Artikel 81

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Het Hof van Beroep kan, nadat een eindbeslissing van het Gerecht is gegeven, bij uitzondering een verzoek om herziening inwilligen, indien:
a. de partij die verzoekt om herziening een feit heeft ontdekt, welke van zodanige aard is dat zij van beslissende invloed zou zijn geweest en welke haar op het tijdstip van de beslissing onbekend was; het verzoek wordt alleen ingewilligd in geval van een handeling die door een nationale rechter bij een eindbeslissing strafbaar is bevonden; of
b. in geval van een fundamentele procedurele tekortkoming, in het bijzonder als het stuk dat de procedure inleidt of een gelijkwaardig stuk niet zo tijdig en op zodanige wijze dat hij zich kan verdedigen, aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend, is betekend of ter kennis is gebracht.

 

2. Het verzoek om herziening wordt binnen tien jaar na de datum van de beslissing ingediend, doch uiterlijk twee maanden na de datum waarop het nieuwe feit of de procedurele tekortkoming ontdekt is. Het verzoek heeft geen opschortende werking, tenzij het Hof van Beroep anders beslist.

3. Indien het verzoek om herziening gegrond is, vernietigt het Hof van Beroep de in het geding zijnde beslissing geheel of gedeeltelijk en heropent de zaak voor een nieuwe behandeling en een nieuwe beslissing, overeenkomstig het procesreglement.

4. Personen die te goeder trouw octrooien gebruiken die het voorwerp zijn van een beslissing die wordt herzien, mogen die octrooien blijven gebruiken.

 

Engelse versie op IP-PorTal