2017 1e halfjaar Merkenrecht

Print this page

IEPT20170627, Hof Den Haag, Tommy Hilfiger
Bestuurdersaansprakelijkheid appellant [X] voor merkinbreuk Tommy Hilfiger. Sprake van persoonlijk handelen door appellant verricht waarbij hem zelf een ernstig verwijt moet worden gemaakt: vervalste facturen, prijzen ver onder whole sale en e-mails waarin wordt gesproken van kleding die via de achterdeur van de fabriek op de markt worden gebracht. Appellante [Y] niet als bestuurder aansprakelijk voor merkinbreuk: omstandigheden aangebracht door TH dat echtgenoot [X] in eerdere procedures was betrokken en dat er facturen die correspondeerden met facturen in een computer onder een tabblad met haar naam erop, bij een inbeslagname waren aangetroffen, acht het hof onvoldoende.

IEPT20170621, Rb Den Haag, Hygro v Futurecare

Inbreuk op octrooi EP 154 voor ‘adjustable reflector device’ voor Adjust-A-Wings lamparmaturen: niet gereageerd op weerlegging nietigheidsargumenten, inbreuk niet betwist. Inbreuk op Uniewoordmerken ADJUST A WINGS en SUPER SPREADER: stelling dat merken niet beschrijvend zijn niet meer weersproken, inbreuk niet betwist. Geen auteursrecht op vormgeving Adjust-A-Wings: onvoldoende onderbouwd dat vormgeving niet uitsluitend technisch bepaald is. Geen auteursrecht op verpakking Adjust-A-Wings: creatieve keuzes onvoldoende onderbouwd. Wel auteursrechtinbreuk op gebruiksaanwijzing: ontegenzeggelijk creatieve keuzes gemaakt, gebruik kopie niet betwist. Geen volledige proceskostenveroordeling toegewezen: proceskosten bij onttrekking advocaat slechts ex art. 1019h Rv begroot indien vast staat dat kostenspecificatie aan wederpartij kenbaar is gemaakt,  geen ontvangstbewijs specificaties overgelegd.

IEPT20170620, Rb Den Haag, TrendyHair v Shops4youonline
Aanleiding te veronderstellen dat bodemrechter bewijslast merkinbreuk bij eiser TrendyHair c.s. zal leggen vanwege reëel gevaar op afscherming van de markt door eiseres: reëel gevaar dat TrendyHair tegen de distributeurs van Shops4youonline zal optreden wanneer hun identiteit in het kader van bewijs wordt vrijgegeven. Stelling TrendyHair dat zij haar beleid met betrekking tot de prijsstelling en passieve verkoopverbod heeft gewijzigd verworpen: geen enkel bewijs of communicatie aan distribiteurs waar dit uit blijkt. Merkinbreuk niet aannemelijk: door TrendyHair geen stukken in geding gebracht waar merkinbreuk uit blijkt.

 

IEPT20170608, HvJEU, WF Gozze Frottierweberei v Verein Bremer Baumwollborse
Gebruik individueel Uniemerk als keurmerk is geen normaal gebruik. Wel normaal gebruik betreft het gebruik van dat merk als daardoor de consument de waarborg wordt geboden dat de betrokken waren afkomstig zijn van dezelfde onderneming en dat deze waren zijn vervaardigd onder de controle van deze onderneming die kan worden geacht in te staan voor de kwaliteit daarvan. Een individueel merk  kan op grond van artikel 52, lid 1, onder a), en artikel 7, lid 1, onder g) 207/2009, niet nietig worden verklaard als de merkhouder niet regelmatig kwaliteitscontroles uitvoert bij zijn licentienemers. Een merk kan nietig verklaard worden als de inschrijving als zodanig misleidend is. De bepalingen van 207/2009 betreffende de collectieve Uniemerken kunnen niet mutatis mutandis worden toegepast op de individuele Uniemerken.


IEPT20170606, Rb Amsterdam, SED v Artikel 1

Benelux beeld-/woordmerken “Artikel 1” geldig: voorshands aangenomen dat woordmerk onderscheidend vermogen heeft en niet beschrijvend is door inschrijving bij BBIE. Geen depot te kwader trouw van woordmerk kort na oprichting partij “Artikel 1”: depot diende ter (betere) bescherming van oudere rechten SED. Woord- en beeldmerk gebruikt ter onderscheiding diensten SED (beleidsadviezen, trainingen, workshops en debatten). Partij Artikel 1 gebruikt naam in economisch verkeer: sprake van zakelijke activiteiten, bestaande uit inkomsten van leden en uitgaven voor het partijbureau en lezingen. Partijnaam “Artikel 1” maakt inbreuk (sub a) op Benelux woord-/beeldmerken “ARTIKEL 1”: visueel, auditief en begripsmatig zijn merk en teken gelijk en dezelfde diensten. Verwarringsgevaar tussen Benelux-woord/beeldmerken “ARTIKEL 1” en partijnaam “Artikel 1”. Niet uit te sluiten dat SED zich in bodemprocedure op artikel 2.20(1) sub d BVIE kan beroepen.


IEPT20170530, Hof Den Haag, Spartan Race v TERN

Onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Uniemerken van Spartan Race bekende merken zijn in de zin van artikel 9 lid 2 sub c UMVo: ingebrachte stukken duiden niet op groot marktaandeel in de EU, reclame-inspanningen en publiciteit vooral gericht op VS.  Beroep op Uniewoord-/beeldmerk voor kleding en sportartikelen SPARTAN RACE verworpen: waren niet soortgelijk aan tv-programma SPARTAN X waarin deelnemers Spartaanse opdrachten uitvoeren. Beroep op Uniewoordmerk voor kleding en organisatie van obstacle races SPARTAN RACE eveneens verworpen: ook obstacle races niet soortgelijk aan tv-programma. Zelfs indien enige soortgelijkheid wordt aangenomen is geen sprake van verwarringsgevaar: weliswaar enige overeenstemming tussen merk en teken wegens identieke bestanddeel SPARTAN,  overeenstemming beperkt door afwijking in meest onderscheidende bestanddeel, SPARTAN RACE heeft op zijn best zeer beperkt onderscheidend vermogen voor obstacle races. Ook geen verwarringsgevaar tussen teken SPARTAN X en merk SPARTAN UP dat onder meer is ingeschreven voor publicaties op het gebied van lichaamsoefening inclusief video-opnamen: merk heeft hooguit beperkt onderscheidend vermogen, beperkte overeenstemming tussen merk en teken.

 

IEPT20170523, Hof Amsterdam, Ravensburger v Jaludo

Woordmerk ‘MEMORY’ onderscheidend voor spellen: feit dat het kaartspel draait om geheugen maakt het merk niet zuiver beschrijvend, Ravensburger heeft steeds opgetreden tegen beschrijvend gebruik waardoor geen sprake is van verwording tot soortnaam door haar toedoen of nalaten. Jaludo maakt inbreuk door gebruik van het woord ‘memory’ voor digitale kaartspellen: gebruik op manier die door publiek als herkomstduiding kan worden opgevat en niet slechts in beschrijvende zin, suggestie van verband met merkhouder Ravensburger. Voor zover geen sprake is van gebruik ter onderscheiding van waren of diensten is voldoende aannemelijk dat sprake is van inbreuk ‘sub d’ (gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten): voldoende aannemelijk dat Jaludo ongerechtvaardigd voordeel trekt uit/afbreuk doet aan onderscheidend vermogen MEMORY. 

 

IEPT20170523, Hof Arnhem-Leeuwarden, Fuelplaza v Gaos

Geen inbreuk ‘sub d’ op beeldmerk OK door houden domeinnaam ok.nl: weliswaar sprake van gebruik, onderscheidend voor tankstations en sprake van overeenstemming tussen beeldmerk en domeinnaam maar geen afbreuk aan reputatie OK door mededeling dat website door een ander is geregistreerd, onvoldoende onderbouwd dat sprake is van ongerechtvaardigd voordeel trekken en geldige reden voor gebruik nu ok.nl werd geregistreerd vóór het OK beeldmerk werd gebruikt of reputatie genoot. Geen onrechtmatige daad: houden 16-tal beschrijvende domeinnamen onvoldoende voor aannemen grootscheepse domeinnaamkaping, domeinnamen mogen met winst worden verhandeld en geen verplichting om domeinnaam te gebruiken.

 

IEPT20170518, HvJEU, Hummel v Nike
Een in een lidstaat gevestigde juridisch onafhankelijke dochtervennootschap van een niet in EU gezetelde moedermaatschappij is een “vestiging” van deze moedermaatschappij (artikel 97(1) UmeV), wanneer deze dochter een centrum van werkzaamheid is dat, in de lidstaat waar zij is gelegen, beschikt over een vorm van werkelijke en stabiele aanwezigheid van waaruit een bedrijfsactiviteit wordt verricht, en zich naar buiten duurzaam manifesteert als het verlengstuk van de moedermaatschappij.


IEPT20170517, Rb Den Haag, FKP v Spirits

Geen ruimte voor heroverweging oordeel bevoegdheidsincident (IEPT20140514) over bevoegdheid rechtbank: kan alleen in hoger beroep worden bestreden. Beslissingen tot en met tussenarrest Hoge Raad in Rotterdamse procedure hebben kracht van gewijsde tussen FKP en Spirits International. Geen gezag van gewijsde tussen andere partijen in deze procedure. USSR was rechthebbende (eigenaar) van de merken, terwijl de VVO bevoegd was te handelen als ware zij eigenaar was van het aan haar toegewezen staatseigendom. VVO omgezet in FGUP en FGUP verkreeg de aan VVO verleende rechten tot beheer staatseigendommen. Geen transformatie van VVO naar VAO. Geen nietigheid overeenkomst tot verkoop merken tussen ZAO en Spirits International: sluiten overeenkomst met beschikkingsonbevoegde onvoldoende voor nietigheid. Beoordeling of verkrijging merken door ZAO en Spirits te goeder trouw was beoordeeld aan de hand van lex loci protectionis (per land waar bescherming merk wordt ingeroepen). Partijen mogen zich per land uit te laten over rechtsregels op verkrijging te goeder trouw van nationale merken. FKP mag zich uitlaten over grondslag per land voor gevorderde gebod om mee te werken aan wijziging tenaamstelling. Partijen mogen zich per land uitlaten over recht dat geldt voor verjaring gebod om mee te werken aan wijziging tenaamstelling. Spirits IntPro mag zich per betrokken land uitlaten over of zij zich op rechtsverwerking beroept t.a.v. gebod om mee te werken aan wijziging tenaamstelling en wat toepasselijk recht is. Partijen mogen zich uitlaten over nationaal recht m.b.t. verjaring en rechtsverwerking inbreukvorderingen en schadevorderingen. Partijen mogen zich uitlaten over nationaal recht m.b.t. verjaring en rechtsverwerking inbreukvorderingen en schadevorderingen. Regeling m.b.t. verkrijging te goeder trouw van Gemeenschapsmerk toegepast op verkrijging te goeder trouw Beneluxmerk. Vraag of Sprits International VO-Beneluxmerken te goeder trouw heeft verkregen beheerst door Nederlands recht.

 

IEPT20170517, HvJEU, EUIPO v Deluxe Entertainment

Gerecht EU  heeft  blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te stellen dat de in de inschrijvingsaanvraag van het merk 'Deluxe' vermelde waren en diensten dermate van elkaar verschillen wat de aard, kenmerken, bestemming en verkoopwijze dat ze geen homogene categorie kunnen vormen waarvoor kamer van beroep een globale motivering kan hanteren in het kader van de absolute weigeringsgronden: voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat alle betrokken waren en diensten, ondanks hun verschillen, een gemeenschappelijk kenmerk konden hebben dat indeling in een groep kon rechtvaardigen.


IEPT20170511, HvJEU, Yoshida v EUIPO
Dat een teken sier- of fantasie-elementen bevat, sluit de toepassing van de weigeringsgrond van artikel 7(1) onder e), ii) UMeV (vorm of ander kenmerk noodzakelijk voor technische uitkomst) niet uit, voor zover deze elementen geen belangrijke rol spelen in de vorm van de betrokken waar waarvan alle wezenlijke kenmerken aan een technische functie moeten beantwoorden. Onderscheidend vermogen van een teken kan niet de toepassing van de weigeringsgrond van artikel 7(1) onder e), ii) UMeV beletten.

IEPT20170510, Rb Den Haag, MTA v CCC
Gebruik aanduiding “Meering” als handelsnaam CCC, althans de familienaam van haar vennoten niet in overeenstemming met eerlijke gebruiken in handel en nijverheid: CCC gebruikt de naam "J. Meering" op een manier die veel verder gaat dan nodig is om de familienaam aan te duiden. CCC kan zich niet beroepen op een ouder recht van plaatselijke betekenis: gebruik van "Meering" voor touringcars sinds 1996 gestaakt. Beroep CCC op rechtsverwerking slaagt niet: het gedogen van MTA van het gebruik van Meering op oldtimerbussen verhindert handhaving van MTA van haar merk op gewone touringcars niet. Teken “J. Meering” maakt inbreuk op Beneluxwoordmerk “MEERING”: verwarringsgevaar door gebruik voor zelfde diensten, visuele en auditieve overeenstemming en een groot onderscheidend vermogen. CCC heeft geen geldige reden om inbreukmakende domeinnamen geregistreerd te houden: handelsnaaminbreuk CCC is niet enkel "Meering", maar "Almere-Tours J. Meering", CCC is gevestigd in zelfde regio als MTA (Amsterdam) en één van de domeinnamen is identiek aan de handelsnaam van MTA. CCC maakt inbreuk op handelsnaam Meering Touringcars Amsterdam: handelsnaamrechten MTA zijn ouder.

IEPT20170509, Rb Overijssel, Investeq
Geen inbreuk ‘sub a’ op woordmerk BRUUT door gebruik beeldmerk dat het woordelement bruut bevat: merken niet gelijk omdat uitroepteken en krul in beeldmerk zorgen voor duidelijke verschillen. Ook geen inbreuk ‘sub b’: merken stemmen weliswaar overeen maar het organiseren van enkele feesten in café onvoldoende om gebruik voor dezelfde of soortgelijke diensten (dansfeesten) aan te nemen en gevaar voor verwarring is bovendien onvoldoende aannemelijk gemaakt.  Beroep gedaagde op oudere rechten van plaatselijke betekenis in de zin van art. 2.23 lid 2 BVIE in reconventie afgewezen: niet gebleken van gebruik als onderscheidingsteken of handelsnaam daterend vóór merkaanvraag eisers. Geen inbreuk op handelsnaam Bruut Zwolle door gebruik handelsnamen Bruut en Bruut Concepts : gedaagde voerde handelsnamen eerder.

 

IEPT20170503, Rb Amsterdam, Verweij v Giordano Enterprises

Onvoldoende aannemelijk dat Verweij vooropgezet plan had om Giordanio Enterprises in onderhandelingen te betrekken, met geen ander doel dan het normaal gebruik van Beneluxwoordmerk GIORDANO tegen te gaan: het is immers de Giordano-groep geweest die met de e-mail van [X] van 14 januari 2014 contact heeft gezocht met Verweij. Bewijslast normaal gebruik ex artikel 2.26(2) BVIE bij merkhouder gelegd: merkhouder heeft erkend dat zij geen gebruik van merk heeft gemaakt in fysieke winkels en dat er andere vormen van normaal gebruik zijn geweest. Geen normaal gebruik: geen op Benelux gerichte marketingactiviteiten ondernomen, gemiddelde jaaromzet van € 383,69 in Benelux te verwaarlozen in vergelijking met jaaromzet 2015 van €  609 miljoen van Giordano.

IEPT20170503, Rb Den Haag, HDD

Verweer gedaagde dat Uniewoordmerken BODY PUMP en BODYPUMP onderscheidend vermogen hebben verloren afgewezen: rechtbank moet in afwezigheid reconventionele nietigheidsvordering uitgaan van geldigheid merken. Onderscheidend vermogen Bodypump-woordmerken gering: algemeenheid en (zekere) beschrijvendheid van de  onderdelen daarvan  onbestreden.  Overeenstemming tussen Bodypump-merken en teken Pump: PUMP is meest onderscheidende deel woordmerken nu BODY algemener en beschrijvend(er) is, auditieve en visuele overeenstemming door gelijkheid onderscheidende deel. Verwarringsgevaar tussen Bodypump-merken en teken Pump: naast aanzienlijke overeenstemming merk en teken is niet in geschil dat diensten identiek zijn. Onvoldoende onderbouwd dat Pump een generieke aanduiding is voor krachttraining in de zin van art. 12 lid 1 sub b en lid 2 UMVo.  Ook inbreuk op woordmerk SH’BAM door gebruik teken Sh’Beng: verwarringsgevaar door grote overeenstemming tussen merk en teken en identieke diensten.

IEPT20170426, Rb Den Haag, Tommy Hilfiger v Soob Management
Vorderingen Tommy Hilfiger  en Calvin Klein toegewezen op grond van inbreuk op hun Uniemerken: Gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig voor. Nadere explicitering in petitum niet toegewezen. SOOB management dient binnen 24 uur inbreuken te staken. Opgave dient binnen 8 weken te worden gedaan. Gevorderde dwangsommen gematigd en gemaximeerd. SOOB dient schadevergoeding aan partijen te betalen: één miljoen vierhonderdéénenzeventigduizend zeshonderdzesentwintig euro en vijfenzeventig eurocent aan Tommy Hilfiger en Vierenveertigduizend drieëntachtig euro en zestig eurocent aan Calvin Klein.

 

IEPT20170419, Rb Den Haag, NXP v Infineon

Uitingen Infineon dat producten ‘Mifare compatible’ zijn of dat sprake is van ‘Mifare compatibility’ vallen onder eerlijk merkgebruik MIFARE-merken: teken Mifare gebruikt als aanduiding van de bestemming van de waar, gebruik is nodig om compatibiliteit met MIFARE-technologie mee aan te geven en uitingen niet in strijd met eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Onvoldoende onderbouwd dat in het kader misleidende of ongeoorloofde vergelijkende reclame wel sprake is van misleidend, verwarringwekkend of oneerlijk gebruik.

IEPT20170418, HR, Parfums
Cassatieberoep verworpen: rechtsopvatting hof dat door handelingen van verdachte het algemeen belang in het geding is gekomen en derhalve OM ontvankelijk is, niet onjuist. Het door verdachte op een markt aanbieden van meer dan 100 flesjes namaak merk-parfums valt onder “grootschalige namaak en piraterij, gepleegd in beroep of bedrijf, welke de markt verstoort”

IEPT20170411, Hof Den Bosch, Converse v Aspo

Aspo niet geslaagd in bewijs van uitputting schoenen. Vordering tot vernietiging schoenen toegewezen, maar niet uitvoerbaar bij voorraad. Schadevergoeding per paar schoen vastgesteld op € 10.

IEPT20170410, Rb Den Haag, Hennessy v Top Logistics

Simizy maakt inbreuk op Hennesy-merken: merkgebruik in aantal e-mails  met verkoopaanbod, goederen voorzien van merk DOM PERIGNON in voorraad gehouden ter verhandeling. Exhibitie bij Simizy toegewezen. Castillon maakt inbreuk op DOM PERIGNON merk: voldoende aannemelijk dat zonder toestemming 250 dozen Dom Perignon zijn verkocht en geleverd aan Simizy. Exhibitie bij Castillon toegewezen. Inbreuk op Hennesy-merken door Top Logistics onvoldoende aannemelijk: uit niets blijkt dat Top Logistics bij deze transactie voor zich zelf heeft gehandeld. Geen onrechtmatig handelen Top Logistics als tussenpersoon t.a.v. inbreuken door Simizy of Castillon: kon en hoefde niet weten dat Hennesy nooit toestemming geeft aan derden om producten in EER in verkeer te brengen. Wel sprake van onrechtmatig handelen t.a.v. aantal partijen Hennesy-producten: Wel sprake van onrechtmatig handelen t.a.v. bij Top Logistics opgeslagen producten met  kenmerken ‘decoded’ en ‘T2’: Top Logistics is wegens op haar rustende administratieverplichtingen bekend met douanerechtelijke status van deze producten Exhibitieplicht Top Logistics ten aanzien van opslag gedecodeerde goederen met merken BELVEDERE, GLENMORANGIE en HENNESY.

IEPT20170405, HvJEU, EUIPO en Forge de Laguiole v Szajner
Nietigverklaring Uniemerk op basis van krachtens nationaal recht verkregen ouder (handelsnaam)recht. Uitleg en toepassing nationaal recht: Gerecht moet bij de beoordeling van de naar nationaal recht geboden bescherming een nationale rechtsregel toepassen zoals die op het moment van zijn beslissing door de nationale rechters wordt uitgelegd. Bescherming handelsnaam naar Frans recht:  Arrest Cour de Cassation van 10 juli 2012 verwijst naar de daadwerkelijk door de betrokken onderneming uitgeoefende activiteiten. Geen sprake van onjuiste rechtsopvatting Gerecht bij het afbakenen sectoren waarbinnen Forge de Laguiole actief was om de beschermingsomvang oudere handelsnaam FORGE DE LAGUIOLE te bepalen: Gerecht heeft geenszins één op één eigen rechtspraak met betrekking tot beschermingsomvang merken toegepast op beschermingsomvang handelsnaam. Uit bestreden arrest blijkt duidelijk dat Gerecht rekening heeft gehouden met de aard van de betrokken waren, de bestemming en het gebruik ervan, de betrokken clientèle en de distributiewijze.

IEPT20170405, Rb Den Haag, Majestic v ATG

ATG niet geslaagd in bewijsopdracht dat merk MAXIFLEX is ingeburgerd: uiteindelijk 71 respondenten gereageerd op marktonderzoek, bij vragen gericht op spontane herkenning door respondenten geen verband gelegd met ATG en slechts 23 van de 71 respondenten leggen bij geholpen herkenning verband tussen ATG en/of Intersafe/Groeneveld als onderneming waarvan veiligheidshandschoenen met aanduiding MAXIFLEX afkomstig zijn. Overgelegde verkoopcijfers onvoldoende voor inburgering.

 

IEPT20170404, Rb Gelderland, Connect v Connect Professionals

Geen inbreuk ‘sub a’ op woordmerk CONNECT door gebruik teken Connect Professionals, beide voor uitzenddiensten: teken is niet gelijk aan het merk en diensten zijn niet gelijk nu Connect Professionals zich richt op (hoger opgeleid) personeel in onderwijs, gezondheidszorg en overheid en Connect op (lager opgeleid) technisch personeel. Wel inbreuk ‘sub b’ nu gevaar voor verwarring bestaat: diensten stemmen met elkaar overeen en auditieve, visuele en begripsmatige overeenstemming tussen merk en teken. Woordmerk CONNECT niet zuiver beschrijvend: enkele feit dat het woord connect een aspect van de diensten (verbinding) beschrijft maakt het niet uitsluitend beschrijvend.  Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen Connect (Connect Uitzendbureau en Connect Technisch Uitzendbureau) en Connect Professionals: beoordelingskader niet hetzelfde als bij merkenrecht, Connect Professionals heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich sinds 2009 uitsluitend richt op  gezondheidszorg, onderwijs en overheid en Connect is volgens eigen stelling pas eind 2016 van Connect Professionals op de hoogte geraakt hetgeen nauwelijks anders kan betekenen dat in die periode geen verwarring is ontstaan, onvoldoende onderbouwd dat desondanks gevaar voor verwarring bestaat.

IEPT20170331, Rb Noord-Nederland, Simus v Helichem en Boels
Vraag of exclusief recht op “B PROF” is verkregen niet in kort geding te beantwoorden: hoewel aantal belangrijke elementen voor geslaagd beroep op depot te kwader trouw (artikel 2.4.f BVIE) bij merk “B PROF” aanwezig is, dienen stellingen over rechtsverhouding tussen partijen omtrent productie onder merk “B PROF” dienen nadere bewijslevering. Auteursrechtelijke vordering afgewezen: in kort geding is herkomst teksten gebruiksaanwijzingen niet vast te stellen.

IEPT20170330, Rb Den Haag, High Five v HIIT45

Verwarringsgevaar tussen teken HIGH45 en uniewoordmerk HIGH FIVE: beide diensten aangemerkt als sport- en fitnessdiensten, sterke auditieve overeenstemming, redelijke visuele overeenstemming, aanzienlijke begripsmatige overeenstemming nu HIGH45 knipoog lijkt te maken naar uitdrukking ’high five’, HIGH FIVE heeft gemiddeld onderscheidend vermogen en relevante publiek is niet meer dan gemiddeld oplettend.

 

IEPT20170321, Hof Den Haag, NLE v NIM

Oppositie Nederlandse Energiemaatschappij tegen inschrijving beeldmerk Nederlandse Internet Maatschappij terecht afgewezen. Geen sprake van enige overeenstemming met beeldmerk 3 waardoor soortgelijkheid en onderscheidend vermogen niet hoeven worden onderzocht: teken bestaat uit felle contrasterende kleuren en doet denken aan een stopbord, terwijl beeldmerk bestaat uit een aantal cirkels met zachter in elkaar overlopende kleuren dat doet denken aan een dartbord. Geen verwarringsgevaar met beeldmerk 2: visuele overeenstemming door uit drie woorden bestaand woordelement dat zich op ongeveer gelijke afstand van een daarvoor geplaatste cirkel bevindt, deze is echter gering nu cirkels afwijken en woorden Nederlandse en Maatschappij algemene benamingen zijn, zeer geringe auditieve overeenstemming door afwijking in meest bepalende woord, geen begripsmatige overeenstemming nu Nederlandse Maatschappij algemeen begrip is en de diensten afwijken, geen begripsmatige overeenstemming nu Nederlandse Maatschappij algemeen begrip is en de diensten afwijken, vanwege bestaan (zeer) geringe overeenstemming had Bureau soortgelijkheid waren en verwarringsgevaar moeten onderzoeken, gelet op geringe overeenstemming kan verwarringsgevaar echter alleen worden aangenomen als merk 2 een (zeer) groot onderscheidend vermogen heeft, hier is geen sprake van. Geen verwarringsgevaar met beeldmerk 1:teken wijkt meer af van merk 1 dan van merk 2 door plaatsing woordelement zodat overeenstemming geringer is, merk niet gebruikt sinds 2010 waardoor onderscheidend vermogen niet groter kan zijn dan bij merk 2.


IEPT20170317, Rb Den Haag, CMIB v NMIB
Relevante publiek bestaat uit afnemers van incassodiensten: anders dan gedaagde NMIB meent wordt het relevante publiek bepaald door de klassen waarvoor het merk is ingeschreven en niet door het daadwerkelijke gebruik van het merk. Het onderscheidend vermogen van het merk CMIB niet bijzonder groot: relevante publiek zal het merk zien als een afkorting. Ruime mate van overeenstemming tussen merk en teken NMIB: auditief auditief, visueel en begripsmatig overeen. Sprake van verwarringsgevaar tussen merk en teken: in het bijzonder door overeenstemmend gebruik van merk en teken op de websites van partijen.

 

IEPT20170317, Rb Midden-Nederland, Dutch Design v Sensa Vloeren
Licentiehouder Dutch Design komt geen verbodsrecht toe op grond van Benelux-beeldmerk Senso Gietvloeren: geen volmacht merkhouder. Dutch Design komt wel verbodsrecht toe op grond van door haar gevoerde handelsnaam Senso Vloeren: voldoende aannemelijk dat Sensa Vloeren handelsnamen voert die slechts in geringe mate afwijken van oudere handelsnaam Senso Vloeren waardoor verwarringsgevaar bestaat. Liquidatietarieven toegepast nu Dutch Design haar proceskostenspecificatie voor het eerst ter zitting kenbaar heeft gemaakt: specificatie buiten beschouwing gelaten nu Sensa Vloeren zich hier niet naar behoren tegen heeft kunnen verweren.

IEPT20170314, Hof Den Haag, Red Bull v Bulldog
Geen overeenstemming tussen Red Bull-merk en woordmerk ‘THE BULLDOG’: de visuele overeenstemming is niet groot, de auditieve overeenstemming is uiterst gering en het begripsmatige verschil is zodanig dat de overeenstemming tussen de merken daardoor volledig wordt opgeheven. Ook geen overeenstemming tussen het Red Bull-merk en de BULLDOG-woord/beeldmerken: de mate van visuele en begripsmatige overeenstemming ligt hier nog lager.

 

IEPT20170310, Rb Den Haag, Pasoday v Hair Workxx

Ondanks half jaar tussen sommatiebrief en dagvaarding Pasoday toch spoedeisend belang: voldoende voortvarend gehandeld. Geen inbreuk op IE-rechten hair extensions: modelrechten hair extensions op naam van failliete vennootschap, bevestigingsdraad hair extensions niet auteursrechtelijk beschermd want technisch bepaald en uiterlijk hair extensions te weinig onderscheidend voor beroep op slaafse nabootsing. Merken FLIP-IN en FLIP-IN-HAIR niet verworden tot soortnaam: Pasoday heeft voldoende aangetoond dat zij is optreden tegen derden die het merk gebruikten en Pasoday heeft voldoende aangetoond dat zij tekens als merk gebruikt. Logo Hair Workxx (hierna HW) maakt inbreuk op merken Pasoday: visueel, auditief en begripsmatig identiek aan merken Pasoday. Domeinnamen maken inbreuk op merken Pasoday: HW maakt middels de domeinnamen gebruik van de tekens Flip-In Hair en Flip-In voor identieke waren waarvoor de merken zijn ingeschreven. Geen auteursrecht slogan Pasoday: "Look good in the hair you wear" gangbare zin in het Engels. Ten aanzien van folders en instructiemateriaal maakt HW inbreuk op auteursrechten Pasoday: inbreuk voldoende bestreden. Mededeling dat HW leverancier Flip-In Hair is, onrechtmatig: suggereert ten onrechte dat HW rechthebbende is op de merken.

 

IEPT20170308, Rb Amsterdam, Otazu

Depot Benelux-woordmerken [merk 4] en [merk 2] niet te kwader trouw: bekendheid als persoon onder een bepaalde naam is geen gebruik van die naam voor waren of diensten, voldoende onderbouwd dat Timore (moedermaatschappij RO3) depot van teken “[merk 2]” ten behoeve en in het belang van RO3, de onderneming waarbij eiser op dat moment was betrokken, heeft verricht en depot teken “[merk 4]” door Otazu Licence verricht ten behoeve van RO3. Normaal gebruik Benelux-woordmerk [merk 1] aangetoond met overlegging foto’s en verklaring online sales manager. Benelux-woordmerk OTAZU (805435) vervallen verklaard: geen verzet tegen doorhaling. Benelux-woordmerk OTAZU (673316) alleen in stand gelaten voor shawls: voor overige niet tegen doorhaling verzet. Geen misbruik van recht door merken [merk 4], [merk 2], [merk 1] en OTAZU en domeinnamen te handhaven: merken rechtmatig verkregen. Eiser moet bewijzen dat werken waarop hij stelt auteursrecht te hebben en waarop inbreuk zou worden gemaakt zijn vervaardigd voordat hij in dienst trad bij RO3 of nadat het dienstverband werd verbroken. Geen belang bij gestelde inbreuk op foto’s. Onvoldoende onderbouwd dat eiser auteursrechthebbende sierraden is. Eiser geen auteursrechthebbende op logo Otazu: onvoldoende onderbouwd dat hij logo in 1992 heeft ontworpen, wel aangetoond dat logo in 2005 werd gebruikt en auteursrecht ligt krachtens artikel 7 Aw bij een van de vennootschappen waar eiser in dienst is getreden. Geen belang bij gestelde inbreuk portretrecht. Geen slaafse nabootsing: betreft in de kern bezwaar tegen kopiëren stijl eiser, waarvoor bijkomende omstandigheden zijn vereist die onvoldoende zijn gesteld. Deponeren naam eiser als merk niet onrechtmatig: eiser bij RO3 gaan werken, een doorstart van onderneming eiser, maar waar ondernemingsrisico bij [gedaagde sub 3] lag en niet onrechtmatig dat [gedaagde sub 3] om investeringen te waarborgen is overgegaan tot registreren merken. Reconventie: Verwarringsgevaar (associatie) tussen teken “[merk 5]”  van eiser en [merk 4]  en  [merk 2]: eerste woord stemt volledig overeen, waardoor publiek [merk 5] zou beschouwen als aan merken 4, 2 en 1 verbonden onderneming. Verwarringsgevaar (associatie) tussen logo waarin de letters O-T-A-Z-U zijn te ontwaren en OTAZU Benelux-merken en [merk 2]: publiek zou denken dat er commerciële band tussen eiser en OTZ bestaat. Uitlatingen eiser over dat  [gedaagde sub 3]  en [gedaagde sub 4] tot de maffia horen en dat verkochte producten namaak zijn onrechtmatig: juistheid uitingen op geen enkele wijze onderbouwd.  
  

IEPT20170228, Hof Den Haag, Levola v FFF
Verwarringsgevaar tussen Beneluxwoordmerk ‘HEKSENKAAS’ en (aanvrage voor) Benelux woordmerk ‘WITTE WIEVENKAAS’: begripsmatige overeenstemming tussen dominante bestanddelen ‘HEKSEN’ en ‘WITTE WIEVEN’ - beide zijn immers bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie. Geringe mate sprake van visuele en auditieve overeenstemming tussen merk en teken vanwege het in beide tekens voorkomende elementen KAAS en daarvoor de lettercombinatie –EN en soortgelijke waren. Het voorgaande geldt dienovereenkomstig voor de oppositie tegen de depots van het woord-/beeldmerk en het verpakkingsbeeldmerk
. Waar bij de beoordeling van het woord-/beeldmerk door het hof wordt toegevoegd dat d
e beeldelementen de begripsmatige overeenstemming versterken gezien de associatie met onheil.


IEPT20170223, Rb Den Haag, Pet Supplies v Mascot
Pet Supplies kan op grond van haar BNL en INT. woordmerk “BEEZTEES” Mascot het gebruik van haar Uniewoord-/beeldmerk “BEASTY” voor dierproducten niet verbieden: “BEASTY” is verwijzing naar bestemming waar en gebruik daarvan behoort daarom vrij te blijven. Het gebruik van het teken “BEASTY” niet deloyaal jegens Pet Supplies: geen commerciële band tussen partijen en “BEASTY”-producten geen imitatie “BEEZTEES”-producten, geen ongerechtvaardigd voordeel voor Mascot of afbreuk merkrecht Pet Supplies, logo “BEASTY” wijkt aanzienlijk af van logo “BEEZTEES” en eerder contact partijen over samenwerking maakt het gebruik van het teken nog niet deloyaal.

 

IEPT20170222, Rb Amsterdam, Berns v Vibe Entertainment
Merkinbreuk Vibe Entertainment op Beneluxbeeldmerk 'We All Love 80’s, 90’s 00’s' van Berns Holding: identiek beeldmerk gebruikt voor dezelfde diensten. Schade Berns teruggebracht naar € 1750,00: facturen van Berns zien niet alleen op gebruik beeldmerk, Vibe Entertainment heeft beeldmerk 2 jaar gebruikt en beeldmerk stond maar bij 1 act van de 2500 op de website van Vibe Entertainment.


IEPT20170222, Rb Den Haag, Tok v NoL
Door Tok te laat ingediend stuk (brief oppositiedossier EUIPO) toch toegelaten: NoL heeft alsnog 12 dagen de tijd gehad om op productie te reageren en betreft stuk bij procedure waar NoL partij is. ‘MIRAFOOD’ maakt ‘inbreuk sub b’ - artikel 9 lid 2 sub b UMVo - op Uniewoordmerkregistratie ‘MIRAS’: door gebruik op de website met voedingswaren wordt MIRAFOOD gebruikt met betrekking tot de waren en niet enkel als handelsnaam, teken en merk stemmen auditief en visueel aanzienlijk overeen, Turkse begripsmatige verschil biedt onvoldoende tegenwicht, MIRAS heeft sterk onderscheidend vermogen, soortgelijke waren en diensten. Gevorderde bevel tot intrekken Uniemerkaanvraag ‘MIRAFOOD’ niet toegekend: het houden van een Uniemerkaanvraag levert op zichzelf nog geen inbreuk op.

IEPT20170221, Hof Arnhem-Leeuwarden, TSO
Geen even oude handelsnaamrechten op “TSO”: niet onderbouwd dat voorgangers TSO Techniek handelsnaam vóór 2001 voerde en dat TSO Detachering handelsnaam “TSO” na inbreng TSO Noord is gaan voeren. Aanvang handelsnaamgebruik door Technical Support Oosterhout blijkens brieven en faxen begin 2000. Publiek heeft gebruik beeldmerk door Technical Support Oosterhout in feite opgevat als handelsnaamgebruik. Verwarringsgevaar tussen Handelsnamen “TSO” en “TSO Techniek”, ondanks deskundig publiek”: blijkens overgelegd bericht is ook deskundig publiek in verwarring gebracht. Indien veronderstellenderwijs van stilzwijgende handelsnaamlicentie wordt uitgegaan is deze door sommatiebrief op 15 januari 2010 rechtsgeldig beëindigd. Technical Support Oosterhout heeft ex artikel 5 Hnw rechtmatig belang om zich tegen verwarringsgevaar TSO Techniek te verzetten: TSO Techniek is niet dezelfde onderneming ten aanzien van wie handelsnaam gebruik 2 jaar is gedoogd. Verwarringsgevaar tussen handelsnaam TSO en beeldmerk TSO Techniek. Onvoldoende onderbouwd dat Technical Support Oosterhout auteursrechthebbende is op teksten van aantal brochures. Optreden door TSO Techniek op grond van beeldmerk dat zij op grond van artikel 5 Hnw niet langer mag gebruiken is misbruik van recht.

IEPT20170216, HvJEU, Brandconcern v Scooters India
Geen onjuiste rechtsopvatting GEU door Scooters India bescherming toe te kennen voor alle in de alfabetische lijst van klasse 12 vermelde waren: de regel uit het arrest CIPA v Registrar, (IEPT20120619) strekkende tot  toelichting van de inschrijvingsaanvraag, is niet van toepassing op merkinschrijvingen van vóór dat arrest. 


IEPT20170214, Hof Amsterdam, Essegé v Ruby Decor
Essegé heeft niet bewezen dat zij het Beneluxmerk RUBY in de periode 14 maart 2003 tot 14 maart 2008 binnen de Benelux normaal heeft gebruikt. Essegé toegelaten door middel van getuigenverhoor te bewijzen dat zij het merk in betreffende periode normaal heeft gebruikt.

 

IEPT20170214, Rb Amsterdam Nationale Notaris v Nationale Notariskluis

Verstekvonnis kort geding. Eiser nog steeds spoedeisend belang: gedaagde niet volledig gevolg gegeven aan haar toezegging de naam niet meer te gebruiken. Vorderingen Nationale Notaris Holding tot staken of gestaakt houden van inbreukmakend gebruik naam ‘NATIONALE NOTARISKLUIS’ door Nationale Notariskluis toegewezen: website gedaagde vermeldt teken ‘NATIONALE NOTARISKLUIS’. Toewijzing vordering beperkt tot verbod gebruik naam ‘NATIONALE NOTARISKLUIS’. Volledige proceskosten toewijsbaar: geen verweer tegen aanspraak eiseres gevoerd.


IEPT20170210, HR, Kruisvereniging v Kruiswerk
Cassatieberoep verworpen (artikel 81 lid 1 RO).

IEPT20170202, Rb Den Haag, KFH v IJsvogel
Merk LIEF! onderscheidend en niet beschrijvend voor dierenaccessoires: ‘lief’ met als betekenis ‘zacht en pluizig’ geen kenmerk voor alle honden-en kattenkussens. Inschrijving LIEF! niet te kwader trouw. De inschrijving is ouder dan het gebruik van LIEF DIER voor dierenaccessoires, voorgebruik LIEF DIER voor magazines strekt niet uit tot gebruik voor dierenaccessoires en geachte bekendheid bij KFH van het magazine is onvoldoende voor kwader trouw. Verwarring tussen LIEF! en LIEF DIER voor dierenaccessoires: Merk en teken stemmen auditief, visueel en conceptueel overeen en de waren zijn identiek. Inbreukverbod wordt beperkt tot Nederland: IJsvogels biedt alleen in Nederland inbreukmakende producten aan. IJsvogels is bevoegd om op de door haar te overleggen documenten de prijsgegevens onleesbaar te maken: niet valt in te zien welk spoedeisend belang KFH heeft bij de opgave van bedrijfsvertrouwelijke gegevens. Matiging proceskosten: uit niets blijkt dat overschrijding maximumtarief gerechtvaardigd is.

IEPT20170120, Rb Den Haag, Scentsible v Reckitt

Geen spoedeisend belang bij vordering m.b.t. gestelde inbreuk op marketingmateriaal Scentsible: inbreuk reeds gestaakt en nieuwe (dreiging van) inbreuk onvoldoende aannemelijk. "V.I.Poo" maakt geen inbreuk op Uniewoordmerk "POO POURRI": gering onderscheidend vermogen nu element "POO" beschrijvend is voor poep en overeenstemming te gering om te leiden tot verwarringsgevaar, mede door andere locatie element "Poo" in merk en teken. Geen auteursrecht op productformat: elementen binnen format zijn onvoldoende uitgewerkt om in combinatie gezien voor ‘format’-bescherming in aanmerking te komen. Geen inbreuk op niet-ingeschreven-modelrecht: totaalindrukken verschillen. Beroep op slaafse nabootsing strandt: format komt niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Geen spoedeisend belang bij vordering m.b.t. onrechtmatig profiteren inspanningen Scentsible. Geen misleidende handelspraktijken Reckitt: niet aannemelijk gemaakt dat Reckitt bij consument verwarring zaait met betrekking tot afkomst producten.

 

IEPT20170111, Rb Den Haag, Jack Daniels v Kamstra

Onvoldoende onderbouwd dat door gedaagden met T1-status verkochte goederen in Gemeenschap in de handel zijn gebracht. Uitputtingsverweer m.b.t. overige goederen onvoldoende onderbouwd. Opgave die is bevolen in later vernietigde kort geding vonnissen niet buiten beschouwing gelaten: verkregen overeenkomstig uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnissen in overeenstemming met wat op dat moment tussen partijen gold. Ook als bewijs wel onrechtmatig is zou het toelaatbaar zijn: geen bijzondere omstandigheden die ervoor zorgen dat bewijs buiten beschouwing zou moeten blijven. Geen winstafdracht voor inbreuk met verkopen producten met een T1-status onder AGD-status door gebrek aan kwade trouw. Wel kwade trouw met betrekking tot goederen met T1-status die zijn verkocht onder status ‘vrij’ en om goederen met status onbekend. Jack Daniel’s krijgt gelegenheid schaderapport aan te vullen en aan te passen en gedaagden mogen hierop reageren.

IEPT20170105, Rb Amsterdam, Simpel.nl v Webesend
Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen “Simpel.nl” en “Sim.nl”: simpel.nl is beschrijvend, verschil in aard ondernemingen, ook andere bedrijven gebruiken “sim” of “simpel” in hun naam. Geen verwarringsgevaar tussen woord-/beeldmerk “Simpel” en aanduiding “sim.nl”: voorzieningenrechter verwijst naar hetgeen ten aanzien van handelsnamen is geoordeeld en gebruik van woord(bestanddeel) “sim” niet inbreukmakend op woord-/beeldmerk “Simpel”, waarvan tekst beschrijvend is. Ook logo Sim.nl maakt geen inbreuk op merk van Simpel: begripsmatig en visueel verschillend.