Artikel 9

Print this page

  weegschaal.png

 

De bij een aanvrage om octrooi behorende tekeningen voldoen aan de volgende vormvoorschriften:


a. zij zijn gesteld op één zijde van één of meer bladen buigzaam, sterk, wit, glad, niet-glanzend, ongekreukt, ongescheurd, niet-gevouwen en duurzaam papier van het formaat A4 (29,7 x 21 cm);

b. zij zijn in al hun onderdelen uitgevoerd in krachtige en gelijkmatig getrokken duurzame lijnen van een enkele donkere kleur, dit zodanig dat zij in een onbeperkt aantal exemplaren rechtstreeks kunnen worden gereproduceerd door middel van fotografie, elektrostatische werkwijzen, foto-offset en microfilm;

c. de bladen van de tekeningen hebben rondom onbeschreven randen van ten minste de volgende afmetingen: bovenmarge 2 cm, rechtermarge 2 cm, linkermarge 2,5 cm, benedenmarge 2 cm;

d. de afzonderlijke figuren zijn duidelijk van elkaar gescheiden en doorlopend genummerd;

e. de tekeningen zijn duidelijk en bevatten niet meer dan voor een juist begrip van de uitvinding nodig is;

f. dwarsdoorsneden zijn voorzien van schuine arceringen, zonder dat hierdoor het duidelijk onderscheiden van verwijzingstekens en lijnen wordt verhinderd;

g. bij het bepalen van de schaal van de tekeningen wordt rekening gehouden met de graad van ingewikkeldheid van de figuren, waarbij de schaal als voldoende wordt aangemerkt indien bij een fotografische reproductie op tweederde van de grootte de bijzonderheden van de tekening zonder moeite gezien kunnen worden;

h. verwijzingstekens ter aanduiding van de figuren of onderdelen van figuren worden alleen gebruikt voor zover een goed begrip van de beschrijving dit vereist, en komen overeen met de verwijzingstekens die in de beschrijving voorkomen, waarbij dezelfde onderdelen in verschillende figuren worden aangegeven met dezelfde verwijzingstekens;

i. ingeval in de beschrijving varianten van de uitvinding worden beschreven, wordt in de met deze varianten overeenkomende figuren gebruik gemaakt van een systeem, waarbij dezelfde kenmerken in verschillende figuren worden aangeduid door samenhangende verwijzingscijfers, zodat bij voorbeeld algemeen kenmerk ‘15’ in varianten wordt aangeduid met ‘115’, ‘215’, enzovoorts;

j. een verwijzingsteken wordt niet voor verschillende onderdelen gebezigd, ook niet in verschillende figuren, en het bijvoegen van accenten of cijfers bij de verwijzingstekens wordt zoveel mogelijk vermeden;

k. de tekeningen bevatten geen verklarende tekst met uitzondering van in het Nederlands gestelde aanduidingen als water, stoom, II-II (voor een doorsnede), open, dicht en, wat elektrische blokschema’s of fabricageschema’s betreft, de aanduidingen nodig voor een goed begrip daarvan.