Uniebeeldmerk veiligheidsschoenen met twee strepen afgewezen wegens afbreuk reputatie ouder beeldmerk Adidas

13-08-2018 Print this page
IEPT20180301, GEU, Shoe Branding Europe v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de afwijzing van het aangevraagde Uniebeeldmerk voor waren in klasse 9 (beschermende schoenen: ter bescherming tegen ongevallen of verwondingen) waarin twee strepen in het merk verwerkt zijn nadat oppositie was ingesteld door houder Uniebeeldmerk voor waren in klasse 25 (schoeisel) waarin drie strepen verwerkt zijn (Adidas).

 

Het beroep faalt. De kamer van beroep heeft zijn beslissing tot afwijzing van het Uniebeeldmerk niet gebaseerd op een mogelijk verwarringsgevaar, waardoor de klacht van aanvrager dat de beslissing onjuist verwarringsgevaar heeft vastgesteld,  wordt afgewezen. De kamer van beroep heeft zich beperkt tot het vaststellen van een afbreuk aan de reputatie door het leggen van een link door het relevante publiek tussen het oudere en jongere merk.

 

Het Gerecht volgt in haar inhoudelijke beoordeling de kamer van beroep en komt daarmee tot de conclusie dat het beroep faalt. De koper van veiligheidsschoenen heeft ten minste een gemiddeld aandachtsniveau net als de koper van sportschoenen en het is aannemelijk dat dit niveau hoger kan zijn. De waren stemmen, onbetwist, overeen. Ook de merken stemmen tot op zekere hoogte overeen, hetgeen het Hof van Justitie in een eerdere procedure tussen partijen al heeft vastgesteld (IEPT20150521). Onbetwist is in dit verband ook de sterke reputatie en het, weliswaar zwak, onderscheidende karakter van het oudere merk. Hoewel beide merken naast elkaar hebben bestaan voor een zekere periode, is geen sprake van een vreedzame co-existentie, getuige de voorgaande procedure tussen zelfde partijen met betrekking tot het merk. Door de sterke reputatie van het oudere merk en de overeenstemming kan worden geconcludeerd dat het jongere merk oneerlijk voordeel geniet door de reputatie van het oudere merk dat zijn reputatie dank aan jarenlange investeringen, innovatie en publiciteit. Doordat het aangevraagde merk niet te goeder trouw is gebruikt, er geen vreedzame co-existentie tussen beide merken was en het jongere merk niet in de gehele Unie is gebruikt, is er geen sprake van een geldige reden Het Gerecht verwerpt het beroep en het jongere merk blijft dus ongeldig.

 

T-85/16 – ECLI:EU:T:2018:109

 

Zie ook: IEPT20150521, GEU, Adidas v BHIM