Artikel 68

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Op verzoek van de benadeelde partij gelast het Gerecht degene die wist of redelijkerwijze had behoren te weten, dat hij inbreuk maakte op een octrooi, de benadeelde partij een passende schadevergoeding te betalen voor de schade die deze als gevolg van de inbreuk werkelijk heeft geleden.

2. De benadeelde partij wordt, voor zover mogelijk, hersteld in de toestand waarin zij zich zou bevinden indien de inbreuk niet zou zijn gepleegd. De inbreukmaker mag geen voordeel behalen uit de inbreuk. De schadevergoeding heeft evenwel geen strafrechtelijk karakter.

3. Bij het vaststellen van de schadevergoeding:
a. neemt het Gerecht alle ter zake dienende aspecten in aanmerking, zoals de negatieve economische gevolgen, waaronder winstderving, die de benadeelde partij heeft ondervonden, de onrechtmatige winst die de inbreukmaker heeft genoten en, in passende gevallen, andere elementen dan economische factoren, zoals de immateriële schade die de benadeelde partij door de inbreuk heeft geleden; of
b. stelt het Gerecht bij wijze van alternatief voor het bepaalde onder a), in passende gevallen, de schadevergoeding vast als een forfaitair bedrag, op basis van elementen zoals ten minste het bedrag aan royalty’s of vergoedingen dat verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het desbetreffende octrooi te gebruiken.

 

4. Indien de inbreukmaker zich er niet van bewust was, noch dat redelijkerwijs kon zijn, dat hij de inbreuk pleegde, kan het Gerecht gelasten dat de winst wordt afgedragen of dat een schadevergoeding wordt betaald.

 

Engelse versie op IP-PorTal