Artikel 55

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien het Bureau bij het onderzoek overeenkomstig de artikelen 53 en 54 geen enkel beletsel voor het verlenen van een communautair kwekersrecht vaststelt, zorgt het ervoor dat het technisch onderzoek waaruit moet blijken of aan het bepaalde in de artikelen 7, 8 en 9 is voldaan, in tenminste één Lid-Staat wordt uitgevoerd door het bevoegde bureau dat of de bevoegde bureau die door de raad van bestuur met het technisch onderzoek van rassen van het betrokken taxon is of zijn belast, hierna "onderzoeksbureau(s)" te noemen.

 

2. Bij gebreke van een onderzoeksbureau kan het Bureau met instemming van de raad van bestuur andere geschikte organen met deze verantwoordelijkheid belasten of eigen diensten van het Bureau voor hetzelfde doel inrichten. Voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk worden deze organen en diensten als onderzoeksbureaus beschouwd. Zij mogen gebruik maken van de door de aanvrager ter beschikking gestelde inrichtingen.

 

3. Het Bureau doet de onderzoeksbureaus overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen uit hoofde van artikel 114 exemplaren van de aanvraag toekomen.

 

4. Het Bureau bepaalt in een algemene regeling of schrijft voor elk geval afzonderlijk voor waar, wanneer en in welke hoeveelheid en vorm het materiaal voor het technische onderzoek en referentiemonsters ter beschikking moeten worden gesteld.

 

5. Indien de aanvrager zich op grond van artikel 52, lid 2 of lid 4, op voorrang beroept, moet hij binnen twee jaar na de datum van aanvraag als bedoeld in artikel 51 het vereiste materiaal ter beschikking stellen en de eventueel vereiste aanvullende bescheiden overleggen. Indien de vroegere aanvraag vóór het verstrijken van de termijn van twee jaar wordt ingetrokken of afgewezen, kan het Bureau eisen dat de aanvrager binnen een bepaalde termijn het materiaal ter beschikking stelt of de eventueel vereiste aanvullende bescheiden overlegt.