Vordering tot vergoeding van schade als gevolg van verlies van beschikking over domeinnamen verjaard

13-09-2017 Print this page
IEPT20170906, Rb Amsterdam, Bulldog
(Met dank aan Lars Bakers, Bingh Advocaten)

Vordering tot vergoeding van als gevolg van verlies van controle over domeinnamen geleden schade verjaard ex art. 3:310 BW: stelling dat verjaringstermijn pas is gaan lopen nadat met arrest (IEPT20121002) kwam vast te staan dat handelen gedaagde onrechtmatig was, reeds door voorzieningenrechter (IEPT20150825) verworpen, niets aangevoerd dat aanleiding geeft om van vonnis voorzieningenrechter en daar aangehaalde jurisprudentie af te wijken, uit stellingen van eiser volgt bovendien dat hij gedaagde al in 2004 aansprakelijk heeft gehouden voor de schade. Stelling dat eerder gevoerde rechtszaken zijn aan te merken als daad van rechtsvervolging die de verjaring stuiten eveneens reeds door de voorzieningenrechter afgewezen nu daarin niet is geprocedeerd over schadevergoeding: ook tegen dit oordeel geen argumenten ingebracht. Uit ingebrachte stukken kan weliswaar worden opgemaakt dat eiser gedaagde aansprakelijk houdt voor schade maar niet dat hij zich daarbij steeds het recht voorbehoudt om vergoeding van die schade te vorderen.

 

VERJARING

 

Zie eerder (IEPT20150825). Eiser exploiteerde op de domeinnamen bulldog.com en buldog.com pornografische websites. Gedaagden zijn de eigenaar van het ‘The Bulldog’ concern uit Amsterdam en Leidseplein Beheer (hierna gezamelijk: gedaagden). Na verschillende geschillen over het gebruik van deze domeinnamen heeft eiser gedaagden aansprakelijk gesteld voor de geleden schade als gevolg van het verlies van het gebruik van de domeinnamen over de periode 9 augustus 2004 tot 6 augustus 2009 tot een bedrag van € 1.725.000,-. Deze vordering is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 25 augustus 2015 afgewezen wegens verjaring. De rechtbank Amsterdam komt in de bodemprocedure tot hetzelfde oordeel.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van artikel 3:310 Burgerlijk Wetboek (BW) vorderingen als deze verjaren door een verloop van vijf jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Eiser stelt dat de verjaringstermijn pas is gaan lopen op het moment dat hij een vordering tot schadevergoeding kon instellen en dat dit pas kon toen met het arrest (IEPT20121002) kwam vast te staan dat het handelen van gedaagden onrechtmatig was. De voorzieningenrechter heeft dit standpunt in zijn vonnis van 25 augustus 2015 echter reeds verworpen onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad, en volgens de rechtbank heeft eiser in dit geschil niets aangevoerd dat aanleiding geeft om van dit oordeel en deze jurisprudentie van de Hoge Raad af te wijken. Bovendien volgt volgens de rechtbank uit eisers eigen stellingen dat hij al op 10 augustus 2004 gedaagden aansprakelijk heeft gehouden voor schade als gevolg van het verlies van controle over de domeinnamen.

 

Over mogelijke stuiting van de verjaring voert eiser aan dat eerder gevoerde procedures vallen aan te merken als een daad van rechtsvervolging waarmee de verjaring op grond van 3:316 BW is gestuit. Ook dit standpunt is door de voorzieningenrechter in het vonnis van 25 augustus 2015 reeds gemotiveerd verworpen en ook tegen die overwegingen heeft eiser in de onderhavige procedure volgens de rechtbank geen argumenten ingebracht, bijvoorbeeld onderbouwd met andersluidende jurisprudentie. De rechtbank volstaat hier met een verwijzing naar de motivering van de voorzieningenrechter dat in geen van die procedures is geprocedeerd over de vordering die eiser meent te hebben op gedaagden op grond van schadevergoeding.

 

Ook door eiser ingebrachte stukken zijn volgens de rechtbank niet aan te merken als mededelingen waarin eiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming heeft voorbehouden nu uit de aangehaalde passages weliswaar kan worden opgemaakt dat eiser zich op het standpunt stelt dat hij schade lijdt waarvoor hij gedaagden aansprakelijk houdt, maar niet dat hij zich daarbij steeds het recht voorbehoudt om vergoeding van die schade te vorderen. Volgens de rechtbank wordt de schade in de aangehaalde stukken steeds aangevoerd als argument waarom hij de domeinnamen wil kunnen blijven exploiteren en is in de confraternele correspondentie steeds afgezien van het recht om schade te vorderen, kennelijk in ruil voor het weer verkrijgen van rechten op de domeinnamen. Er is volgens de rechtbank derhalve geen sprake van stuiting van de verjaring.

 

IEPT20170906, Rb Amsterdam, Bulldog

 

(kopie uitspraak)