2022 Hof Den Haag

Print this page

IEPT20221129, Hof Den Haag, Tinnus

ballonWaterballon geen auteursrechtelijk beschermd werk. Keuze voor effen felle/primaire kleuren voor de Bunch-O-Balloons is zodanig banaal en triviaal dat daarin geen creatieve arbeid valt aan te wijzen. De keuze voor slangetjes van gelijke lengte (element c), is uitsluitend technisch bepaald. De lengte van de slangetjes is te zeer het resultaat van een door technische uitgangspunten beperkte keuze. De keuzeruimte bij het bepalen van het aantal slangetjes en de buitendiameter van de slangetjes is zo beperkt dat van vrije, creatieve keuzes geen sprake kan zijn. De materiaalkeuze en stijfheid van de slangetjes zijn zozeer technisch bepaald dat geen sprake kan zijn van vrije en creatieve keuzes. Geen inbreuk op modelrecht. Ondanks de overeenkomsten tussen Model 0007 en de [geïntimeerde], wekt de [geïntimeerde] waterballonvuller bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk zal dan Model 0007.

 

IEPT20221115, Hof Den Haag, Pharmathen Global v Novartis

Procesrecht. Spoedeisend belang: Voorop staat dat als in kort geding een voorziening wordt gevraagd die ertoe strekt een einde te maken aan als stelselmatige inbreuk op een subjectief recht aan te merken handelingen waarvan de eisende partij doorlopend schade ondervindt, het alleszins voor de hand dat deze partij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen.  Waarheidsplicht en niet-ontvankelijkheid. Het hof is het met Pharmathen Global eens dat Novartis daarmee artikel 21 Rv heeft geschonden. Het hof deelt echter het oordeel van de voorzieningenrechter dat niet-ontvankelijkverklaring van Novartis een te vergaande sanctie zou zijn op die schending. Bevel aan Pharmaton Global om Griekse dochter te instrueren inbreuk te staken schendt regel dat een tweede procedure niet gebruikt kan worden als verkapt hoger beroep, wat zich ook kan voordoen als de tweede rechterlijke beslissing zich richt tegen een andere partij dan de eerste beslissing, maar feitelijk tot gevolg heeft dat de werking van de eerste rechterlijke beslissing opzij wordt gezet. Octrooi-inbreuk door moedervennootschap wegens feitelijk leiding of uitvoering geven aan inbreukmakende handelingen. Novartis heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat Pharmathen Global niet slechts de moedervennootschap is van Pharmathen Griekenland, maar feitelijk leiding of uitvoering geeft aan voorbehouden handelingen met betrekking tot de LAR-producten. Beschermingsomvang octrooi volgens twee-stappen benadering. Geen letterlijke inbreuk van het conclusie-element “een lineair PLG”: het al dan niet lineaire karakter van het PLG moet worden bepaald aan de hand van de in het kader van de productie van het PLG gebruikte initiator en meer in het bijzonder dat de gemiddelde vakpersoon op de prioriteitsdatum PLG gemaakt met glucose als initiator zou kwalificeren als ster PLG in plaats van lineair PLG in de zin van EP 519. Inbreuk door equivalentie van Purasorb en een lineair PLG. Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het eerste vereiste voor equivalentie, te weten dat de door Pharmathen Griekenland en Pharmathen Global toegepaste werkwijze de problemen die ten grondslag liggen aan het octrooi ook oplost en dat Purasorb in dat kader eenzelfde functie vervult als het geclaimde lineaire PLG. Er is ook voldaan aan het tweede vereiste van een billijke bescherming van de octrooihouder. Zoals hiervoor overwogen, passen Pharmathen Griekenland en Pharmathen Global met hun werkwijze de leer van het octrooi toe en realiseren zij aldus de daaraan verbonden voordelen. Dat pleit ervoor die werkwijze onder de reikwijdte van EP 519 te brengen. Er is ook een voldoende mate van rechtszekerheid. De gemiddelde vakpersoon zal begrijpen dat de octrooiconclusies ruimte laten voor equivalenten, omdat de leer van het octrooi voor de gemiddelde vakpersoon duidelijk breder is dan enkel het gebruik van het geclaimde lineaire PLG en mede het gebruik van Purasorb omvat. Er is geen goede grond om die werkwijze desondanks niet onder de reikwijdte van EP 519 te laten vallen. Het feit dat Purasorb niet letterlijk valt onder het kenmerk ‘een lineair PLG’ in de zin van EP 519 hangt samen met het feit dat er op de prioriteitsdatum nog geen methode beschikbaar was om de vertakkingsgraad van PLGs nauwkeurig vast te stellen en dat PLGs daarom werden geclassificeerd op basis van de gebruikte initiator.

 

IEPT20221018, Hof Den Haag, Novartis v Mylan
Serieuze, niet te verwaarlozen kans dat EP 894 een oppositie- of nietigheidsprocedure niet zal overleven wegens toegevoegde materie (artikel 123(2) EOV). Oorspronkelijke aanvrage moet juist de dosering van 0,5 mg/d die EP 894 van de stand van de techniek onderscheidt en waarvan het klinisch voordeel in de aanvrage direct en ondubbelzinnig aan de gemiddelde vakman moet worden geopenbaard. Moet ervoor worden gehouden dat de gemiddelde vakman net als bij de press release het geval is, ook uit paragraaf 33 van de aanvrage zal begrijpen dat nog moet worden onderzocht of met de te onderzoeken behandeling klinisch voordeel optreedt. Onderscheid toetsingscriteria inzake toegevoegde materie (artikel 123(2) EOV) en nawerkbaarheid (artikel 83 EOV). Het antwoord op de vraag aan welke criteria een openbaarmaking in de oorspronkelijke aanvrage moet voldoen, is afhankelijk van de context waarin die vraag wordt gesteld. In het bijzonder is het van belang of die vraag wordt gesteld in het kader van de toegevoegde materie toets van artikel 123(2) EOV of in het kader van de nawerkbaarheidstoets van artikel 83 EOV. Daartussen dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt. Beide voorwaarden voor octrooieerbaarheid dienen een ander doel. Dat het er bij de beoordeling van toegevoegde materie – anders dan bij de beoordeling van nawerkbaarheid – niet om gaat of een gemiddelde vakman de onderbouwing voor een door de octrooihouder gesteld therapeutisch effect zal kunnen vinden in bepaalde informatie, maar of de gemiddelde vakman een effect waarmee hij nog niet bekend is, zelf direct zal afleiden uit die informatie.

 

IEPT20221011, Hof Den Haag, Ferrari v Kitcar
De vormgeving van de (buitenkant van) de Auto, de velgen en de stoelen maken inbreuk op de auteursrechten van de Ferrari Daytona Spyder. Het hof oordeelt dat de Daytona Spyder sterk afweek van toentertijd bestaande vormgevingserfgoed en dat het daarnaast een iconische auto is, met als gevolg dat Ferrari een ruime beschermingsgomvang toekomt. Geïntimeerde heeft merkinbreuk gepleegd door het gebruik van alle afgebeelde identieke en overeenstemmende tekens. Verwarringsgevaar: publiek zal denken dat het om een auto van Ferrari gaat. Het hof acht slechte kwaliteit en grootte van de gebruikte tekens niet een reden om geen verwarringsgevaar bij het relevante publiek aanwezig te achten. Waarom dat zo zou zijn heeft [geïntimeerde] ook niet onderbouwd. Gedeeltelijke vernietiging inbreukmakende Auto. Het Bij de beoordeling van de vordering tot vernietiging moet rekening worden gehouden met de evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de gelaste maatregelen: totale vernietiging van de Auto niet proportioneel. 

 

IEPT20220920, Hof Den Haag, Tinnus v Koopman

Octrooi EP 948 van Tinnus geldig, met uitzondering van conclusie 6: Tinnus heeft de geldigheid van conclusie 6 niet (meer) verdedigd, waardoor het hof de nietigverklaring in zoverre zal toewijzen. Waterballonvuller van Koopman valt niet onder de beschermingsomvang van octrooi EP 948 van Tinnus: De waterballonvuller van Koopman voldoet niet ‘letterlijk’ aan de kenmerken. Beroep op equivalentie slaagt niet: er is geen redelijke mate van rechtszekerheid. Geen inbreuk op werkwijzeconclusies: De behuizing van de waterballonvullers van Koopman heeft geen meervoudig aantal gaten. Koopman heeft schade geleden door brief aan Action, persberichten en het beslag: De brief aan Action wekt ten onrechte de indruk dat de IE-rechten van Tinnus worden geschonden. Het eerste persbericht wekt de indruk dat de verhandeling van waterballonvullers van Koopman een inbreuk oplevert op de Gemeenschapsmodelrechten van Tinnus. Doordat de waterballonvullers van Koopman niet binnen de reikwijdte van de Gemeenschapsmodelrechten van Tinnus vallen, kon het beslag niet worden gebaseerd op de rechten van Tinnus. 

 

IEPT20220712, Hof Den Haag, LB11 v Hennessy
Uitputting merkrechten Hennessy aannemelijk. Met de vervolgens door LB11 overgelegde stukken heeft LB11 naar het oordeel van het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat de merkrechten op de in de facturen A tot en met E genoemde Hennessy-producten zijn uitgeput. Of de afnemer van Hennessy de producten (vervolgens weer) buiten de EER heeft gebracht, waarna wederinvoer heeft plaatsgevonden- zoals Hennessy c.s. niet onderbouwd suggereert- is evenmin relevant. Eenmaal uitgeputte merkrechten herleven immers niet.

 

IEPT20220628, Hof Den Haag, HVY v FKP
Opheffing van ten laste van FKP gelegde executoriale beslagen tot verhaal van in arbitrage tegen Russische Federatie toegewezen vorderingen op merken- en auteursrechten met betrekking tot Russische wodka. Omdat de rechten zich in het voor verhaal vatbare vermogen van de Russische Federatie bevinden en vast staat dat FKP geen schuldenaar is voor vorderingen waarvoor het beslag is gelegd, is de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar voor zover dit ten laste van en onder FKP is gelegd. Geen opheffing van het ten laste van de Russische Federatie gelegde beslag. Er is sprake van een lopende vernietigingsprocedure met betrekking tot de arbitrale vonnissen waarvoor het uitgangspunt geldt dat deze de tenuitvoerlegging niet schorst (art. 1066 lid 1 Rv). Beslagen IE-rechten hebben een andere dan een publieke bestemming.

 

IEPT20220531, Hof Den Haag, Delicasea v Bacardi

Schorsing tenuitvoerlegging ex artikel 351 Rv. Tenuitvoerlegging van het bevel van de rechtbank tot opgave geschorst voor zover dit meer omvat dan de door de rechtbank specifiek vastgestelde inbreuken. Voor zover het gaat om andere dan de Cotral en E .W. transacties legt het opgavebevel op Delicasea de last om voor iedere transactie zelf te beoordelen of daarbij al dan niet van een inbreukmakend handelen sprake is. Dat is in deze zaak een probleem omdat Delicasea het standpunt inneemt dat, voor zover zij in de relevante periode gebruik heeft gemaakt van Bacardi merken, het gaat om - samengevat - legitieme parallelhandel. Of dat verweer slaagt moet per transactie worden beoordeeld.

 

IEPT20220531, Hof Den Haag, Sonos v Google
Geen belang Sonos bij hoger beroep tegen onbevoegdheidsvonnis nu rechtbank Midden-Nederland eindvonnis heeft gewezen en dit voor Sonos niet tot nadelige gevolgen heeft geleid (de vorderingen van Google zijn afgewezen)band met de proceskosten voor Sonos geen belang meer bij het hoger beroep tegen het Onbevoegdheidsvonnis. Sonos zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in haar hoger beroep. Overigens is het standpunt van Sonos juist dat de verwijzende rechtbank Den Haag niet de bevoegdheid had om de bevoegde rechtbank Midden-Nederland een procesrechtelijk regiem (VRO) op te leggen dat die rechtbank niet kent

 

IEPT20220516, Hof Den Haag, Novartis v Mylan

Formeel octrooiverleningsmoment Europees octrooi is het moment van publicatie/openbaarmaking van de vermelding van de verlening (artikel 97(3) EOV, artikel 49(1) Row) en niet voor het moment waarop het recht, na materiële toetsing, vaststaat (de materiële vaststelling). Met die keuze van de (verdrags-)wetgever voor het moment van openbaarmaking is de rechtszekerheid gediend van ook degenen die geen weet (kunnen) hebben van een (mogelijke) eerdere materiële vaststelling. Aanspraak op redelijke vergoeding voor de periode tussen publicatie van de aanvrage en octrooiverlening (artikel 72 ROW). Geen plaats voor aanvullende bescherming op grond van onrechtmatige daad. Aanspraak op redelijke vergoeding uitputtende regeling. Geen misbruik van recht Mylan door gebruik te maken van de maanden voor de formele verlening. Alleen al door het feit dat Novartis een redelijke vergoeding zou kunnen verkrijgen, kan niet worden gezegd dat sprake is van een onevenredigheid tussen het belang van Mylan en het belang van Novartis.
 


IEPT20220516, Hof Den Haag, Longi v Hanwha
Uitleg van passage in recall-brief, terugroeping niet beperkt tot voor verdere verhandeling in voorraad gehouden inbreukmakende producten, maar strekt zich ook uit tot bedrijfsmatig gebruikte, geïnstalleerde inbreukmakende producten.

 

IEPT20220412, Hof Den Haag, Nestle v Impossible Food

INCREDIBLE BURGER maakt inbreuk op IMPOSSIBLE BURGER. Merk Impossible burger niet beschrijvend voor de waren waarvoor het merk is aangevraagd: merk is juist “anti-beschrijvend” en Nestlé heeft onvoldoende kunnen aantonen dat ‘impossible’ ook de betekenis van hoge kwaliteit heeft. Merk onderscheidend: het hof acht aannemelijk dat de aanduiding IMPOSSIBLE BURGER de verbeelding zal prikkelen en het relevante publiek zal aanzetten tot nadenken. Geen  registratie te kwader trouw. Nestlé gebruikt de aanduiding INCREDIBLE BURGER als merk: Nestlé gebruikt het merk op de verpakking van haar burgers en het publiek zal 'incredible' niet als een aanprijzing opvatten. Dit gebruik is niet in overeenstemming met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel als bedoeld iii artikel 14 UMV. INCREDIBLE BURGER maakt inbreuk op IMPOSSIBLE BURGER: sterke visuele en auditieve overeenstemming, geen begripsmatige overeenstemming, maar waren zijn identiek en verwarringsgevaar is aannemelijk.

 

IEPT20220329, Hof Den Haag, Fengh v Johnson & Johnson

StaplerFengh maakt zich schuldig aan slaafse nabootsing van de Ethicon staplers van Johnson & Johnson voor wondhechting bij chirurgische ingrepen: Ethicon-staplers hadden in februari 2016 een eigen gezicht op de Nederlandse markt. Er bestond voldoende mogelijkheid voor Fengh om voor een andere vormgeving van haar staplers te kiezen. Ook bestaat er gevaar voor indirecte verwarring. Onrechtmatige daad: Fengh heeft in strijd gehandeld met de wet- en regelgeving over medische hulpmiddelen.

 

IEPT20220322, Hof Den Haag, HP v SONT

Offline streaming copies/tethered downloads – die buiten internet om op het apparaat zelf –  beschikbaar worden gesteld in het kader van een betaalde streamingdienst) zijn geen privé- c.q. thuiskopieën waarvoor een thuiskopievergoeding geheven kan worden (artikel 16c Aw). Waar het gaat om offline streaming copies/tethered downloads is het SONT-besluit 2018 dus niet in overeenstemming met 16c Aw. Aannemende dat door een natuurlijke persoon zonder commercieel oogmerk voor privégebruik in de cloud opgeslagen kopieën een thuiskopie zijn (artikel 16c Aw) is een Nederlandse thuiskopievergoeding door HP cs verschuldigd. Omdat de (particuliere) eindgebruikers van de door HP c.s. verkochte smartphones, laptops en pc’s/tablets in Nederland wonen, ontstaat het nadeel in Nederland. Als vaststaand moet worden aangenomen dat heffing bij de cloudaanbieders in de praktijk niet goed te doen is.

 

IEPT20220301, Hof Den Haag, MFR v TU Delft

AVROTROS belanghebbende bij voorlopig getuigenverhoor in kwestie tussen MFR en TU Delft. Bij de beantwoording van de vraag of iemand belanghebbende is, speelt een rol in hoeverre deze door de uitkomst van de desbetreffende procedure zodanig in een eigen belang kan worden getroffen dat deze daarin behoort te mogen opkomen ter bescherming van dat belang, of in hoeverre deze anderszins zo nauw betrokken is of is geweest bij het onderwerp dat in de procedure wordt behandeld, dat daarin een belang is gelegen om in de procedure te verschijnen. Geen voldoende belang (artikel 3:303 BW) MFR bij voorlopig getuigenverhoor. Vordering jegens TU Delft wegens onjuiste metingen is verjaard.

 

IEPT20220301, Hof Den Haag, LONGi v Hanwha
Grensoverschrijdende bevoegdheid in kort geding. Nietigheidsverweer tast bevoegdheid inzake grensoverschrijdende verbodsvorderingen niet aan. Artikel 24(4) Brussel I bis staat er niet aan in de weg dat de voorzieningenrechter, die op basis van de woonplaats bevoegd is om kennis te nemen van een op inbreuk op een Europees octrooi gebaseerd grensoverschrijdend verbod, een voorlopig oordeel geeft over de nietigheidsverweren met betrekking tot die buitenlandse delen. Handhavingsgerechtigheid Hanwha aangenomen voor die landen waar zij als rechthebbende in het register is ingeschreven. Van de in artikel 256 Rv gegeven bevoegdheid om een gevorderde voorziening te weigeren vanwege ongeschiktheid om in kort geding te worden beslist moet terughoudend gebruik worden gemaakt. Beschermingsomvang octrooi. Gegeven de irrelevantie van de onbedoelde tussenlaag voor de met de uitvinding bereikte technische effecten zal de gemiddelde vakman aan de letterlijke bewoordingen van de conclusie op zichzelf beschouwd geen beperkende betekenis toekennen, in die zin dat de tussenlaag waarvan hij weet dat die zal ontstaan, is uitgesloten. Essentie van de uitvinding. Vakman - feitelijk uitvinder. Een Europees octrooi dient te worden uitgelegd vanuit het perspectief van de gemiddelde vakman, waarmee de feitelijk uitvinder niet op één lijn gesteld kan worden. Het in aanmerking nemen van het verleningsdossier bij de uitleg van een octrooiconclusie omvat niet mede verleningsdossiers van parallelle niet-Europese octrooien.

 

IEPT20220222, Hof Den Haag, Ferring v Allergan

Octrooirecht. Ferring eist de octrooiaanvragen van Allergan op omdat kennis is overgenomen en ontleend aan haar medewerkers. Er worden twee uitvinders toegevoegd aan het octrooiregister en één verwijderd. Geen verjaring, omdat er geen termijn geldt voor opeising van deOctrooirecht. Ferring eist de octrooiaanvragen van Allergan op omdat kennis is overgenomen en ontleend aan haar medewerkers. Er worden twee uitvinders toegevoegd aan het octrooiregister en één verwijderd. Geen verjaring, omdat er geen termijn geldt voor opeising van de aanvragen, wel binnen 5 jaar na publicatie ex 78 lid 7 ROW. Opeising divisionals en niet-Europese aanvragen succesvol.

 

IEPT20220222, Hof Den Haag, ASSIA v KPN
Octrooi op het gebied van datacommunicatie (DSL). Uitleg beschermingsomvang conclusie. Gezichtspunten, equivalentie, perspectief vakman en betekenis openbaar deel verleningsdossier. Uitleg ‘profile state transition matrix beperkt tot gebruik van een matrix. Aan het gebruik van een eenvoudig verwisselbare matrix inherente voordelen wezenlijk voor het bereiken van het doel van de uitvinding. Gelet op het wel noemen van alternatieven in de beschrijving, maar de beperking tot specifiek het gebruik van een matrix in de conclusies, zal de gemiddelde vakman – zeker gezien de beschreven daaraan inherente voordelen – aannemen dat voor de in de beschrijving wel geopenbaarde, maar niet in de conclusie geclaimde middelen geen bescherming wordt gezocht (‘disclosed but not claimed is disclaimed’). Uitleg ‘estimated data’. Estimated data zijn schattingen die worden gemaakt op basis van de door een controller, of DSL optimizer gegenereerde operationele gegevens. Estimated data zijn daarom betrouwbaar omdat deze afkomstig zijn van het datacommunicatiesysteem van de operator zelf en de schattingen aan de hand van beproefde methoden, zoals water-filling, kunnen worden gebaseerd op een groot aantal profiel-onafhankelijke gegevens. Geen inbreuk wegens ontbreken profielstatus-transitiematrix en gebruik van estimated data.

 

IEPT20220426, Hof Den Haag, van Haren v Airwair

Spoedeisend belang ondanks dat AirWair in september 2019 al op de hoogte was van de collectie van Van Haren.  Vordering strekt verder dan verbod tot het verhandelen van deze specifieke schoenen, er is sprake van inbreukmakend handelen zijdens van Haren dat een voortdurend karakter heeft en waardoor Airwair schade lijdt. Geel-stiksel-merk (YSBW-merk) is geldig. Hoewel beroep op de afwijzing van het verzoek tot vernietiging van het YSBW-merk bij Benelux Gerechtshof nog open staat, ziet het hof in deze kortgedingprocedure in de beslissing van het BBIE aanleiding om van de geldigheid van het YSBW-merk uit te gaan. Of YSBW-merk aanstonds voldoende onderscheidend vermogen had, kan in het midden blijven; onderscheidend vermogen door inburgering verkregen. Verwarringsgevaar. Hoge mate van overeenstemming door onderscheidende gele kleur. Versieringsargument Van Haren gaat niet op. Bij beoordeling verwarringsgevaar gaat het om de perceptie van het publiek, niet om de intentie van Van Haren. Vorderingen ten aanzien van schoenen met ander kleur stiksel afgewezen.

 

IEPT20220208, Hof Den Haag, Facebook v Tommy Hilfiger

Nederlandse rechter enkel bevoegd inzake in Nederland intredende schade van online publicaties, zoals advertenties en accounts voor zover eiser zich beroept op in Nederland beschermde rechten, zoals Nederlandse  auteursrechten of anderszins in Nederland onrechtmatig wordt gehandeld (locus damni). Nederland kan niet worden aangemerkt als de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis (locus actus). Het niet-verstrekken van de gegevens kan niet worden gesitueerd in Nederland, omdat niets erop wijst dat het besluit van Facebook om de gegevens niet te verstrekken in Nederland is genomen. 
 

IEPT20220208, Hof Den Haag, VCS v EN-S
EN-S jegens VCS aansprakelijk uit hoofde van garantie- en vrijwaringsverklaring. Uitputtingsverweer onvoldoende gemotiveerd. Vrij-verhandelbaarheidsgarantie. EN-S kan zich niet aan zijn aansprakelijkheid onttrekken met het betoog dat hij niet kan controleren of VCS in de hoofdzaak de juiste weren heeft gevoerd. Geen beroep op eigen schuld of rechtsverwerking: Met de vrijwaringsverklaringen hebben partijen afspraken gemaakt over de verdeling van het risico indien de schoenen - ondanks de inspectie en de verklaring van de advocaat van SMATT - inbreukmakend zouden blijken te zijn. VCS, behoudens tegenbewijs, geslaagd in het bewijs dat de Schoenen van EN-S afkomstig zijn.