Artikel 28

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De lidstaten kunnen voorzien in de inschrijving van garantie- of certificeringsmerken.

2. Een natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van publiekrechtelijke instellingen, autoriteiten en entiteiten, kan garantie- of certificeringsmerken aanvragen op voorwaarde dat dergelijke persoon geen activiteiten uitoefent waarbij waren worden geleverd of diensten worden verricht van het soort waarop het merk betrekking heeft.
De lidstaten kunnen bepalen dat een garantie- of certificeringsmerk niet mag worden ingeschreven, tenzij de aanvrager bevoegd is om de waren of diensten waarvoor het merk moet worden ingeschreven, te certificeren.

3. De lidstaten kunnen bepalen dat weigering van inschrijving, vervallen- of nietigverklaring van garantie- of certificeringsmerken plaatsvindt op andere dan de in de artikelen 4, 19 en 20 bedoelde gronden wanneer de functie van deze merken zulks vereist.

4. In afwijking van artikel 4, lid 1, onder c), kunnen de lidstaten bepalen dat tekens of benamingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van de plaats van herkomst van de waren of diensten, garantie- of certificeringsmerken kunnen vormen. Een dergelijk garantie- of certificeringsmerk geeft de merkhouder niet het recht een derde te verbieden om in het economische verkeer deze tekens of aanduidingen te gebruiken, mits die derde ze gebruikt volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Met name kan een dergelijk merk niet worden ingeroepen tegen een derde die gerechtigd is een geografische benaming te gebruiken.

5. Aan de in artikel 16 vervatte vereisten wordt voldaan wanneer een garantie- of certificeringsmerk overeenkomstig artikel 16 normaal wordt gebruikt door iemand die daartoe bevoegd is.