2023 Hof Den Haag

Print this page

IEPT20231219, Hof Den Haag, Vanguard v Glutton

Hof vernietigt vonnis rechtbank. Glutton is geen werk in de zin van de auteurswet: dertien van de veertien kenmerken zijn uitsluitend technisch bepaald en ook de combinatie van elementen heeft een technische functie. Geen inbreuk auteursrecht kenmerk 8 Glutton: vormgeving Vanguard verschilt van Glutton. Geen sprake van slaafse nabootsing: de afvalzuigers zijn zakelijke producten die door professionele inkopers worden aangeschaft, waardoor minder snel verwarringsgevaar ontstaat. Ook de eigen gezicht-kenmerken van Glutton zijn technisch bepaald. Verder geen verwarringsgevaar vanwege verschillen in vormgeving 

 

IEPT20231212, Hof Den Haag, SEaB v TWT
Afwijzing inzagegebod ex artikel 843a Rv: geen redelijk vermoeden van dreigende inbreuk octrooi. Uit het voorgaande volgt dat uit de door SEaB gestelde feiten en omstandigheden geen redelijk vermoeden kan worden afgeleid van een (dreigende) inbreuk op deelkenmerk v/iii, zodat reeds daarom geen sprake is van (dreigende) inbreuk op de octrooi.

 

IEPT20231212, Hof Den Haag, The Body Shop v Rituals

Gebruik als merk van de woorden RITUAL en RITUALS door The Body Shop. Niet uitgesloten dat het relevante publiek het teken (mede) opvat als aanduiding van herkomst uit een bepaalde onderneming. Er is niet uitsluitend sprake van beschrijvend gebruik. Niet geringe mate van overeenstemming RITUAL-tekens (“relaxing ritual”, “revitalising ritual”, “blisfull ritual” en “firming ritual” en de vertalingen hiervan) en Rituals merken. Reëel (direct en indirect) verwarringsgevaar met bekende merk Rituals door het in het oog springende herhaalde en gelijkblijvende, in hoofdletters gedrukte, woord ‘RITUAL’ in de SOTW-tekens van The Body Shop. Geen sprake van eerlijk gebruik in nijverheid en handel door specifieke en prominente wijze van niet beschrijvend gebruik van de woorden ‘ritual’ en ‘rituals’. Mogelijkheid van schade aannemelijk. Verwijzing naar schadestaat.

 

IEPT20231128, Hof Den Haag, HE Licenties v Orchid Gardens 
Voortbrengselconclusies NL 904 zijn niet nieuw. Dat de Phalaenopsis orchideeën die VG Colours voorafgaand aan de prioriteitsdatum op de markt bracht alle kenmerken vertonen van de conclusies 11 tot en met 13 en 15 van NL 904 blijkt genoegzaam uit de foto’s die Orchid Gardens c.s. heeft overgelegd. Orchid Gardens maakt geen inbreuk op de werkwijzeconclusies van NL 904 en EP 287. Orchid Gardens c.s. heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de geclaimde werkwijze niet toepast en meer in het bijzonder dat, voor zover haar orchideeën een groter gat bevatten, dat gat niet wordt gevormd voordat het gat wordt onderworpen aan de kleursubstantie. Bekrachtiging opheffing beslagen en wapperverbod. In dit geval gaat het wat betreft NL 904 om een niet-vooronderzocht octrooi. Dat brengt mee dat HE Licentie minder grond heeft om erop te vertrouwen dat het octrooi stand zal houden in een oppositie- of een nietigheidsprocedure.

 

IEPT20231017, Hof Den Haag, Djoko 
Sprake van geldig Uniemerk WILLIAM DJOKO, geen depot ter kwader trouw. Djoko was niet bekend met de artiestennaam ‘DJOKO’ door [appellant] en had geen bedoeling hierbij aansluiting te zoeken. [appellant] kan zich niet beroepen op ouder recht van plaatselijke betekenis. Djoko heeft als eerste handelsnaamrechten verkregen voor zijn gebruik van de naam WILLIAM DJOKO. Merkinbreuk (sub b). Geen sprake van neutralisatie van auditieve en visuele overeenstemming WILLIAM DJOKO en DJOKO door begripsmatig verschil: [appellant] heeft in deze procedure onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij bij het relevante publiek een zo grote bekendheid heeft, dat het overgrote deel daarvan de naam Djoko met zijn persoon in verband brengt. Verwarringsgevaar aangenomen. Djoko heeft overigens voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat er gevallen van verwarring zijn opgetreden. Gebod om te bewerkstelligen dat anderen een handeling verrichten/iets nalaten om iedere inbreuk op het Uniemerk te doen staken, is toelaatbaar, in het bijzonder als het gaat om [appellant]’s managementkantoor en platenlabels, waarmee overeenkomsten zijn gesloten. Maximering dwangsommen. Niet proportioneel dat [appellant] voor het verleden al een zeer hoog bedrag aan dwangsommen zou hebben verbeurd.

 

IEPT20231010, Hof Den Haag, Tomra v Kiremko
Geen inbreuk bij wege van equivalentie. Geen passende bescherming voor aspect ratio van minder dan 1,15:1 nu in het octrooischrift een leer die duidelijk maakt dat hetzelfde technische effect kan worden bereikt met drukvat-vormen die een aspect ratio hebben van minder dan 1,15:1 ontbreekt. Uitleg van conclusiekenmerk “een bol met tegenover elkaar gelegen, afgeplatte zijvlakken (42, 43)”: is beperkt tot aspectratio A:B gelijk aan of groter dan 1.15:1. De beschrijving biedt voor de gemiddelde vakman geen aanknopingspunten om te veronderstellen dat een drukvatvorm met een aspect ratio lager dan 1.15:1 nog enig relevant technisch effect sorteert. […]. Bij gebreke van dergelijke aanknopingspunten zal de gemiddelde vakman een aspect ratio van ten minste 1.15:1 als ondergrens beschouwen. Geen (letterlijke) inbreuk. Uitgaande van de aan conclusie 1 te geven uitleg dat een drukvat volgens de uitvinding ten minste een aspect ratio van 1,15:1 dient te hebben, wordt met de drukvaten die door Kiremko worden aangeboden geen letterlijke inbreuk gemaakt op conclusie 1 van EP 385.

 

IEPT20231003, Hof Den Haag, HBM
Terugwerkende kracht nietigheid kwekersrecht op grond van rechtstreekse werking artikel 21 UPOV-verdrag. De regeling van art. 75 lid 4 en 77 lid 2 ZPW 2005 waarin de vernietiging van het kwekersrecht pas werkt vanaf de datum van vernietiging en deze (in het geheel) geen terugwerkende kracht heeft, is gezien het voorgaande in strijd met het bepaalde in art. 21 UPOV verdrag.Strong Energy was een algemeen bekend ras op 13 juni 2013, toen HBM een aanvraag voor verlening van een kwekersrecht indiende voor Strong Strike. Algemene bekendheid is bekendheid bij vakgenoten (‘relevant communities’). Proceskostenveroordeling nietigheidsprocedure ex artikel 1019h Rv. Het instellen van de nietigheidsvorderingen door [de B.V.] kan daarom worden aangemerkt als een vooruitgeschoven verweer tegen dreigende rechtshandhaving, dat valt onder het toepassingsbereik van art. 1019h Rv.

 

IEPT20230919, Hof Den Haag, PK v Vemedia
LucovitaalLUCOVITAAL v LEEFVITAAL. Rechtsverwerking wegens bewust gedogen gebruik gedurende vijf jaar. Gebruik LEEF VITRAAL als merk. LEEF VITAAL werd consistent op producten gebruikt om producten te onderscheiden naar herkomst van producten met een andere herkomst. Rechtsverwerkingsverweer vereist niet dat de merkhouder is tussengekomen. De tekst van die bepalingen wijst er niet op dat alleen de jongere merkhouder zelf een beroep kan doen op dat verweer en dat die daartoe moet tussenkomen in een inbreukprocedure tussen de oudere merkhouder en een licentienemer van de jongere merkhouder. Geen depot te kwader trouw LEEFVITAAL in 2007: Vemedia had een legitiem doel bij het depot, dat dit ook paste bij de al jaren door haar gebruikte en gedeponeerde tekens voor identieke of overeenstemmende waren, en dat daarmee sprake was van een begrijpelijke commerciële merkstrategie. Dat de vormgeving van het beeldelement is aangepast doet daar niet aan af. Geen merkinbreuk voor zover geen sprake van rechtsverwerking. Wegdenken LEEF VITAAL merk bij de dan te maken vergelijking. Geen enkele overeenstemming verpakkingstekens 2 en de merken. Bovendien geen sprake van het vereiste verwarringsgevaar (sub b) of verband (sub c).

 

IEPT20230912, Hof Den Haag, Basic Holding v Afire
Conclusie 1 moet zo worden uitgelegd dat een sfeerhaard dat een bed heeft met één opening ook onder de beschermingsomvang van EP 941 valt. De letterlijke tekst van de conclusie duidt op een bed met meerdere openingen, maar de vakman zal naar het oordeel van het hof op basis van zijn algemene vakkennis en de leer van het octrooi begrijpen dat het voor de toepassing van de in r.o. 6.23 geformuleerde uitvindingsgedachte niet uitmaakt of het bed één of meerdere openingen heeft. Objectieve technische probleem EP 941: ten onrechte het tweede voordeel dat met de verschilmaatregelen wordt bereikt (ontwerpvrijheid) buiten beschouwing gelaten en de verplaatsing van waterdamp naar boven het bed mag niet bij de formulering van het probleem worden betrokken, omdat dat een ‘pointer’ naar de oplossing betreft.  Algemene vakkennis van gemiddelde vakman. Gillette-verweer afgewezen. Uitgaande van de uit WO 664 bekende sfeerhaard is het betrekken van luchtbevochtigers bij het aanbrengen van verbeteringen een inventieve stap.

 

IEPT20230815, Hof Den Haag, BMS v Sandoz cs
Plausibiliteit en problem-solution-approach – uitleg beslissing G 2/21 Grote Kamer van Beroep EOB. Vereist dat voor de gemiddelde vakman met gebruikmaking van zijn algemene vakkennis op de prioriteitsdatum uit de aanvrage afleidbaar (“derivable”) is dat het gestelde technisch effect door de technische leer daarvan wordt omvat en dezelfde daarin geopenbaarde uitvinding belichaamt. Niet vereist dat reeds in de aanvrage bewijs is opgenomen dat het gestelde technische effect zich daadwerkelijk voordoet of dat dit in de aanvrage aannemelijk wordt gemaakt. Onder ”technische leer” (”technical teaching”) van een octrooi dient te worden verstaan ‘hetgeen aan de gemiddelde vakman wordt geleerd over hoe het technische probleem met technische middelen kan worden opgelost’. Als de aanvrage aan de toets van G2/21 voldoet, mag nog bewijs worden aangedragen dat het gestelde effect ook daadwerkelijk optreedt, waarna het bewezen effect mag worden meegewogen bij de inventiviteitsbeoordeling. EP 415 doorstaat de inventiviteitstoets volgens G2/21. EP 451 noemt technisch effect – verbeterde factor Xa remming – uitdrukkelijk en specifiek als de primaire doelstelling van het octrooi. Naar voorlopig oordeel kan de gemiddelde vakman uit de aanvrage afleiden dat apixaban de meest veelbelovende factor Xa-remmer is. Geen toegevoegde materie. Rechtsgeldig ingeroepen prioriteitsrecht. Afweging van belangen leidt niet tot afwijzen inbreukverbod vanwege o.m. de onherstelbare prijserose die optreedt door de aanwezigheid van én goedkoper generiek product. 

 

 

IEPT20230808, Hof Den Haag, Barco v Delta
Gefabriceerd wijs van inbreuk – schending waarheidsplicht (art. 21 Rv).  Grensoverschrijdend verbod gefabriceerd bewijs te gebruiken in enige procedure jegens Delta voor alle landen waarin Barco’s octrooi van kracht was. Door strijd met artikel 21 Rv staat misbruik van procesrecht niet vast. Anders dan Delta aanvoert, brengt het hiervoor vastgestelde handelen door Barco in strijd met artikel 21 Rv nog niet met zich dat reeds daarmee vast staat dat Barco zich ook schuldig heeft gemaakt aan misbruik van (proces)recht door het tegen beter weten in beginnen en voortzetten van een procedure tegen Delta. Barco wordt veroordeeld de kosten die Delta heeft gemaakt ten aanzien van het verweer tegen de specifieke, tegen beter weten in aangevoerde directe octrooi-inbreukgrondslag, volledig te vergoeden.

 

IEPT20230718, Hof Den Haag, Barco v Kindermann
€  75.754,89 proceskostenvergoeding na intrekking vorderingen drie weken voorafgaand aan mondelinge behandeling van 27 maart 2023 na volledige herroeping van het octrooi door Oppositieafdeling tijdens de zitting van 8 juni 2022 

 

IEPT20230725, Hof Den Haag, Douwe Egberts v Belmoca
Weigering uitbreiding van de grondslag van de vorderingen ex EP 521 met EP 333 wegens strijd met goede procesorde. De geldigheids- en inbreukargumenten ten aanzien van EP 521 en EP 333 verschillen op een zeer wezenlijk punt, waardoor een sterke samenhang tussen de Octrooien ontbreekt en een geheel nieuw – en onvoldragen – debat geopend wordt. Vakman (m/v) zal het kenmerk “plastisch trekken over” ( “plastically drawn over”), gelezen in het licht van de beschrijving en tekeningen, zo begrijpen dat er sprake moet zijn van door een neerwaartse beweging van het omsluitende deel veroorzaakte meridionale trekspanningen in het materiaal van de zijwand van de capsule die leiden tot een blijvende vervorming van dat materiaal in axiale richting (al dan niet naast trekspanningen en/of vervormingen in andere richtingen). Geen (indirecte) inbreuk. De Belmio capsules voldoen niet aan het kenmerk dat zij bij gebruik plastisch over de voorste rand van het omsluitende deel van de Nespresso-machine worden getrokken en de zijwand van de Belmio Capsules bij gebruik blijvend vervormt in neerwaartse richting door trekspanningen in meridionale richting.

 

IEPT20230620, Hof Den Haag, Mexx v G-Maxx
MexxGeen reëel verwarringsgevaar vanwege verschillende totaalindrukken MEXX-merken en G-maxx. Ondersteund door marktonderzoek. De behoorlijke auditieve overeenstemming weegt niet op tegen de geringe visuele overeenstemming en het feit dat er geen begripsmatige overeenstemming is. Dat er geen reëel gevaar voor verwarring is, wordt overigens niet alleen bevestigd door het Markteffect-onderzoek van Mexx International van 18 augustus 2020 (zie productie 46 akte wijziging van eis) maar ook door het Associatieonderzoek van G-maxx van 20 juni 2020. Geen ongerechtvaardigd voordeel uit of afbreuk aan onderscheidend vermogen van de MEXX-merken. Naar het oordeel van het hof ligt het niet voor de hand dat kan worden geprofiteerd van de aantrekkingskracht of reputatie van een kledingmerk dat bij aanvang van het gebruik van het eigen teken (2016) al acht jaar (sinds 2008) met teruglopende verkoopresultaten kampt en twee jaar eerder (2014) zijn webshop heeft moeten sluiten en daarna failliet is gegaan. Afbreuk aan het onderscheidend vermogen van de MEXX-merken onvoldoende onderbouwd. De enkele stelling dat een verband zal worden gelegd omdat de Mexx-merken bij 63% van de ondervraagden bekend zouden zijn en dat dus ook kan worden aangenomen dat afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de merken is daarvoor onvoldoende.


IEPT20230516, Hof Den Haag, Tuinontwerper v Hoveniersbedrijf

Tuinontwerper spreekt verkeerde hoveniersbedrijf aan, niet verantwoordelijk voor verspreiden foto’s via folder of website. [verweerder] is niet de opdrachtgever van de domeinnaamhouder, gebruikt niet het e-mailadres en hanteert niet het telefoonnummer

 

IEPT20230502, Hof Den Haag, Multimox v Sanyang

Grieven Multimox slagen, vorderingen ten aanzien van modellen 02 en 04 worden alsnog afgewezen: onvoldoende bewijs dat Sanyang rechthebbende is ten aanzien van modellen. Sanyang moet de modellen 02 en 04 weer (terug) overdragen aan Multimox. Sprake van geldige overdracht van modellen 01 en 03 aan [appellant 2], die ze op zijn beurt heeft overgedragen aan Multimox: modellen 01 en 03 zijn niet wegens nietigheid van de modeloverdracht aan [appellant 2] in de failliete boedel van MM-Exclusief gebleven. 
 

IEPT20230328, Hof Den Haag, Corbin v Pelvitec
Octrooirecht. Een naaldgeleider die in combinatie met een handheld ultrasone sonde wordt gebruikt bij de uitvoering van transperineale prostaatbiopsies. Toegangsnaald vormt geen structureel kenmerk van de geclaimde naaldgeleider. Naaldgeleider werd volledig door stand van de techniek geanticipeerd door UA1232. Niet nieuw en dus nietig octrooi.
 

IEPT20230307, Hof Den Haag, Corrosion v X Consultancy

Vermoeden van schending van een geheimhoudingsclausule in een overeenkomst van opdracht in het kader van de ontwikkeling van een anti-corrosiesysteem voor gebruik in de offshore sector. Toegewezen art. 843a Rv-incident, opdat bescheiden met bepaalde zoektermen moeten worden overlegd.

 

IEPT20231003, Hof Den Haag, Prijsvrij/D-reizen v Consumentenbond

Vordering tot rectificatie van een publicatie van de Consumentenbond over transparantie van prijzen bij reisaanbieders afgewezen (artikel 6:167 BW). ‘Grootschalige prijsmisleiding’ is een waardeoordeel dat in voldoende mate berust op het verrichte onderzoek. Onderzoek niet ondeugdelijk of manipulatief. De mededeling dat ‘alle reisaanbieders de bevindingen van de Consumentenbond erkennen’ niet onrechtmatig. Geen rechtmatige belang inzage ex 843a Rv.

 

IEPT20230228, Hof Den Haag,  Stratco v HSWT 
Geen inbreuk door gebruik van de Uniemerken van Stratco. Impliciete toestemming Stratco tot voortgezet merkgebruik Uniemerken in het kader van onderhandelingen. Geringe mate overeenstemming woordmerk HYET en het teken HSWT. Naar het oordeel van het hof is auditief (fonetisch) en visueel slechts sprake van zeer geringe mate van overeenstemming tussen het woordmerk HYET en het teken HSWT. Geen begripsmatige overeenstemming. Geen verwarringsgevaar woordmerk HYET en het teken HSWT. Bij de beoordeling van het verwarringsgevaar dient verwarring die uit deze aan Stratco c.s. toe te rekenen gedragingen voortkomt en die niet berust op de onder 6.26 genoemde vergelijking, buiten beschouwing te blijven. Dit geldt ook voor verwarring die inherent is aan een (onder een stilzwijgende licentie plaatsgevonden) transitie naar een nieuwe eigenaar en nieuwe productnaam, zeker onder de hiervoor genoemde omstandigheden. Bevoegdheid jegens HSWT France op grond van inbreukmakende producten in Nederland niet grensoverschrijdend (artikel 125(5) UMeV jo artikel 126(2) UMeV). 
 


IEPT20230131, Hof Den Haag, Taishan v JFS
Geschil tussen Nederlandse en Chinese producenten van turntoestellen. Fictief (werkgevers)makersschap vereist niet dat de arbeidsovereenkomst een bepaling over de allocatie van auteursrechten bevat. Enkel inbreuk op auteursrechten en modelrechten van de springtafel, niet voor de andere toestellen.

 

IEPT20230117, Hof Den Haag, Gia v Gallup

gallupGallup-merken normaal gebruikt. Marktonderzoeken en opinieonderzoeken geen voldoende duidelijk van  elkaar te onderscheiden categorieën. Uit stukken blijkt dat onmiskenbaar een verband bestaat tussen gebruik van de Gallup handelsnaam met de door Gallup onder die naam aangeboden diensten – en de naam dus óók als herkomstaanduiding fungeert – zodat in die gevallen dan óók sprake is van merkgebruik. Gallup Analytics abonnementen moet worden beschouwd als de commerciële exploitatie van de data verkregen uit de Gallup World Poll opinieonderzoeken – normaal gebruik Dienstmerken. Aanduiding “From Gallup” op boeken zal worden begrepen als verwijzing naar de diensten waarvoor Gallup bekendheid geniet – normaal gebruik van het Merk 1971.