Artikel 12

Print this page

1. Na afloop van de termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden, kan de termijn op verzoek van de houder van het besluit, mits hij eerst alle bedragen heeft voldaan die hij krachtens deze verordening aan de douaneautoriteiten verschuldigd is, worden verlengd door de bevoegde douanedienst die het oorspronkelijke besluit heeft genomen.


2. Indien de bevoegde douanedienst het verzoek tot verlenging van de termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden, minder dan 30 werkdagen vóór de vervaldatum van het te verlengen besluit ontvangt, kan deze dienst dat verzoek weigeren.


3. De bevoegde douanedienst brengt zijn besluit met betrekking tot de verlenging ter kennis van de houder van het besluit binnen 30 werkdagen na ontvangst van het in lid 1 bedoelde verzoek. De bevoegde douanedienst specificeert bij de toewijzing van een verzoek de termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden.


4. De verlengde termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden, gaat in op de dag volgende op de datum waarop de vorige termijn verstrijkt, en bedraagt maximaal een jaar.


5. Indien een intellectuele-eigendomsrecht verstrijkt of de aanvrager om andere redenen niet langer gerechtigd is een verzoek in te dienen, treden de douaneautoriteiten niet op. Het besluit tot toewijzing van de verlenging wordt dienovereenkomstig ingetrokken of gewijzigd door de bevoegde douanedienst die het besluit heeft toegewezen.


6. De kosten van de administratieve afhandeling van het verzoek tot verlenging worden de houder van het besluit niet aangerekend.


7. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een aanvraagformulier op voor verlenging van de termijn. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 34, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.