Artikel 32

Print this page

1.  Voor de toepassing van deze afdeling wordt een zaak geacht te zijn aangebracht bij een gerecht:
a) op het tijdstip waarop het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk bij het gerecht wordt ingediend, mits de eiser vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de betekening of de kennisgeving van het stuk aan de verweerder moest doen, of
b) indien het stuk betekend of meegedeeld moet worden voordat het bij het gerecht wordt ingediend, op het tijdstip waarop de autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of de kennisgeving het stuk ontvangt, mits de eiser vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de indiening van het stuk bij het gerecht moest doen.
De onder b) bedoelde autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of de kennisgeving is de eerste autoriteit die de te betekenen of mee te delen stukken ontvangt.


2.  Het gerecht dat, of de autoriteit die belast is met de betekening als bedoeld in lid 1, noteert, respectievelijk, de datum van indiening van het gedinginleidende stuk of het gelijkwaardige stuk, of de datum van ontvangst van de te betekenen of mee te delen stukken.