Artikel 29

Print this page

  weegschaal.png

 

(1) Elk land dat geen lid is van de Unie kan tot deze Akte toetreden en daardoor partij bij deze Conventie en lid van de Unie worden. De akten van toetreding worden nedergelegd bij de Directeur-Generaal.


(2)
(a) Behoudens het bepaalde in letter b treedt deze Conventie voor elk land dat geen lid is van de Unie in werking drie maanden na de datum waarop de Directeur-Generaal kennis heeft gegeven van de nederlegging van de akte van toetreding, tenzij in de nedergelegde akte een latere datum is aangegeven. In dat geval treedt de Conventie voor dat land in werking op de aldus aangegeven datum.
(b) Indien de inwerkingtreding krachtens toepassing van letter a voorafgaat aan de inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 21 en het Aanhangsel op grond van artikel 28, tweede lid, letter a, zal dat land middelerwijl zijn gebonden door de artikelen 1 tot en met 20 van de Akte van Brussel van deze Conventie, die daarmede in de plaats treden van de artikelen 1 tot en met 21 en het Aanhangsel.