Conclusie inzake BioStabil: Weg naar schadevergoeding verjaard of herhaling van zetten

15-12-2023 Print this page
B916618

Onrechtmatige daad. Uitzendingen Radar over ‘BioStabil 2000’. Oude uitspraken waartegen geen hoger beroep is ingesteld uit 2005, 2012 en 2017. Is er sprake van verjaring schadevorderingen? De weg naar schadevergoeding was door de verjaring voor MFR afgesloten20 en de beoordeling van de onrechtmatigheid van de Uitzendingen 1-3 jegens MFR zou neerkomen op een herhaling van zetten. Van nieuwe feiten was immers geen sprake, zo volgt uit de beoordeling door het hof van de andere grieven MFR.



MFR heeft vorderingen ingesteld tegen verweerders naar aanleiding van uitzendingen van het programma Radar in 2004, 2010 en 2016 waarin de zogenaamde BioStabil 2000 aan de orde is gekomen. Het hof IEPT20221018 heeft, evenals de rechtbank IEPT20210113, geoordeeld dat de vorderingen tot schadevergoeding zijn verjaard en dat onvoldoende is gebleken dat er daarnaast belang bestaat bij de gevorderde verklaringen voor recht. Het hiertegen gerichte cassatiemiddel slaagt naar mijn mening niet.


De BioStabil is een zilveren of gouden ketting met hanger. Volgens [betrokkene 1] en MFR heeft de BioStabil genezende werking door magnetisme. De Biostabil werd onder andere te koop aangeboden in reclamespotjes, uitgezonden in het televisieprogramma Tell Sell.

 

In 2004 heeft het televisieprogramma Radar van omroep AVROTROS aandacht besteed aan de BioStabil. In deze uitzending is de mening van verschillende deskundigen over de verschillende aspecten van de BioStabil weergegeven.

 

Over deze uitzending is in 2005 geprocedeerd bij de rechtbank Amsterdam, bodemprocedure tot een schadevergoeding van AVROTROS omdat MFR vond dat de uitzending onrechtmatig was. De rechtbank heeft bij vonnis (1) beslist dat de uitzending niet onrechtmatig is. Er is geen hoger beroep ingesteld.

 

De Reclame Code Commissie heeft in haar beslissing in 2007 beslist dat de reclamespotjes over de BioStabil die werden uitgezonden op Tell Sell misleidend zijn. Dit is bevestigd door het College van Beroep.

 

Fragmenten van Uitzending 1 zijn herhaald in 2010 als onderdeel van een speciale jubileumuitzending van het programma Radar. Op de website van Radar een kort artikel geplaatst met als titel ‘BioStabil is terug als placebo’. In het tweede vonnis in 2012 heeft de voorzieningenrechter overwogen dat de publicatie op de website van Radar niet onrechtmatig is (hierna: Vonnis 2, IEPT20120920). Volgens de voorzieningenrechter verwees deze alleen naar het interview dat [betrokkene 1] zelf had gegeven aan het Dagblad van het Noorden en voor het overige verwees de publicatie alleen naar Uitzending 1.

 

In de uitzending van Radar in 2016, die ging over elektromagnetische straling en producten die dit onschadelijk zouden kunnen maken, is kort aandacht besteed aan de BioStabil (Uitzending 3). Er zijn tijdens deze uitzending geen fragmenten getoond van Uitzending 1.

 

De rechtbank heeft overwogen dat MFR alleen belang heeft bij een verklaring voor recht indien zij beoogt een rechtsvordering in te stellen. In dit geval gaat het daarbij om een vordering tot vergoeding van schade en een rectificatie. Nu deze vorderingen stranden heeft MFR geen belang bij de verklaring voor recht en kan in het midden blijven of die is verjaard, aldus de rechtbank.

 

Het oordeel van het hof dat MFR dat niet (voldoende) heeft gedaan, is niet onbegrijpelijk te noemen. Het belang dat MFR aanvoert bij de verklaringen voor recht ligt in de sfeer van de schade die zij stelt te hebben geleden als gevolg van de Uitzendingen 1-3. De gevorderde verklaringen voor recht hadden kennelijk tot doel om de onrechtmatigheid van de Uitzendingen 1-3 jegens MFR aan de orde te kunnen stellen, ook indien haar schadevorderingen ter zake verjaard zouden zijn, en ondanks het feit dat uit de Vonnissen 1-3 volgt dat AVROTROS c.s. met de Uitzendingen 1-3 niet onrechtmatig hebben gehandeld jegens [betrokkene 1] , de middellijk directeur-grootaandeelhouder van MFR. Onder die omstandigheden is niet onbegrijpelijk dat het hof heeft geoordeeld dat van MFR een nadere toelichting verwacht had mogen worden met betrekking tot haar belang bij de gevorderde verklaringen voor recht, gegeven dat haar belang bij het instellen van die vorderingen evenredig moet zijn aan het belang van AVROTROS c.s. en dat van een behoorlijke rechtspleging. De weg naar schadevergoeding was door de verjaring voor MFR afgesloten20 en de beoordeling van de onrechtmatigheid van de Uitzendingen 1-3 jegens MFR zou neerkomen op een herhaling van zetten. Van nieuwe feiten was immers geen sprake, zo volgt uit de beoordeling door het hof van de andere grieven MFR.

 

ECLI:NL:PHR:2023:1070