Artikel 14

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde rechterlijke instanties, op verzoek van de benadeelde partij, een inbreukmaker die wist of had moeten weten dat hij bezig was met het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim, bevelen aan de houder van het bedrijfsgeheim een passende vergoeding te betalen tot herstel van de schade die is geleden als gevolg van het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van het bedrijfsgeheim.
De lidstaten kunnen de aansprakelijkheid voor schade van werknemers tegenover hun werkgevers voor het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim van de werkgever beperken indien zij zonder opzet handelen.

2. De bevoegde rechterlijke instanties houden bij het vaststellen van de in lid 1 bedoelde schadevergoeding rekening met alle passende factoren, zoals de negatieve economische gevolgen, waaronder winstderving, die de benadeelde partij heeft ondervonden, de onrechtmatige winst die de inbreukmaker heeft genoten en, in passende gevallen, andere elementen dan economische factoren, zoals de morele schade die de houder van het bedrijfsgeheim door het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van het bedrijfsgeheim heeft geleden.


De bevoegde rechterlijke instanties kunnen echter ook, in voorkomend geval, de schadevergoeding vaststellen als een forfaitair bedrag op basis van elementen, waaronder ten minste het bedrag aan royalty's of vergoedingen dat verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het betrokken bedrijfsgeheim te gebruiken.