Regel 31

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien een uitvinding gepaard gaat met het gebruik van of betrekking heeft op biologisch materiaal dat niet openbaar toegankelijk is en in de Europese octrooiaanvrage niet zodanig kan worden beschreven dat de uitvinding aan de hand daarvan door de vakman kan worden toegepast, wordt de uitvinding uitsluitend als openbaar gemaakt beschouwd overeenkomstig artikel 83, indien:
a. uiterlijk op de datum van indiening van de aanvrage een monster van het biologisch materiaal is gedeponeerd bij een erkende depositaris onder dezelfde voorwaarden als neergelegd in het Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening van 28 april 1977;
b. de aanvrage zoals ingediend de van belang zijnde gegevens bevat ten aanzien van de eigenschappen van het biologisch materiaal waarover de aanvrager beschikt;
c. de depositaris en het toegangsnummer van het gedeponeerde biologische materiaal vermeld zijn in de aanvrage, en
d. indien het biologisch materiaal gedeponeerd is door een andere persoon dan de aanvrager, de naam en het adres van de bewaargever in de aanvrage zijn vermeld en een document is ingediend bij het Europees Octrooibureau, waaruit blijkt dat de bewaargever de aanvrager gemachtigd heeft om in de aanvrage te verwijzen naar het gedeponeerde biologische materiaal en onvoorwaardelijk en onherroepelijk heeft toegestemd dat het gedeponeerde materiaal overeenkomstig regel 33 openbaar toegankelijk wordt gemaakt.

 

2. De in het eerste lid, onderdelen c en d, bedoelde gegevens kunnen worden overgelegd:
a. binnen zestien maanden na de datum van indiening van de aanvrage, of, indien een beroep op voorrang is gedaan, na de voorrangsdatum, waarbij deze termijn geacht wordt in acht te zijn genomen indien de gegevens zijn overgelegd voor de voltooiing van de technische voorbereidingen ten behoeve van publicatie van de Europese octrooiaanvrage;
b. tot de datum van indiening van een verzoek ingevolge artikel 93, eerste lid, onderdeel b;
c. binnen een maand nadat het Europees Octrooibureau de aanvrager heeft medegedeeld dat er recht is op inzage van het dossier ingevolge artikel 128, tweede lid.De termijn die als eerste afloopt is van toepassing. Door het verstrekken van deze gegevens wordt de aanvrager geacht onvoorwaardelijk en onherroepelijk te hebben toegestemd dat het gedeponeerde biologische materiaal overeenkomstig regel 33 openbaar toegankelijk wordt gemaakt.