Artikel 4

Print this page

1. Het in artikel 1 bedoelde recht wordt vastgesteld op:

a) 4 % van het deel van de verkoopprijs tot en met 50000 EUR;

b) 3 % van het deel van de verkoopprijs van 50000,01 EUR tot en met 200000 EUR;

c) 1 % van het deel van de verkoopprijs van 200000,01 EUR tot en met 350000 EUR;

d) 0,5 % van het deel van de verkoopprijs van 350000,01 EUR tot en met 500000 EUR;

e) 0,25 % van het deel van de verkoopprijs boven 500000 EUR.

Het maximumbedrag van het recht mag evenwel niet hoger liggen dan 12500 EUR.

 

2. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten een tarief van 5 % toepassen op het in lid 1, onder a), bedoelde deel van de verkoopprijs.

 

3. Stelt een lidstaat de minimumverkoopprijs vast onder 3000 EUR, dan stelt hij tevens het tarief vast voor het deel van de verkoopprijs tot 3000 EUR; dit tarief bedraagt ten minste 4%.