Artikel 6

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Elke Verdragsluitende Staat kent een nationale behandeling toe aan omroeporganisaties indien aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) hoofdkantoor van de omroeporganisaties is gelegen in een andere Verdragsluitende Staat;
b) de uitzending geschiedde via een zendinstallatie gelegen in een andere Verdragsluitende Staat.


2. Iedere Verdragsluitende Staat kan, door middel van een bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegde kennisgeving, verklaren dat hij uitzendingen alleen zal beschermen indien het hoofdkantoor van de omroeporganisatie is gelegen in een andere Verdragsluitende Staat en de uitzending geschiedde via een in diezelfde Verdragsluitende Staat gelegen zendinstallatie. Deze kennisgeving kan worden nedergelegd op het tijdstip van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding, of op elk tijdstip daarna; in het laatste geval wordt zij van kracht zes maanden nadat zij is nedergelegd.