Artikel 65

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De betekening van stukken aan personen die niet hun woonplaats of plaats van vestiging, noch een vaste inrichting in de Gemeenschap hebben en die niet overeenkomstig artikel 82 van de basisverordening een vertegenwoordiger voor de procedure hebben aangewezen, geschiedt bij gewone brief aan het bij het Bureau laatst bekende adres van de betrokken persoon. De betekening wordt geacht te zijn geschied, ook al wordt de brief als onbestelbaar aan de afzender teruggezonden.

 

2. Wanneer de betekening bij aangetekende brief met of zonder verzoek om ontvangstbevestiging geschiedt, wordt deze brief geacht door de geadresseerde te zijn ontvangen op de tiende dag nadat hij is gepost, tenzij hij de geadresseerde niet of op een latere dag heeft bereikt; bij betwisting moet het Bureau naargelang van het geval bewijzen dat de brief ter bestemming is aangekomen of op een bepaalde datum aan de geadresseerde is overhandigd.

 

3. De betekening bij aangetekende brief met of zonder verzoek om ontvangstbevestiging wordt geacht te zijn geschied, ook al weigert de geadresseerde de brief te aanvaarden of voor ontvangst ervan te tekenen.

 

4. Voor zover de betekening per post niet in de leden 1, 2 en 3 is geregeld, is het recht van de staat waar de betekening geschiedt, van toepassing.