Artikel 109

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De voorzitter stelt jaarlijks voor het volgende begrotingsjaar een raming van ontvangsten en uitgaven van het Bureau op en doet deze uiterlijk op 31 maart van elk jaar aan de raad van bestuur toekomen, samen met een lijst van het aantal ambten en, indien de raming voorziet in een subsidie als bedoeld in artikel 108, lid 3, voorafgegaan door een toelichting.

 

2. Indien de raming voorziet in een subsidie als bedoeld in artikel 108, lid 3, stuurt de raad van bestuur de raming onmiddellijk door naar de Commissie, samen met de lijst van het aantal ambten en de toelichting; de raad van bestuur kan daar zijn eigen advies aan toevoegen. Een en ander wordt door de Commissie doorgestuurd aan de begrotingsautoriteit van de Gemeenschappen; de Commissie kan een advies en een alternatieve raming toevoegen.

 

3. De raad van bestuur neemt de begroting aan, welke de lijst van het aantal ambten van het Bureau omvat. Indien de raming voorziet in een subsidie als bedoeld in artikel 108, lid 3, wordt de begroting indien nodig aangepast aan de toewijzingen in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.