Regel 14

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien een derde bewijs overlegt dat hij een procedure heeft aangespannen tegen de aanvrager om een beslissing in de zin van artikel 61, eerste lid, te verkrijgen, wordt de verleningsprocedure geschorst, tenzij de derde het Europees Octrooibureau schriftelijk mededeelt dat hij instemt met de voortzetting van deze procedure. Deze instemming is onherroepelijk. De verleningsprocedure wordt evenwel niet geschorst voordat de Europese octrooiaanvrage is gepubliceerd.


2. Indien het bewijs is geleverd dat een in kracht van gewijsde gegane beslissing is genomen in de zin van artikel 61, eerste lid, deelt het Europees Octrooibureau de aanvrager en eventuele andere partijen mede dat de verleningsprocedure zal worden hervat vanaf de in de mededeling vermelde datum, tenzij overeenkomstig artikel 61, eerste lid, onderdeel b, een nieuwe Europese octrooiaanvrage is ingediend voor alle aangewezen Verdragsluitende Staten. Indien de beslissing ten gunste van de derde is uitgesproken, mag de procedure niet eerder worden hervat dan drie maanden nadat de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij de derde heeft verzocht om hervatting van de verleningsprocedure.


3. Bij zijn beslissing tot schorsing van de procedure of daarna kan het Europees Octrooibureau een datum vaststellen waarop het de verleningsprocedure wil hervatten, ongeacht het stadium waarin de ingevolge het eerste lid ingestelde, nationale procedure zich bevindt. Het deelt deze datum mede aan de derde, de aanvrager en eventuele andere partijen. Indien voor deze datum geen bewijs is geleverd van een in kracht van gewijsde gegane beslissing, kan het Europees Octrooibureau de procedure hervatten.


4. Schorsing van de procedure brengt met zich mee de schorsing van alle termijnen die lopen op de datum van schorsing, met uitzondering van de termijnen voor de betaling van jaartaksen. Het nog niet verstreken gedeelte van de termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de procedure wordt hervat. De na de hervatting van de procedure resterende termijn dient evenwel ten minste twee maanden te bedragen.