Artikel 37

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Een toegelaten ras, onderscheidenlijk een toegelaten opstand, wordt ingeschreven in het rassenregister, waarbij gelijktijdig met de inschrijving van het ras, onderscheidenlijk van de opstand, aantekening wordt gedaan van de toelating en van de krachtens artikel 39, derde lid, aangewezen instandhouder of instandhouders, onderscheidenlijk van de eigenaar of beheerder van de opstand.


2. De toelating verkrijgt als dagtekening en begint te werken de dag, onmiddellijk volgend op die waarop de in het vorige lid bedoelde inschrijving en aantekening in het rassenregister zijn gedaan.


3. De Raad draagt er zorg voor dat een toegelaten ras, dat zich niet duidelijk onderscheidt van:
a. een ras dat voorheen in Nederland of een andere lidstaat was toegelaten, of
b. een ander ras dat is beoordeeld op onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid volgens regels die overeenkomen met de op grond van artikel 35 gestelde regels zonder evenwel een algemeen bekend ras als bedoeld in artikel 35, tweede lid, te zijn,
de naam van het desbetreffende ras draagt.


4. Het vorige lid is niet van toepassing indien de in dat lid bedoelde benaming misleidend is of verwarrend kan werken voor wat het ras betreft, of indien andere feiten het gebruik ervan beletten, of indien een recht van een derde het vrije gebruik van deze benaming voor het betrokken ras in de weg staat.