Artikel 65

Print this page

1. De rechterlijke bevoegdheid, bepaald in artikel 6, punt 2, en artikel 11 ten aanzien van de vordering tot vrijwaring of de vordering tot voeging of tussenkomst kan in Duitsland en in Oostenrijk niet worden ingeroepen. Eenieder die woonplaats heeft in een andere lidstaat, kan worden opgeroepen voor de gerechten van:
(a) Duitsland, met toepassing van de artikelen 68, 72, 73 en 74 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zivilprozessordnung) betreffende de litis denuntiatio;
(b) Oostenrijk, overeenkomstig artikel 21 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zivilprozessordnung) betreffende de litis denuntiatio.

(c) Hongarije, overeenkomstig de artikelen 58 t/m 60 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Polgári perrendtartás) betreffende de litis denuntiato.


2. De in de overige lidstaten krachtens de artikel 6, punt 2, en artikel 11 gegeven beslissingen worden in Duitsland, Oostenrijk en Hongarije overeenkomstig hoofdstuk III erkend en ten uitvoer gelegd. De gevolgen voor derden van de beslissingen welke in deze staten met toepassing van het voorgaande lid zijn gegeven, worden eveneens in de overige lidstaten erkend.

 

Engelse versie op IP-PorTal