Artikel 31
Print this page
Wanneer de wetgeving van een Lid ander gebruik [7] van het onderwerp van een octrooi toestaat zonder toestemming van de houder van het recht, met inbegrip van gebruik door de overheid of door daartoe door de overheid gemachtigde derden, dienen de volgende bepalingen te worden geëerbiedigd:
a. de toestemming tot dit gebruik wordt van geval tot geval bezien;
b. dit gebruik mag slechts worden toegestaan indien de voorgestelde gebruiker voorafgaande aan dit gebruik pogingen heeft gedaan om van de houder van het recht toestemming te verkrijgen op redelijke commerciële voorwaarden en deze pogingen niet binnen een redelijke termijn zijn geslaagd. Een Lid kan van deze vereiste ontheffing verlenen in het geval van een nationale noodtoestand of andere omstandigheden van bijzonder dringende aard of in geval van niet-commercieel gebruik door de overheid. In situaties van een nationale noodtoestand of andere omstandigheden van bijzonder dringende aard dient de houder van het recht niettemin zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is daarvan in kennis te worden gesteld. Wanneer, in het geval van niet-commercieel gebruik door de overheid, de overheid of de contractant, zonder een octrooi-onderzoek te verrichten, weet of aantoonbare redenen heeft om te weten dat een geldig octrooi wordt of zal worden gebruikt door of namens de overheid, dient de houder van het recht onverwijld daarvan in kennis te worden gesteld;
c. de reikwijdte en duur van dit gebruik zijn beperkt tot het doel waarvoor het werd toegestaan en het gebruik is in het geval van halfgeleidertechnologie alleen toegestaan voor niet-commercieel gebruik door de overheid of voor het tegengaan van een gedraging waarvan na een gerechtelijke of administratieve procedure is vastgesteld dat deze concurrentiebeperkend is;
d. dit gebruik is niet-uitsluitend;
e. dit gebruik is niet overdraagbaar, behalve te zamen met dat deel van de onderneming of de goodwill die het gebruik geniet;
f. dit gebruik wordt voornamelijk toegestaan voor de voorziening van de binnenlandse markt van het Lid dat het gebruik toestaat;
g. toestemming tot dit gebruik kan, met toereikende bescherming van de legitieme belangen van de personen aan wie toestemming is verleend, worden beëindigd indien en wanneer de omstandigheden die tot de toestemming hebben geleid zich niet langer voordoen en zich vermoedelijk niet opnieuw zullen voordoen. De bevoegde autoriteit heeft de bevoegdheid om, op met redenen omkleed verzoek, het voortduren van deze omstandigheden te bezien;
h. de houder van het recht wordt een, gezien de omstandigheden van het geval, toereikende vergoeding betaald, met inachtneming van de economische waarde van de machtiging;
i. de rechtsgeldigheid van een beslissing betreffende de toestemming tot dit gebruik is onderworpen aan toetsing door de rechter of andere onafhankelijke toetsing door een afzonderlijk hoger gezag in dat Lid;
j. een beslissing betreffende de met betrekking tot dit gebruik verstrekte vergoeding is onderworpen aan toetsing door de rechter of andere onafhankelijke toetsing door een afzonderlijk hoger gezag in dat Lid;
k. de Leden zijn niet verplicht de voorwaarden in de letters b en f toe te passen wanneer dit gebruik is toegestaan om een gedraging tegen te gaan waarvan na een gerechtelijke of administratieve procedure is vastgesteld dat deze concurrerentiebeperkend is. Met de noodzaak om concurrerentiebeperkende gedragingen te corrigeren kan rekening worden gehouden bij de vaststelling van het bedrag van de vergoeding in zulke gevallen. De bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid de beëindiging van de toestemming te weigeren indien en wanneer de omstandigheden die tot de toestemming hebben geleid zich vermoedelijk weer zullen voordoen;
l. wanneer tot dit gebruik toestemming is verleend om het gebruik van een octrooi (“het tweede octrooi”) mogelijk te maken dat niet kan worden gebruikt zonder inbreuk te maken op een ander octrooi (“het eerste octrooi”), zijn de onderstaande bijkomende voorwaarden van toepassing:
i. de in het tweede octrooi beschreven uitvinding betreft een belangrijke technische vooruitgang van aanmerkelijke economische betekenis vergeleken met de in het eerste octrooi beschreven uitvinding;
ii. de houder van het eerste octrooi is gerechtigd tot wederkerige verlening van een licentie op redelijke voorwaarden om de in het tweede octrooi beschreven uitvinding te gebruiken; en
iii. het met betrekking tot het eerste octrooi toegestane gebruik is niet overdraagbaar, behalve te zamen met de overdracht van het tweede octrooi.
[7] Onder „ander gebruik” wordt verstaan ander gebruik dan dat wat is toegestaan krachtens artikel 30.