Artikel 53

Print this page

1. De bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om van een verzoeker te verlangen dat deze een zekerheid stelt of gelijksoortige waarborg biedt die voldoende is om de verweerder en de bevoegde autoriteiten te beschermen en misbruik te beletten. Deze zekerheid of gelijksoortige waarborg mag niet op onredelijke wijze weerhouden van gebruikmaking van deze procedures.

2. Wanneer ingevolge een verzoek krachtens deze Titel het in het vrije verkeer brengen van goederen die tekeningen of modellen van nijverheid, octrooien, patronen of niet openbaar gemaakte informatie betreffen, door de douane-autoriteiten is opgeschort op basis van een beslissing die niet is genomen door een rechterlijke autoriteit of andere onafhankelijke autoriteit, en de termijn bepaald in artikel 55 is verstreken zonder dat de naar behoren gemachtigde autoriteit voorlopige maatregelen heeft genomen, en mits is voldaan aan alle andere voorwaarden voor invoer, is de eigenaar, importeur of geconsigneerde gerechtigd de goederen in het vrije verkeer te brengen tegen zekerheidstelling tot een bedrag dat voldoende is om de houder van het recht tegen inbreuken te beschermen. De betaling van een zodanige zekerheid laat onverlet andere corrigerende maatregelen die de houder van het recht ter beschikking staan, met dien verstande dat de zekerheid wordt opgeheven indien de houder van het recht nalaat binnen een redelijke termijn gebruik te maken van het recht een vordering in te stellen.