Regel 13

Print this page

  weegschaal.png

 

Voorafgaand aan het begin van elk zittingsjaar wijzen de leden van de Grote Kamer van beroep, benoemd ingevolge artikel 11, derde lid, de gewone en de plaatsvervangende leden van de Grote Kamer van beroep aan voor procedures ingevolge artikel 22, eerste lid, onderdelen a en b, alsmede de gewone en plaatsvervangende leden voor procedures ingevolge artikel 22, eerste lid, onderdeel c. Beslissingen kunnen uitsluitend worden genomen indien ten minste vijf leden aanwezig zijn, onder wie de voorzitter van de Grote Kamer van beroep of diens plaatsvervanger; indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter of diens plaatsvervanger de doorslag. Onthouding geldt niet als stem.