Bar: doorgaans wordt meer aandacht besteed aan het begingedeelte van een handelsnaam, (zeer) beperkte mate van overeenstemming wordt verder afgezwakt gelet op de verschillende logo’s van partijen en door het verschil in betekenis tussen beschrijvende elementen ‘Sushi Bar’ en ‘Sushi & Grill’, onvoldoende aannemelijk dat sprake is van te duchten verwarringsgevaar nu publiek dat sushi afhaalt anders is dan publiek dat Aziatisch/Japans eet in een restaurant, op online bestelplatforms worden de volledige handelsnamen en logo’s van partijen gebruikt.

 

IEPT20210608, Hof Den Haag, Publicatie privé (adres)gegevens presentator

Jegens [T] door de voorzieningenrechter toegewezen gebod zich te onthouden van de publicatie van persoonlijke adresgegevens van [S] niet meer in duur beperkt en uitgebreid tot het onthouden van publicatie van de persoonlijke (adres)gegevens van de huisgenoten van [S]: voldoende vast komen te staan dat [T] verschillende malen is overgegaan tot publicatie adresgegevens van [S] en van diens vriendin en kinderen.

 

 

IEPT20210608, Rb Rotterdam, MC v Curator

Curator niet onrechtmatig gehandeld door versturen mailing aan Tekenplus-klanten waarin werd gewaarschuwd dat MC met benadering van de klanten mogelijk inbreuk op IE-rechten maakt: in een eerder bericht had de curator al bericht dat de activiteiten Tekenplus door een ander partij werden overgenomen en MC heeft het sturen van dit bericht niet afgestemd met de curator. Dat had gelet op de verkoop van de activa aan Hitech, en de kennis van MC daarover, wel voor de hand gelegen.

 

IEPT20210607, Rb Den Haag, BagJump v BigAirBag

Geen sprake van wanprestatie door BigAirBag: in correspondentie tussen partijen heeft BigAirBag nimmer de toezegging gedaan om geen kopieën van de OnePiece Landing en het Model van BagJump meer te verhandelen. BAB Product van BigAirBag maakt geen inbreuk op Gemeenschapmodel op ontwerp van OnePiece Landing van BagJump: basisvorm van landings is een gegeven en bij Model is van overgebleven ontwerpvrijheid op weinig onderscheidende manier gebruik gemaakt, BAB Product wekt, gelet op verschillen met Model, een andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker. BigAirBag maakt geen auteursrechtinbreuk op OnePiece Landing: geen sprake van overeenstemmende totaalindrukken. BigAirBag maakt met teken ‘One Piece Lander’ geen inbreuk op merk ‘One Piece Landing’: merk OnePiece Landing sterk beschrijvend waardoor gerede twijfel bestaat over geldigheid merk en verwarringsgevaar, gerede kans dat bodemrechter oordeelt dat sprake is van eerlijk gebruik in de handel door BigAirBag.

 

IEPT20210604, Rb Den Haag, Idemia v Vision-Box

Niet bevoegd ten aanzien van Vision-Box SA: geen sprake van zodanig nauwe band met vorderingen met medegedaagde en geen spoedeisend belang bij (neven)voorzieningen: onvoldoende voortvarend opgetreden door Idemia.

 

IEPT20210603, HvJEU, CV-Online Latvia v Melons

Indexeren en kopiëren naar eigen server van inhoud substantiële inhoud van databank is opvraging en hergebruik in de zin van artikel 7 Databankenrichtlijn: hetgeen kan worden verboden voor zover inkomsten worden ontnomen waarmee samensteller wordt geacht de kosten van zijn investering te kunnen dekken.

 

IEPT20210602, Rb Den Haag, Nestro v Tubro

Geen verwarringsgevaar tussen Nestro-merk en Tubro-teken met gestileerde afbeeldingen van een centrifugaal ventilator: gebruik voor identieke producten, Nestro-merk heeft van huis uit groot onderscheidend vermogen, in de totaalindruk overheersen de verschillen, zowel visueel, auditief als begripsmatig.

 

IEPT20210602, Rb Den Haag, Ferrari v Kitcar Collection

Auto van Kitcar Collection maakt inbreuk op merkenrecht Ferrari: tekens zijn gebruikt in economisch verkeer, ook tekens die met duct tape afgeplakt zijn. Geen sprake van inbreuk op auteursrechten van Ferrari: totaalindrukken stemmen niet overeen en Ferrari heeft nagelaten concreet te stellen en onderbouwen waarom de totaalindruk hetzelfde zou zijn. Geen sprake van slaafse nabootsing: gelet op verschillen tussen de auto’s is geen sprake van onrechtmatig handelen. Vordering tot vernietiging auto afgewezen: vernietiging niet evenredig nu een redelijk alternatief voor beëindiging van de inbreuk beschikbaar is.

 

IEPT20210602, Rb Midden-Nederland, BREIN

BREIN ontvankelijk in collectieve vorderingen jegens tussenpersonen Yisp en Worldstream: BREIN komt een beroep toe op de uitzondering van artikel 3:305a lid 6 BW en dient alleen te voldoen aan de ontvankelijkheidsvereisten van leden 1 en 3, voldaan aan de vereisten van artikel 3:305a leden 1 en 3 BW, BREIN heeft voldoende overleg gevoerd met Worldstream, sommatiebrief aan Yisp kan niet beschouwd worden als voldoende overleg maar uit uitgebreid antwoord daarop van YISP blijkt dat overleg niet zinvol zou zijn geweest zodat BREIN op deze grond niet niet-ontvankelijk zal worden verklaard, voeren collectieve procedure efficiënter en effectiever.

 

IEPT20210602, Rb Limburg, Boekenreeks My Shredded Lifestyle

Aan [eiser] komt geen auteursrechtelijke bescherming toe ten aanzien van de werken in de ‘My Shredded Lifestyle’ boekenreeks en 365 Brandz B.V. maakt dan ook geen inbreuk door het openbaarmaken en verveelvoudigen van de boeken: niet gebleken dat [eiser] creatieve keuzes met een persoonlijk stempel heeft gemaakt voor de tekst en opmaak van de boeken en evenmin dat hij bewust een geestelijke creatie wilde scheppen.

 

IEPT20210601, Hof Den Haag, ECG v Maytronics

Hof vernietigt vonnis rechtbank Den Haag van 15 juni 2020 (IEPT20200615). Anders dan de voorzieningenrechter oordeelde, komt het hof tot de conclusie dat er wel sprake is van uitputting van de merkenrechten van Maytronics op de Dolphin-producten:  Maytronics heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er gegronde redenen zijn, ad artikel 15 lid 2 UMVO / 2.23 lid 3 BVIE om zich te verzetten tegen verdere verhandelingen van de Dolphin-producten door ECG. Maytronics heeft namelijk onvoldoende aannemelijk gemaakt dat ECG de indruk wekt dat er een economische band bestaat tussen ECG en Maytronics en Maytronics heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de handelswijze van ECG daadwerkelijk ernstige schade toebrengt aan de reputatie van de merken. Maytronics erkent tevens dat ECG de door haar verhandelde DOLPHIN-producten inkoopt bij erkende distributeurs in de EER.

 

IEPT20210601, Hof Arnhem-Leeuwarden, Uitlatingen Facebook oudcrewlid band

Vordering tot rectificatie ook in hoger beroep afgewezen nu geen sprake is van onjuiste of onvolledige misleidende publicaties over oudcrewlid band: publicatie van [geïntimeerde3] en het AD is overname van informatie over rechtszaak tegen [geïntimeerde4] uit de openbare agenda van de rechtbank en bevat citaten van [manager], artikel is niet misleidend en wijze van verslaglegging valt onder journalistieke vrijheid, [appellant] heeft geen belang bij vordering jegens [geïntimeerde4] en [geïntimeerde1] nu uitingen van Facebook zijn verwijderd, vorderingen niet toegespitst op filmpje uit 2018 maar uitingen in filmpje zijn niet zodanig dat rectificatie aangewezen is, onvoldoende aannemelijk dat [geïntimeerde4] en [geïntimeerde1] zich opnieuw in soortgelijke zin hebben uitgelaten of zullen uitlaten over [appellant].