Regel 37

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De centrale dienst voor de industriële eigendom van een Verdragsluitende Staat zendt Europese octrooiaanvragen op zo kort mogelijke termijn als met zijn nationale recht met betrekking tot de geheimhouding van uitvindingen in het belang van de Staat verenigbaar is aan het Europees Octrooibureau door en neemt alle passende maatregelen teneinde te waarborgen dat zij worden doorgezonden binnen:
a. zes weken na indiening, indien direct duidelijk is dat op het onderwerp van de aanvrage volgens het nationale recht geen geheimhouding rust; of
b. vier maanden na indiening, of indien een beroep op voorrang is gedaan, veertien maanden na de voorrangsdatum, indien de aanvrage nader onderzoek vergt naar de noodzaak tot geheimhouding.

 

2. Een Europese octrooiaanvrage die niet binnen veertien maanden na de indiening, of indien een beroep op voorrang is gedaan, na de voorrangsdatum, door het Europees Octrooibureau is ontvangen, wordt geacht te zijn ingetrokken. Voor deze aanvrage reeds betaalde taksen worden terugbetaald.