Artikel 2

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De onderdanen van elk van de landen der Unie zullen in alle andere landen der Unie, wat betreft de bescherming van de industriële eigendom, de voordelen genieten, welke de onderscheidene wetten op dit ogenblik aan de nationalen toekennen, dit alles onverminderd de rechten, welke door dit Verdrag in het bijzonder worden toegekend. Dientengevolge zullen zij dezelfde bescherming hebben als dezen en hetzelfde wettelijk verhaal tegen elke inbreuk op hun rechten, mits zij de voorwaarden en formaliteiten nakomen, aan de nationalen opgelegd.


2. Echter kan voor het genot van geen der rechten van industriële eigendom van hen die tot de Unie behoren, geëist worden, dat zij een woonplaats of inrichting hebben in het land, waar op de bescherming aanspraak wordt gemaakt.


3. De bepalingen der wetgeving van elk van de landen der Unie met betrekking tot de rechterlijke of administratieve procesgang en de bevoegdheid, benevens tot de keuze van domicilie of het stellen van een gemachtigde indien de wetten op de industriële eigendom zulks zouden vorderen, worden uitdrukkelijk voorbehouden.