(a) Gebruik merk in reclame

Print this page
Auteur:
Th.C.J.A. van Engelen, N.F. de Bruin

  naar IE-Beginselen   

 

Hof van Justitie EU

 

IEPT20100708, HvJEU, Portakabin v Primakabin

Reclame voor tweedehands merkartikelen. De verkoop va''''n tweedehands waren waarop een merk is aangebracht is een alom bekende vorm van handel is, waarmee de gemiddelde consument vertrouwd. Derhalve kan niet op basis van het enkele feit dat een adverteerder het merk van een ander gebruikt onder toevoeging van woorden die aangeven dat het betrokken product wordt doorverkocht, zoals „gebruikt” of „tweedehands”, worden geconstateerd dat de advertentie de indruk wekt dat de wederverkoper en de merkhouder economisch verbonden zijn of de reputatie van het merk ernstig schaadt.

 

IEPT20090423, HvJEG, Copad v Dior

Gegronde redenen. Gelet op het gebruik van de bijwoordelijke bepaling "met name" heeft het Hof erkend dat de in artikel 7, lid 2 van de richtlijn vermelde gevallen zuiver indicatief zijn. 

 

IEPT19990223, HvJEG, BMW v Deenik

Economische band. Een gegronde red''''en in de zin van artikel 7, lid 2, van de richtlijn kan zijn, dat het merk in de reclame van de wederverkoper zo wordt gebruikt, dat de indruk kan ontstaan dat er een commerciële band tussen de wederverkoper en de merkhouder bestaat, en met name dat de onderneming van de wederverkoper tot het distributienet van de merkhouder behoort of dat een bijzondere band tussen de twee ondernemingen bestaat. Bestaat er echter geen gevaar, dat bij het publiek de indruk wordt gewekt dat er een commerciële band tussen de wederverkoper en de merkhouder bestaat, dan vormt het enkele feit dat het gebruik van het merk de wederverkoper een voordeel oplevert omdat de, overigens correcte en loyale, reclame voor de verkoop van de waren van het merk zijn eigen activiteit een kwaliteitsuitstraling geeft, geen gegronde reden.

 

IEPT19971104, HvJEG, Dior v Evora

Gebruik merk in reclame toelaatbaar. Wanneer van een merk voorz''''iene producten door de houder van dat merk of met zijn toestemming in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht, het een wederverkoper niet alleen vrijstaat deze producten door te verkopen, doch eveneens het merk te gebruiken om de verdere verhandeling van deze producten bij het publiek aan te kondigen.

 

Gerechtshoven

 

IEPT20210817, Hof Den Haag, Easycosmetic v Coty

Geen gegronde reden om zich tegen merkgebruik voor uitgeputte waren te kunnen verzetten. Gebruik op binnen- en de buitenzijde van de Verzenddozen van 80 merken wekt bij het relevante publiek niet de indruk dat er sprake is van een economische band tussen de verkoper en de houders van al deze ‘merken’. Door vermelding van de merken op de verzenddoos is sprake van een product-gerelateerde reclame voor de (uitgeputte) producten. Voor een gegronde reden is niet voldoende dat sprake is van een in de branche van de wederverkoper niet gebruikelijke reclame. Voor het aannemen van een gegronde reden is, ook in geval van zo’n reclame, nodig dat (daardoor) afbreuk wordt gedaan aan de herkomstaanduidingsfunctie van het merk. Dat is met name het geval als sprake is van ernstige schade aan de reputatie van de Merken of de suggestie van een commerciële band tussen de wederverkoper en de merkhouder.

 

Rechtbanken

 

IEPT20230614, Rb Den Haag, HP v 123inkt - Milieuproduct

Gegronde reden HP om zich tegen verkoop inktcartridges zonder originele buitenverpakking te verzetten. Heeft tot gevolg heeft dat wezenlijke informatie (de einddatum van de fabrieksgarantie) aan het zicht is onttrokken. Dat het in de meeste gevallen zou gaan om cartridgemodellen die niet meer worden gemaakt (End of Life) en dat het dus vanzelfsprekend is dat de fabrieksgarantie is verlopen, zoals DR c.s. aangeeft, maakt dit niet anders. Gegronde reden HP om zich tegen verkoop lasercartridges zonder originele buitenverpakking te verzetten. De originele buitenverpakking van de HP-lasercartridges bepaalt de uitstraling van het originele HP-product en levert daarmee een wezenlijke bijdrage levert aan het imago en de reputatie van de HP-merken.

 

IEPT20220829, Rb Noord-Holland, DGP Race v Premium Sport Travel

Gebruikelijke wijze van adverteren voor hospitality arrangementen. Geen sprake van ‘verdere verspreiding’ door PST, vorderingen staken ongeautoriseerde verkoop en verspreiding van toegangskaarten afgewezen: PST hanteert gesloten verkoopsysteem. Geen sprake van merkinbreuk: onvoldoende onderbouwd dat PST de woordmerken van DGP gebruikt. Geen inbreuk op handelsnaamrecht: PST gebruikt ‘Dutch Grand Prix’ niet als naam waaronder zij haar onderneming(en) voert. Inzage en afgifte klantgegevens afgewezen: niet is uitgesloten dat DGP de gegevens zal gebruiken om zich rechtstreeks tot de afnemers van de hospitality arrangementen van PST te wenden met waarschuwingen.

 

IEPT20171006, Rb Den Haag, Multivac

Niet aannemelijk dat sprake is van indruk van een commerciële band. MK Gilze is gerechtigd de Multivac-merken te gebruiken, nu Multivac zich niet tegen alle wijzigingen van de Multivac-machines kan verzetten. Toevoeging eigen naam MK Gilze nodig om duidelijk te maken dat machines door haar zijn gereviseerd. Hoewel dat wel op haar weg lag, heeft Multivac niet aannemelijk gemaakt op welke manier deze tekst de suggestie wekt dat de revisie door MK Gilze met goedkeuring van Multivac plaatsvindt of waaruit anderszins blijkt dat sprake is van een commerciële band tussen beiden.