Artikel 18

Print this page

1. Indien de douaneautoriteiten goederen aantreffen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht, en die niet onder een besluit tot toewijzing van een verzoek vallen, kunnen zij, behalve als het om bederfelijke goederen gaat, de vrijgave van deze goederen schorsen of de goederen vasthouden.


2. Alvorens de vrijgave van de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht te schorsen of ze vast te houden, kunnen de douaneautoriteiten, zonder enige andere informatie bekend te maken dan het feitelijke of geschatte aantal goederen, de aard feitelijke of vermoedelijke daarvan en afbeeldingen daarvan, in voorkomend geval aan iedere persoon of entiteit die mogelijkerwijs gerechtigd is een verzoek in te dienen inzake een vermoedelijke inbreuk op de intellectuele-eigendomsrechten, vragen hun alle relevante informatie te verstrekken.


3. Binnen één werkdag na de schorsing van de vrijgave of de vasthouding van de goederen stellen de douaneautoriteiten de aangever of de houder van de goederen in kennis van die schorsing of die vasthouding.
Indien de douaneautoriteiten ervoor kiezen kennis te geven aan de houder van de goederen en indien meerdere personen als houder van de goederen worden beschouwd, zijn de douaneautoriteiten niet verplicht kennis te geven aan meer dan één persoon.
De douaneautoriteiten stellen personen of entiteiten die gerechtigd zijn een verzoek in te dienen inzake de vermeende inbreuk op de intellectuele-eigendomsrechten in kennis van de schorsing van de vrijgave of de vasthouding van de goederen op dezelfde dag als of onmiddellijk nadat de aangever of de houder van de goederen in kennis is gesteld.
De douaneautoriteiten kunnen de bevoegde overheidsinstanties raadplegen om te achterhalen welke persoon of welke personen gerechtigd is, dan wel zijn, een verzoek in te dienen.
De kennisgeving aan de aangever of de houder van de goederen bevat informatie over de procedure van artikel 23.


4. Onmiddellijk na de vervulling van alle douaneformaliteiten geven de douaneautoriteiten de goederen vrij of beëindigen zij de vasthouding ervan in de volgende gevallen:
a) indien zij niet binnen één werkdag na de schorsing van de vrijgave of de vasthouding van de goederen een peroon of entiteit hebben kunnen achterhalen die gerechtigd is een verzoek in te dienen inzake de vermeende inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten;
b) indien zij overeenkomstig artikel 5, lid 3, een verzoek niet hebben ontvangen of indien zulk een verzoek hebben afgewezen.


5. Indien een verzoek is toegestaan stellen de douaneautoriteiten de houder van het besluit op verzoek en mits zij daarover beschikken, in kennis van de namen en adressen van de geadresseerde van de goederen, de afzender en de aangever of de houder van de goederen, alsook van de douaneregeling en de oorsprong, herkomst en bestemming van de goederen waarvan de vrijgave is geschorst of die worden vastgehouden.