Artikel 50

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Nadat de zaak aan de Kamer van beroep is voorgelegd, roept de voorzitter van de Kamer van beroep de partijen in de beroepsprocedure onverwijld voor de in artikel 77 van de basisverordening bedoelde mondelinge behandeling op en wijst hij hen op artikel 59, lid 2, van deze verordening.

 

2. De mondelinge behandeling en de bewijsvoering vinden in beginsel tezamen tijdens één zitting plaats.

 

3. Een verzoek om een nadere zitting is niet-ontvankelijk, tenzij het op omstandigheden berust waarin zich sindsdien een wijziging heeft voorgedaan.