Artikel 38

Print this page

1. De Commissie stimuleert een regelmatige uitwisseling van informatie tussen de daarvoor aangewezen bevoegde instanties in de lidstaten en tussen die instanties en de Commissie over de situatie en de ontwikkeling van multiterritoriale licentieverlening.

2. De Commissie voert regelmatig raadplegingen uit met vertegenwoordigers van rechthebbenden, collectieve beheerorganisaties, gebruikers, consumenten en andere belanghebbende partijen over hun ervaringen met de toepassing van de bepalingen van titel III van deze richtlijn. De Commissie verstrekt de bevoegde instanties alle ter zake dienende informatie die voortkomt uit deze raadplegingen in het kader van de in lid 1 vermelde uitwisseling van informatie.

3. De lidstaten zien erop toe dat hun bevoegde instanties uiterlijk op 10 oktober 2017 een verslag aan de Commissie doen toekomen over de situatie en de ontwikkeling van multiterritoriale licentieverlening op hun grondgebied. Het verslag bevat in het bijzonder informatie over de beschikbaarheid van multiterritoriale licenties in de desbetreffende lidstaat en de naleving door collectieve beheerorganisaties van de bepalingen in het nationale recht die zijn vastgesteld bij de tenuitvoerlegging van titel III van deze richtlijn, tezamen met de beoordeling van de ontwikkeling van multiterritoriale licentieverlening van onlinerechten inzake muziekwerken door gebruikers, consumenten, rechthebbenden en andere belanghebbende partijen.

4. Op basis van de krachtens lid 3 ontvangen verslagen en de krachtens leden 1 en 2 verzamelde informatie beoordeelt de Commissie de toepassing van titel III van deze richtlijn. Indien noodzakelijk, en waar toepasselijk op basis van een specifiek verslag, overweegt zij nadere maatregelen om geconstateerde problemen op te lossen. Deze beoordeling strekt zich met name uit tot:

a) het aantal collectieve beheerorganisaties dat voldoet aan de voorschriften van titel III;

b) de toepassing van de artikelen 29 en 30, met inbegrip van het aantal vertegenwoordigingsovereenkomsten dat de collectieve beheerorganisaties krachtens deze artikelen hebben gesloten;

c) het aandeel van het repertoire in de lidstaten dat beschikbaar is voor licentieverlening op multiterritoriale basis.