Artikel 73
Print this page
1. De octrooihouder kan de vorderingen die hem ten dienste staan bij de handhaving van zijn octrooi instellen tegen iedere persoon die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, een in artikel 54, eerste lid, genoemde handeling verricht.
2. Artikel 70, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.