2020 2e half jaar merkenrecht

Print this page

IEPT20201224, Rb Zeeland-West-Brabant, Stichting Scios

Merkinbreuk op Scios-merken door gedaagde sub 1: gesteld noch aannemelijk gemaakt dat gedaagde sub 2 Scios-merken heeft gebruikt en niet betwist dat gedaagde sub 1 Scios-merken heeft gebruikt. Gedaagden hebben misleidende mededelingen ex 6:194 BW openbaar gemaakt over hun bekwaamheid en herkomst: door op websites te vermelden dat zij Scios-gecertificeerd zijn.

 

IEPT20201222, Hof Den Haag, RPM v Philip Morris

Beslag Philip Morris op haar originele merkgoederen alsnog opgeheven nu deze goederen geen inbreuk maken op haar merkrechten: voldoende aannemelijk dat RPM eigenaar/rechthebbende is van de Partij, Class-criterium is van toepassing en niet artikel 9 lid 4 UMVo nu goederen nog niet in de EER in de handel zijn gebracht, Mitsubishi-arrest niet van toepassing nu 'omdozen' niet aan te merken zijn als verpakkingen waarin de merkgoederen aan het publiek worden aangeboden, standpunt Philip Morris dat voor toepassing Class-criterium vereist is dat goederen onder T1-status zijn geplaatst berust op onjuiste lezing arrest, merkenrechtelijke grondslag voor beslag ondeugdelijk nu Partij kwalificeert als niet-Uniegoederen en Philip Morris onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Partij in de EER in de handel zal worden gebracht, onrechtmatig handelen RPM kan niet worden aangenomen, belangenafweging valt ook in voordeel van RPM uit nu zij ten gevolge van het beslag niet vrij kan beschikken over haar goederen.

 

IEPT20201217, HvJEU, Husqvarna

Het tijdstip waarop moet worden bepaald of de ononderbroken periode van vijf jaar van niet-gebruik is verstreken, is het tijdstip waarop de betrokken vordering is ingesteld: beoordeling aan de hand van het tijdstip van de laatste pleitzitting zou ingaan tegen de in de verordening vastgestelde rechtsgevolgen van verval.

 

IEPT20201215, Hof Den Haag, Philip Morris v World Freight

Verweren van tussenkomende partij TTL in eerste aanleg, die World Freight tot haar eigen heeft gemaakt, hadden niet buiten beschouwing hoeven blijven zoals Philip Morris aanvoert: rechter niet gebonden aan proces-verbaal en omstandigheid dat vordering van TTL is afgewezen vanwege gebrek aan belang leidt niet tot ander oordeel. Oordeel rechtbank dat beslag onrechtmatig is gelegd juist: Philip Morris was niet genoodzaakt tot leggen van beslag en opslagkosten niet te wijten aan schuld World Freight. Geen sprake van merkinbreuk op tabaksproducten Philip Morris: gaat om niet-Uniegoederen en geen sprake van 'invoeren' in de zin van de Merkenrichtlijn door het enkele binnenbrengen van de goederen op het grondgebied van de EU/EER, artikel 9 lid 4 UMVo komt geen terugwerkende kracht toe, Philip Morris heeft onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat de sigaretten noodzakelijkerwijs bestemd worden om in de EU/EER in de handel te worden gebracht. Beroep Philip Morris op WHO Kaderverdrag afgewezen: artikel 15 Kaderverdrag heeft geen rechtstreekse werking en Kaderverdrag dient niet tot bescherming van tabaksfabrikanten als Philip Morris. Beroep Philip Morris op auteursrecht faalt: totaalindrukken verpakkingen stemmen niet overeen. 

 

IEPT20201209, Rb Amsterdam, 24Man

K maakt geen inbreuk op merkenrecht 24Man door gebruik Adword 'Amfa4000' in vergelijkende reclame: aanstonds duidelijk voor maatman dat het gaat om twee verschillende producten die met elkaar worden vergeleken, K heeft advertentie waarbij alleen het merk Amfa4000 in de kop voorkomt gewijzigd, geldige reden voor het gebruik van het merk nu een test is uitgevoerd waarbij de producten met elkaar worden vergeleken en vormt toelaatbare concurrentie. Geen sprake van ongeoorloofde, misleidende vergelijkende reclame: vergelijking levert geen oneerlijk voordeel op voor K.

 

IEPT20201208, Hof Den Haag, Twisty Petz

Verbod op auteursrechtinbreuk op speelgoedarmbandjes alsnog toegewezen: Spin Master heeft belang bij dit verbod en Ebru heeft inbreuk erkend. Vordering tot rectificatie op website toegewezen: zodat (potentiële) afnemers op de hoogte zijn van inbreuk. Ebru c.s. alsnog veroordeeld in de proceskosten van eerste aanleg en hoger beroep: Ebru c.s. had in eerste aanleg moeten worden aangemerkt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij en is ook in hoger beroep de grotendeels in het ongelijk gestelde partij.

 

IEPT20201207, Rb Amsterdam, Sony

Inbreuk op Uniemerken en Beneluxmerk door aanbieden pre-order PlayStation 5 op website: gebruikte tekens zijn gelijk aan de merken van Sony en werden in het economisch verkeer gebruikt. Auteursrechtinbreuk door gebruik artwork van eerdere PlayStation games “Ghost of Tsushima” en “Gran Turismo”: niet weersproken dat Sony rechthebbende is en gebruikte afbeeldingen zijn identiek aan het beschermde werk.

 

IEPT20201111, HvJEU, John Mills v Jerome Alexander

Onrechtmatige merkinschrijving door gemachtigde of vertegenwoordiger van merkhouder op eigen naam. Niet beperkt tot gevallen waarin het oude merk en het merk dat wordt aangevraagd gelijk zijn, maar kan zich ook voordoen als de conflicterende merken overeenstemmen. Niet beperkt tot dezelfde waren of diensten, maar kan ook zien op soortgelijke waren of diensten. “Gemachtigde of vertegenwoordiger”: volstaat dat er tussen de partijen een commerciële samenwerkingsovereenkomst bestaat die een vertrouwensrelatie tot stand brengt doordat de aanvrager, uitdrukkelijk of stilzwijgend, een algemene vertrouwens- en loyaliteitsverplichting wordt opgelegd ten aanzien van de belangen van de houder van het oudere merk. Specifieke voorwaarde is dat inschrijvingsaanvraag is gedaan op eigen naam, verwarringsgevaar niet van belang.

 

IEPT20201023, Rb Noord-Holland, Kamer van Koophandel

Vordering KvK om X B.V. te verbieden HANDELSREGISTER.NL, KVK en KAMER VAN KOOPHANDEL als merk, handelsnaam of domeinnaam te gebruiken, afgewezen: onvoldoende aannemelijk dat X B.V. drijvende kracht achter de websites is. X B.V. wordt veroordeeld om al hetgeen te doen wat nodig is om te bewerkstelligen dat de domeinnaam zakelijkuittreksel.nl overgedragen wordt aan KvK: [X] BV heeft niet weersproken dat de domeinnaam op diens naam is geregistreerd.

 

 IEPT20201022, HvJEU, Ferrari

Een merk is ‘normaal gebruikt’ voor alle waren indien sprake is van gebruik voor bepaalde van de waren, zoals dure luxesportauto’s of enkel voor onderdelen of accessoires van bepaalde van de waren: het enkele feit dat de auto’s waarvoor een merk is gebruikt, als „sportauto’s” worden aangemerkt, volstaat niet om te oordelen dat zij tot een zelfstandige subcategorie van auto’s behoren. Een merk wordt ‘normaal gebruikt’ door de houder wanneer: de houder tweedehands waren die onder dit merk in de handel zijn gebracht, verkoopt en de houder bepaalde diensten verricht die betrekking hebben op de onder dat merk reeds verkochte waren, op voorwaarde dat deze diensten onder dat merk worden verricht. Artikel 351 VWEU laat rechterlijke instantie van lidstaat vrij in toepassing van verdrag dat vóór 1 januari 1958 is gesloten: totdat eventuele onverenigbaarheden tussen het VWEU en dat verdrag kunnen worden opgeheven. Bewijslast voor “normaal” gebruik rust op houder van het merk: de houder is het best in staat om het bewijs te leveren.

 

IEPT20201021, Rb Den Haag, Ledar v IKEA

Procedure in hoofdzaak wordt geschorst totdat het Bureau definitief uitspraak heeft gedaan met betrekking tot de geldigheid van het LEDARC- en het LEDAR-Uniemerk: bij Bureau al een vordering tot vervallen- of nietigverklaring van het Uniemerk ingesteld voordat de reconventionele vordering tot vervallen-of nietigverklaring door IKEA werd ingesteld.

 

IEPT20201020, Hof Den Haag, WOW v Saladdin

Inbreuk door Saladdin op woordmerk WOW van Stichting WOW Amsterdam aangenomen: relevante publiek voor door Saladdin aangeboden waren en diensten is hetzelfde als dat van de Stichting en heeft normaal tot laag aandachtsniveau, WOW-tekens van Saladdin zonder toevoeging zijn gelijk aan woordmerk van de Stichting en specifieke schrijfwijze doet daar niet aan af, WOW-tekens met toevoeging nemen overeenstemming niet weg nu WOW als dominant element moet worden beschouwd, waren en diensten zijn soortgelijk, woordmerk WOW heeft onderscheidend vermogen en is niet beschrijvend, verwarringsgevaar te duchten bij gebruik teken WOW met en zonder toevoeging. Inbreuk Saladdin op handelsnaam van Stichting WOW Amsterdam aangenomen: WOW is dominant element en wordt door Saladdin als handelsnaam commercieel gebruikt in het economische verkeer, overeenstemmend publiek en beiden gericht op publiek in Nederland, verwarringsgevaar te duchten, te meer nu Stichting plannen heeft om vestiging te openen in Rotterdam.

 

IEPT20201009, Rb Den Haag, Alpargatas v ASW

Alpargatas spoedeisend belang: mededelingen ASW zien uitsluitend op de Sanda-partij, terwijl er na 30 juni 2020 HAVAIANAS slippers werden aangeboden, waarvan onduidelijk is of deze met toestemming van Alpargatas in de EER in het verkeer waren gebracht. Inbreuk op de merkrechten van Alpargatas: Sanda-partij niet uitgeput. ASW onvoldoende onderbouwd dat andere partij slippers met toestemming van Alpargatas in de EER in het verkeer zijn gebracht. ASW moet binnen 48 uur merkinbreuk staken en gestaakt houden en opgave doen van totaal aantal exemplaren ingevoerd, in voorraad verkocht en naam adressen van rechtspersonen aan wie geleverd is en van leveranciers en/of producenten. Gevorderde recall wordt toegewezen, behalve voor de partij slippers die teruggezonden is naar Colombia. Alpargatas ten aanzien van Ostoy voldoende spoedeisend belang: Ostoy geen onthoudingsverklaring ondertekend. Ostoy heeft inbreuk gemaakt op merkrechten van Alpargatas door niet uitgeputte slippers in de EER in te voeren. Ostoy moet binnen 24 uur inbreuk staken en gestaakt houden en opgave doen van totaal aantal exemplaren ingevoerd, in voorraad verkocht en naam adressen van rechtspersonen aan wie geleverd is en van leveranciers en/of producenten. Gevorderde recall wordt toegewezen, behalve voor de partij slippers die teruggezonden is naar Colombia.

 

IEPT20201019, Rb Rotterdam, RPM v Philip Morris

Vordering RPM tot opheffen beslag en verbod tot nogmaals doen leggen van beslag op partij tabaksproducten afgewezen: summierlijk aannemelijk dat RPM eigenaar/rechthebbende van de Partij is, artikel 9 lid 4 UMVo van toepassing en niet het oudere Class-criterium, niet uitgesloten dat de Partij de T1 status heeft, maar Philip Morris kan ongeacht status een actie op grond van artikel 9 lid 4 UMVo instellen, verschillende omstandigheden brengen het oordeel met zich mee dat sprake zou kunnen zijn van illegale handel in tabaksproducten, mede op grond van proceshouding RPM kan niet worden uitgesloten dat de Partij bestemd is om elders zonder toestemming van Philip Morris op een markt te worden gebracht wat inbreukmakend handelen oplevert, twijfel dient reeds doorslaggevend te zijn voor het oordeel dat het Beslag moet rusten en belangenafweging noopt hier ook toe. 

 

IEPT20201008, HvJEU, Aktiebolaget Östgötatrafiken v PRV

Beoordeling onderscheidend vermogen van een teken bestaande uit kleurpatronen die worden aangebracht op vervoermiddelen: met name moet rekening gehouden worden met perceptie door het relevante publiek en niet hoeft worden nagegaan of dit teken significant afwijkt van de norm of van wat in de betrokken economische sector gangbaar is.

 

IEPT20200917, HvJEU, EUIPO v Messi

Geen verwarringsgevaar jongere woord-beeldmerk MESSI met oudere woordmerk MASSI. Een te verwaarlozen deel van het relevante publiek zou de term Messi niet rechtstreeks in verband brengen met de naam van de beroemde voetballer. De begripsmatige verschillen tussen de conflicterende tekens neutraliseren de visuele en fonetische overeenstemmingen van deze tekens. Gerecht heeft terecht geoordeeld dat de bekendheid van Messi Cuccittini een relevant element was voor de vaststelling van een begripsmatig verschil tussen de term MESSI en de term MASSI. Niet vereist dat sprake is van een ouder bekend merk voor toepassing van de rechtspraak dat de globale beoordeling van het verwarringsgevaar impliceert dat begripsmatige verschillen tussen twee tekens de visuele en fonetische overeenstemmingen ervan kunnen neutraliseren, mits ten minste een van deze tekens in de ogen van het relevante publiek een duidelijke en specifieke betekenis heeft, zodat dit publiek in staat is om deze rechtstreeks te begrijpen.

 

 

IEPT20200916, Rb, Den Haag, IXXI v Bicsy

IXXI heeft in strijd met waarheidsplicht gehandeld: verzuimd de relevante feiten volledig en naar waarheid naar voren te brengen door het IXX-Octrooi niet te vermelden in de dagvaarding. Bicsy wanddecoratiesysteem maakt geen inbreuk op IXX-systeem: totaalindrukken verschillen voldoende door de verschillende uitgewerkt en vormgegeven opvallende verbindingsstukken, die op een andere manier zichtbaar zijn, zowel dichtbij als van veraf beschouwd. Geen slaafse nabootsing: IXXI onvoldoende gesteld dat zij een eigen gezicht op de markt had. Vorderingen merk-en handelsnaaminbreuk toegewezen: inbreuk door Bicsy niet weersproken.

 

IEPT20200916, HvJEU, Edison

“Elektrische energie” is niet ten onrechte uitgesloten van de waren van klasse 4 van de achtste editie van de classificatie van Nice: betoog dat ten onrechte geen “functionele” benadering is gevolgd is ongegrond, zoals het Gerecht terecht heeft vastgesteld in punt 29 van het bestreden arrest, blijkt echter uit punt 61 van het arrest van 19 juni 2012, Chartered Institute of Patent Attorneys (C‑307/10, EU:C:2012:361), dat de aanvrager in zijn merkaanvraag de waren waarvoor de merkbescherming wordt gevraagd voldoende duidelijk en nauwkeurig moet omschrijven opdat de bevoegde autoriteiten en de marktdeelnemers louter op basis daarvan de omvang van de gevraagde bescherming kunnen bepalen, grief tegen een overweging die ten overvloede is geformuleerd en daarmee niet tot vernietiging kan leiden is niet ter zake dienend, geen sprake van tegenstrijdige redenering door het Gerecht, niet gesteld of aangetoond dat de beoordeling van waarde van bewijs door het Gerecht berust op een onjuiste opvatting, onvoldoende uiteengezet dat het Gerecht met verwijzing naar arrest blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, ongewijzigde herhaling van in eerste aanleg aangevoerde grief niet-ontvankelijk en waarde die Gerecht hecht aan bewijzen valt niet binnen bevoegdheid van het Hof. Geen schending van procedurele rechten en artikel 75 Gemeenschapsmerkenverordening: het bestreden arrest is niet ontoereikend gemotiveerd en Edison herhaalt reeds aangevoerde argumenten.

 

IEPT20200916, Rb Gelderland, Binx Smartility v Bincx

Teken BINCX maakt ex artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE inbreuk op het woordmerk BINX Smartility: de toevoeging “smartility” is minder onderscheidend dan het - van huis uit zeer onderscheidende – element BINX, de auditieve gelijkenis tussen BINX en BINCX wordt niet geneutraliseerd door het visuele verschil door de toevoeging van de letter C, niet gemotiveerd betwist dat de door Bincx geleverde diensten gelijk zijn aan althans overeenstemmen met de diensten waarvoor Binx Smartility staat ingeschreven, aannemelijk dat het in aanmerking komende publiek  - opdrachtgevers in de utiliteitsbouw – zal menen dat het hier om aan elkaar gelieerde aanbieders van diensten gaat. Handelsnaam Bincx maakt inbreuk op handelsnaamrecht Binx Smartility: beide ondernemingen bieden met het realiseren van nieuwbouwprojecten in de utiliteitssector diensten aan die in grote mate soortgelijk zijn, partijen richten zich op de gehele Nederlandse bouwmarkt.

 

 IEPT20200901, Hof Den Bosch, Converse v Sporttrading

Geen sprake van een - in beginsel ongeoorloofde - wissel van partijhoedanigheid sinds Converse geen merkhouder meer is: het hof gaat ervan uit dat Converse als lasthebber en dus nog steeds in eigen naam optreedt. Converse heeft in strijd met artikel 21 Rv gehandeld: zij heeft zich beroepen op verklaringen waarvan zij wist of redelijkerwijs kon weten dat deze (deels) onjuist zijn, dit heeft gevolgen voor de beoordeling van de proceskosten maar geeft geen aanleiding voor het afwijzen van de vorderingen of omkeren van de bewijslast. Vorderingen tegen FM terecht afgewezen: niet voldaan aal stelplicht met algemene stelling dat binnen de Sporttrading groep voor elkaar werd gefactureerd, gecorrespondeerd en gefinancierd. Converse en Kesbo gezamenlijk aansprakelijk voor de gevolgen van de beslaglegging: mogelijkheid van schade voldoende aannemelijk gemaakt  nu aannemelijk is dat de bedrijfsvoering van FM door de beslaglegging is ontwricht. Vordering tot inzage en afgifte ex artikel 843a Rv / 1019a Rv tegen FM afgewezen: bestaan van een rechtsbetrekking tussen Converse en FM niet aannemelijk. Beroep curator op uitputting alsnog afgewezen: bewijslast ten onrechte bij Converse neergelegd, de curator heeft voor zeer grote aantallen schoenen onvoldoende onderbouwd dat sprake is van uitputting. Curator moet gedogen dat de schoenen aan Converse worden afgegeven

 

 IEPT20200811, Hof Den Haag, Lacoste v Hema

Blauw hemdje van Hema met daarop één krokodil maakt inbreuk ‘sub b’ op beeldmerk Lacoste: daar het gaat om goedkoop kinderondergoed is sprake van een iets lager dan gemiddeld althans gemiddeld aandachtsniveau, sprake van gebruik als merk nu (mede uit marktonderzoeken blijkt dat) het publiek de krokodil niet louter als decoratie ziet, hoge mate van visuele en begripsmatige overeenstemming nu het in beide gevallen gaat om een (gestileerde) actieve krokodil, die vanuit hetzelfde zijaanzicht is afgebeeld met de open bek aan de rechterzijde, vaststaat dat de waren waarvoor de merken zijn gedeponeerd en het teken wordt gebruikt identiek zijn en dat de merken bekend zijn en een grote beschermingsomvang hebben, gemotiveerd betwist dat het relevante publiek geen merk verwacht op een kinderhemdje, dat op kinderkleding vaak afbeeldingen van dieren voorkomen kan niet afdoen aan de inbreuk, juistheid van de stelling dat iedere Nederlander weet dat Hema uitsluitend kleding onder haar eigen Hema-merk aanbiedt is niet aannemelijk, mogelijkheid van 'post sale confusion' voorshands aannemelijk. Grijs setje met daarop meerdere krokodillen verdeeld over het hele hemdje en broekje maakt eveneens inbreuk: aannemelijk dat een aanmerkelijk deel van het publiek dit gebruik niet louter als decoratie percipieert, deel van de krokodillen stemt in hoge mate overeen met het Lacoste merk, ook hier staat vast dat de waren identiek zijn en dat de merken bekend zijn en een grote beschermingsomvang hebben

 

IEPT20200730, Rb Oost-Brabant, Foodlink

Gedaagden maakten bij zwendel middels identiteitsfraude inbreuk op merken en handelsnaam Foodlink: geen verweer gevoerd tegen deze stelling. Gedaagden hoofdelijk veroordeeld in betaling schadevergoeding van € 49.523,84: ondergeschikte rol maakt niet dat [gedaagde sub 2] niet hoofdelijk aansprakelijk is. 

 

IEPT20200729, Rb Amsterdam, JAN v Jan de Belastingman

Jan de Belastingman maakt geen inbreuk op woordmerk en beeldmerken JAN: woordmerk JAN en het teken Jan de Belastingman stemmen slechts in beperkte mate overeen, beeldmerken JAN en logo Jan de Belastingman stemmen nauwelijks overeen, mate waarin partijen dezelfde diensten aanbieden is slechts zeer beperkt, verwarringsgevaar niet aannemelijk gemaakt, niet aannemelijk dat Jan de Belastingman met zijn handelsnaam of domeinnaam voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk JAN. Ook geen sprake van inbreuk op handelsnaam: dit gezien de beperkte overeenkomst in handelsnamen en verschil in aard ondernemingen.

 

IEPT20200722, Rb Den Haag, Hikvision v LITB

Verzet tegen verstekvonnis waarin is geoordeeld dat LITB inbreuk maakt op merken Hikvision door zonder toestemming Hikvision-producten aan te bieden faalt: gebruik van een gelijk teken voor gelijke waren in de zin van artikel 9 lid 2 sub a UMVo, gestelde eigendomsoverdracht tussen LITB en consument buiten de EER niet relevant nu het aanbieden van de producten aan consumenten in de EER inbreuk oplevert, LITB dient uitputting zelf te bewijzen nu geen reëel gevaar bestaat van afscherming van nationale markten, geen sprake van toestemming van Hikvision. Verbod toegewezen, schadevergoeding verwezen naar schadestaatprocedure. Winstafdracht verworpen bij gebreke van kwade trouw.

 

IEPT20200727_Rb_Den_Haag_Ivana_v_Ankerslot

Ankerslot handelt niet onrechtmatig jegens Ivana door klantspecifiek sleutelsysteem te leveren aan Polvo: Ivana heeft niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een exclusieve afspraak dat de sleutelsystemen uitsluitend voor haar werden geproduceerd. Polvo maakt geen inbreuk op Ivana-merk: geen sprake van verwijdering van het Ivana-merk met vervanging door de naam Noxxa, betreft uitgeputte producten, geen indruk gewekt dat Polvo een commerciële relatie met Ivana onderhoudt. Geen auteursrechtinbreuk door Polvo: foto’s missen oorspronkelijk karakter. Geen belang meer bij rectificatie persbericht/Facebookposts: oorspronkelijk bericht is gewijzigd en niet gebleken dat oude bericht nog wordt gebruikt. 

 

IEPT20200717, Rb Oost-Brabant, Babel v Babel Den Bosch

Handelsnamen Babel en Babel Den Bosch en domeinnaam babeldenbosch.nl maken inbreuk op handelsnaam Babel: verhaal uit het oude testament maakt niet dat Babel een beschrijvende naam is voor taalcursussen, sprake van verwarringsgevaar nu sprake is van identieke namen en beide partijen landelijk taalcursussen aanbieden,  verwarring heeft zich feitelijk voorgedaan. Beeldmerk Babel Den Bosch en domeinnaam bouwmeeaanbabel.nl maken geen inbreuk op beeldmerk Babel: tekens stemmen niet overeen met het beeldmerk van Babel.

 

 

IEPT20200716, HvJEU, ACTC v EUIPO

Normaal gebruik. Omvang van categorieën van waren of diensten waarvoor oudere merk werd ingeschreven is belangrijke factor voor het evenwicht tussen enerzijds de handhaving en het behoud van de exclusieve rechten van de merkhouder en anderzijds de beperking van die rechten om te voorkomen dat een gedeeltelijk gebruikt merk een ruime bescherming geniet enkel omdat het voor een ruim assortiment van waren en diensten werd ingeschreven. Als categorie waren of diensten ouder merk bijzonder nauwkeurig en afbakenend zijn omschreven, waarbinnen geen belangrijke onderverdelingen kunnen worden gemaakt volstaat bewijs van normaal gebruik voor een deel van de waren of diensten. Als sprake is van ruime categorie die kan worden onderverdeeld in verschillende zelfstandige subcategorieën is het noodzakelijk dat houder ouder merk normaal gebruik bewijst voor alle zelfstandige subcategorieën. Criterium van het doel en de bestemming van de waren of diensten essentieel om een zelfstandige subcategorie van waren te onderscheiden. Indien betrokken waren meerdere doelen en bestemmingen hebben kan het bestaan van een afzonderlijke subcategorie van waren niet worden vastgesteld door elk van de mogelijke doelen van deze waren op zichzelf te beschouwen. Gerecht heeft terecht niet naar elk van de gebruikstoepassingen van de betrokken waren apart gekeken (het bedekken, omhullen, mooi aankleden of beschermen van het menselijk lichaam), aangezien deze verschillende gebruikstoepassingen worden gecombineerd met het oog op het in de handel brengen van deze waren. Feit dat betrokken waren een verschillend doelpubliek hadden en in verschillende winkels werden verkocht niet relevant om een zelfstandige subcategorie van waren af te bakenen

 

IEPT20200714, Hof Arnhem-Leeuwarden, Taylor Wessing

Merkenrechthebbende en niet licentie-houder gehouden tot betaling facturen die verband houden met registratie van een merk: merkenrechthebbende heeft feitelijke opdracht gegeven en tegendeel niet voldoende onderbouwd. 

 

 IEPT20200714, Hof Arnhem-Leeuwarden, Sinvest

Geen sprake van rechtsverwerking bij bezwaar merkhouder tegen gebruik merk in domeinnamen en handelsnaam wederverkoper: geen sprake van uitdrukkelijke toestemming, wederverkoper zou er bovendien rekening mee moeten gehouden hebben dat de gestelde toestemming ooit zou kunnen worden beëndigd, niet aangetoond dat merkhouder Sinvest al in 2012 op de hoogte was van het gebruik, enkele stilzitten gedurende een periode van vier jaar tot de eerste sommatie had bovendien niet tot rechtsverwerking kunnen leiden, investeringen in vindbaarheid websites maken niet dat wederverkoper onredelijk wordt benadeeld. Inbreuk op woordmerk BLUE LAGOON aangenomen door gebruik in domeinnamen en handelsnaam wederverkoper: gebruik gaat verder dan door een wederverkoper van originele merkproducten is toegestaan en kan onjuiste indruk wekken van commerciële band. Wederverkoper dient de domeinnamen over te dragen aan Sinvest: Karl Dungs-arrest toegepast, geen grond voor het toewijzen van een vergoeding voor het overdragen van de domeinnamen. 

 

IEPT20200703, HR, Stokke v Hauck

Hoger beroep tegen oordeel dat vormmerk Tripp Trapp-stoel terecht nietig is verklaard nu de vorm door de aard van de waar wordt bepaald ex artikel 81 RO verworpen.

 

 IEPT20200702, HvJEU, mk advokaten v MBK Rechtsanwälte

Persoon die actief is in het economische verkeer en een advertentie op een website heeft laten plaatsen die inbreuk maakt op een merk van een derde maakt geen gebruik maakt van het teken dat gelijk is aan dat merk wanneer: beheerders van andere websites die advertentie overnemen door publicatie ervan, op eigen initiatief en in eigen naam, op die andere websites.

 

IEPT20200702, Rb Noord-Holland, Adelca v Sensilab

Merkenrechtinbreuk aangenomen op beeldmerk 'Slimjoy' van Adelca en verbod op gebruik van teken binnen de Benelux toegewezen: niet aangenomen dat er een overeenstemming is bereikt over de overdracht van de merken, inbreuk voor het overige niet weersproken.