2021 2e half jaar merkenrecht

Print this page

IEPT20211124, Rb Amsterdam, Izipizi v Looplabb

Totaalindrukken van de witte brilverpakkingen van Looplabb en het Izipizi-Uniemerk stemmen verwarringwekkend overeen. Omdat het element kleur bij de witte Looplabb-verpakking ontbreekt is deze overeenstemming ook verwarringwekkend in de zin van 9 lid 2 sub b UMVo. Met de gekleurde verpakkingen maakt Looplabb geen inbreuk op Uniemerk Izipizi  Gezien de beperkte beschermingsomvang van het Izipizi-Uniemerk is de rechtbank van oordeel dat Looplabb met haar opvallend gekleurde verpakking en witte brilmontuur voldoende afstand heeft genomen en geen sprake is van reëel verwarringsgevaar. Er is daarom geen inbreuk op auteursrecht omdat de verpakkingen een andere totaalindruk hebben en er is geen onrechtmatige slaafse nabootsing. Slaafse nabootsing laat geen ruimte voor bescherming van abstracties.

 

IEPT20211123, Rb Gelderland, Hewlett Packard Enterprise v PTP

Inzage in- en afschrift en afgifte van bescheiden PTP toewijsbaar: PTP maakt vanwege ongeoorloofde parallelimport van HPE-producten inbreuk op de merken van HPE. Bescheiden voldoende bepaald. Beroep op verjaring slaagt niet: niet kan worden vastgesteld dat aanspraken die voortvloeien uit merkinbreuk door PTP tot en met 2015 teniet zijn gegaan door verjaring. Beroep op rechtsverwerking slaagt niet: door PTP geen bijzondere omstandigheden gesteld waardoor bij PTP het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat HPE c.s. de aanspraken uit hoofde van merkinbreuk niet (meer) geldend zouden maken. Geen inzage op grond van de door ongeoorloofd ‘frankensteinen’-ontstane rechtsbetrekking: onvoldoende mate van zekerheid dat er sprake is van ongeoorloofd ‘frankensteinen’. 

 

IEPT20211222, Rb Den Haag, Bestseller v OFM

OFM maakt t inbreuk op merkrechten op het ONLYmerk van Aktieselskabet door het gebruik van het Brands-merk en het grote M-merk. Beroep van OFM c.s. op rechtsverwerking slaagt niet: dat Bestseller c.s. niet is opgekomen tegen het depot in 2012 van het Brands-merk en het daaropvolgende gebruik daarvan, is geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan OFM c.s. er op had mogen vertrouwen dat Bestseller c.s. toestemming gaf voor merkgebruik. Toestemming van Bestseller c.s. aan OFM c.s. blijft beperkt tot het gewijzigde logo: overeenkomst kan niet anders worden gelezen dan dat partijen overeen zijn gekomen dat 2007- merk niet door OFM zal worden gebruikt zoals ingeschreven. OFM c.s. maakt met de tekens inbreuk op het ONLY-merk: de overeenstemming tussen het ONLY-merk enerzijds en het grote M-teken en het Brands-teken anderzijds is zodanig dat sprake is van gevaar voor verwarring bij het relevante publiek. Artikel 2.30septies BVIE (verzet tegen nietigverklaring wegens bewust gedogen) is niet van toepassing: de vorderingen van Bestseller c.s. strekken zich niet tot nietigverklaring van het Brands-merk.

 

IEPT20211101, Rb Noord-Holland, Jiskefet v Noblesse uitgevers

Jiskefet kan met een beroep op hun merkrechten opkomen tegen het onderhavige gebruik van het teken Jiskefet op het boek van uitgeverij Noblesse op grond van artikel 2.20 lid 2 sub d BVIE: Jiskefet is heden ten dage nog een bekend cabarettrio. Uitgever moet door middel van een sticker op de voorkant van het boek een nadere omschrijving geven waardoor blijkt dat dit boek 'Encyclopedie Jiskefet' niet van Jiskefet zelf afkomstig is.

 

IEPT20210929, Rb Midden-Nederland, Hoggan v MusTec 

Vordering tot nietigverklaring Beneluxmerken MicroFET, ErgoFET en BioFET. Wel kennis van bestaan en gebruik van de merken (veronderstelt). Geen merkdepot te kwader trouw. Geen misleidende mededelingen of oneerlijke handelspraktijken, oneerlijke concurrentie. Artikel 1019h Rv niet van toepassing op nietigheidsprocedure.

 

IEPT20210928, Hof Den Haag, Ledar v Ikea

 Ledar in het ongelijk gesteld. De rechtbank heeft niet ten onrechte geoordeeld dat artikel 128 lid 4 UMVo onder de gegeven omstandigheden noopt tot schorsing van de procedure in conventie en reconventie: de beweerdelijke inbreukmakende partij moet voorafgaand aan een inbreukprocedure een geldigheidsactie bij het Bureau kunnen instellen en het staat haar vrij vervolgens in de hoofdzaak ook nog een reconventionele geldigheidsactie in te stellen. Verder is grief 2 tevergeefs voorgesteld. Ledar stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen bijzondere reden zou zijn om de behandeling voort te zetten, zoals bedoeld in artikel 132 lid 1 UMVo: Het enkele belang bij voortzetting van de procedure en het voorkomen van vertraging is de afdoening van de inbreukvordering is onvoldoende om als ‘bijzondere reden’ te kunnen worden aangemerkt. Grief 3 slaagt evenmin, waarin Ledar op komt tegen de conclusie dat de procedure niet alleen in reconventie, maar ook in conventie moet worden geschorst: in artikel 132 lid 1 en artikel 128 lid 4 UMVo wordt nadrukkelijk gesproken over enerzijds een ingestelde vordering (de conventie) en anderzijds over een reconventionele vordering. 

 

IEPT20210719, Rb Amsterdam, Youvia v Telefoongids.com

Gedaagde bij verstek bevolen inbreuk op handelsnaam- en merkenrecht DE TELEFOONGIDS van Youvia te staken: het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor.

 

IEPT20210714, Rb Den Haag, Stratco v HSWT

Geen inbreuk sub a op HYET-merken door gebruik vooruitlopend op samenwerking: sprake van impliciete toestemming en het gebruik is na beëindiging onderhandelingen binnen een half jaar gestaakt welke termijn door Stratco c.s. redelijk werd geacht. Geen inbreuk sub b op HYET-merken door gebruik van HSWT-teken en HSWT-handelsnaam: geen nawerking doordat geen sprake was van inbreuk en sprake van minimale auditieve en visuele overeenstemming en geen grond voor begripsmatige overeenstemming waardoor geen verwarringsgevaar is te duchten en feitelijke verwarring is gevolg van overname Gravelinesfabriek en afbreken onderhandelingen. Geen inbreuk sub b op HYET-woord-beeldmerk door gebruik HSWT-teken: auditief en visueel nog minder overeenstemming door toevoeging 'Sweet' en verschillende beeldelementen en begripsmatige overeenstemming niet gebleken. Geen beroep op artikel 6:193c en 6:193d BW mogelijk: HSWT c.s. is actief op de zakelijke markt en verkoopt en levert niet aan consumenten. Geen oneerlijke mededinging door onrechtmatig profiteren van investeringen: uitlating over Stratco c.s. door partij buiten deze procedure, overeenkomst tussen Coca Cola en HSWT France niet onrechtmatig jegens Hyet Holding, geen nodeloze verwarring door gebruik HSWT-teken, geen verwarring gesticht door gebruik e-mailadressen van voormalig medewerkers van Hyet Sweet.

 

IEPT20210708, Rb Den Haag, Rodenmors v Byecar

[gedaagde] maakt inbreuk op Uniemerk BYEBYE.CAR van Rodenmors door gebruik van het teken ‘byecar’ in handelsnaam, domeinnaam en op website: teken wordt gebruikt voor dezelfde waren of diensten, dat handelswijze van partijen verschilt is niet relevant, evenmin van belang dat Rodenmors het Uniemerk nog niet heeft gebruikt in het economisch verkeer nu vijfjaarstermijn nog niet is verstreken, sprake van overeenstemming tussen Uniemerk en teken, verwarringsgevaar te duchten, dat website van [gedaagde] nog niet gereed is doet niet aan inbreuk af.

 

IEPT20210707, Rb Den Haag, Kärcher v Varo

Oudste Kleurmerk van Kärcher nietig verklaard: voldoet niet aan vereiste dat het teken duidelijk en nauwkeurig is vast te stellen en op dat vereiste stuit af dat het Oudste Kleurmerk de nauwkeurige weergave ontleent aan het Jongste Kleurmerk. Jongste Kleurmerk is geldig vanwege inburgering in de gehele Benelux in de zin van artikel 2.2bis lid 3 BVIE: al tientallen jaren onafgebroken, consequent en wereldwijd gebruik van Kärcher-geel voor producten voor consumenten en in aanbiedingen, reclame-uitingen en promotiemateriaal en op de website en uit marktonderzoek blijkt dat aanzienlijk deel van de consumenten een Kärcher-gele hogedrukreiniger als afkomstig van Kärcher identificeerde. Beroep op rechtsverwerking slaagt niet: enkel tijdsverloop is niet voldoende en schikking van 2009 was gebaseerd op andere (niet-merkenrechtelijke) grondslag. Varo maakt met de gebruikte kleur geel voor haar Varo-hogedrukreinigers inbreuk op het Jongste Kleurmerk ex artikel 2.20 lid 2 aanhef en onder b BVIE: sprake van identieke waren, namelijk hogedrukreinigers en grote mate van overeenstemming tussen de kleurtinten waardoor sprake is van verwarringsgevaar.