(h) Uiterlijk van een product

Print this page
Auteur:
Th.C.J.A. van Engelen, N.F. de Bruin

  naar IE-Beginselen   

 

Hof van Justitie EU

 

IEPT20201008, HvJEU, Aktiebolaget Östgötatrafiken v PRV

Op vervoermiddel aangebracht kleurenpatroon als merk. Beoordeling onderscheidend vermogen van een teken bestaande uit kleurpatronen die worden aangebracht op vervoermiddelen, met name moet rekening gehouden worden met perceptie door het relevante publiek. Niet hoeft worden nagegaan of dit teken significant afwijkt van de norm of van wat in de betrokken economische sector gangbaar is. 

 

IEPT20180913, HvJEU, Birkenstock v EUIPO

Criteria voor driedimensioneel vormmerk gelden ook bij tweedimensionaal kenmerk. De rechtspraak, die is ontwikkeld met betrekking tot driedimensionale merken bestaande in de verschijningsvorm van de waar zelf, geldt ook wanneer het aangevraagde merk een beeldmerk is dat bestaat in de tweedimensionale afbeelding van die waar (IEPT20060622), of wanneer het aangevraagde merk een teken is bestaande in een patroon dat is toegepast op het oppervlak van een waar (IEPT20040628). Ook in deze twee gevallen bestaat het merk immers niet in een van het uiterlijk van de erdoor aangeduide waar onafhankelijk teken. Deze rechtspraak is ook van toepassing wanneer slechts een deel van de aangeduide waar door een merk wordt weergegeven.

 

IEPT20060622, HvJEG, Storck

Betrokken verpakking op zichzelf niet ongebruikelijk. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de betrokken verpakkingsvorm een normale en traditionele vorm van een verpakking voor snoepgoed is, dat op de markt heel wat op die wijze verpakt snoepgoed te koop is, dat de goudkleur van de betrokken verpakking op zichzelf niet ongebruikelijk is en ook vaak voor snoepgoedverpakking wordt gebruikt, dat de kenmerken van de combinatie van vorm en kleur van het aangevraagde merk niet genoeg verschillen van die van de basisvormen die vaak worden gebruikt voor de verpakking van snoepgoed, en dat de betrokken verpakking doorgaat voor een typische verpakkingsvorm voor deze waren.

 

IEPT20040628, HvJEG, Glaverbel v BHIM

Perceptie van merk kan verschillen voor merkcategorieën. Perceptie van een merk door het publiek kan verschillen voor verschillende merken categorieën, zodat vaststellen onderscheidend vermogen moeilijker kan zijn. Niet aangevochten waardering van bewijs door Gerecht, inhoudende dat dessin voor het relevante publiek, dat zowel vaklui in de bouwsector als het grote publiek omvat, geen herkomstaanduiding is, maar (i) technisch middel om glas ondoorzichtig te maken, (ii) gevolg van esthetische, decoratieve afwerking, en (iii) te complex om bijzondere details te onthouden.