Beroep op dwaling bij aangaan franchiseovereenkomst verworpen

19-03-2018 Print this page
IEPT20180314, Rb Midden-Nederland, Size Zero
(Met dank aan Marga Verwoert, Leeway)

Beroep op dwaling bij aangaan franchiseovereenkomst verworpen: (vermeende) omzetprognose niet onjuist, franchisenemer kon er niet gerechtvaardigd op vertrouwen deze omzet ongeacht openingstijden en verkoopvaardigheden te behalen.

 

FRANCHISE

 

Size Zero is een onderneming die een afslankconcept aanbiedt met drie eigen salons en 40 franchisenemers. In mei 2015 heeft [S] aangegeven interesse te hebben in het openen van een salon in Utrecht. De directrice van Size Zero, heeft in haar reactie hierop onder meer aangegeven: “met je salon zet je al gauw zo'n 8000 euro per maand om, regelmatig ook meer”. Het is [S] niet gelukt om de salon in Utrecht succesvol te exploiteren. [S] stelt dat zij heeft gedwaald bij het sluiten van de franchiseovereenkomst en dat Size Zero onrechtmatig heeft gehandeld door de bovengenoemde onjuiste omzetprognose. Size Zero voert aan dat het genoemde bedrag geen prognose is, en dat indien het wel als prognose wordt aangemerkt, deze niet onjuist is.

 

De rechtbank laat in het midden of sprake is van een omzetprognose en oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de (vermeende) omzetprognose onjuist is. De rechtbank overweegt in dit kader dat Size Zero terecht heeft opgemerkt dat de gerealiseerde omzet afhankelijk is van allerlei factoren, zoals inzet, verkoopvaardigheden en  openingstijden. Size Zero heeft door de overgelegde berekening naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd dat een omzet van € 8.000 per maand wel degelijk haalbaar is.

 

De rechtbank oordeelt bovendien dat [S] er op grond van de bovenstaande mededeling niet gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat zij geheel ongeacht de door haar gehanteerde openingstijden en beschikbare verkoopvaardigheden, kon rekenen op een omzet van € 8.000 per maand. Een dergelijke mededeling vormt volgens de rechtbank geen garantie. Bovendien wordt in aanmerking genomen dat vóór het sluiten van de franchiseovereenkomst nog diverse gesprekken zijn gevoerd, waarin is gewezen op het belang van ruime openingstijden en goede verkoopvaardigheden en -inspanningen. Bovendien is [S] volgens de rechtbank zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij haar onderneming vorm geeft. Of dit wel of niet leidt tot een winstgevende situatie behoort naar het oordeel van de rechtbank tot het ondernemersrisico.

 

Tot slot wordt de gestelde wanprestatie van Size Zero als onvoldoende onderbouwd verworpen, waardoor [S] niet het recht had betaling van de fee op te schorten of de franchiseovereenkomst te ontbinden wegens wanprestatie. Hieruit volgt dat [S] aan Size Zero de achterstallige fee is verschuldigd tot de datum van sluiting van de salon, hetgeen resulteert in een te betalen bedrag van € 4.000.  

 

IEPT20180314, Rb Midden-Nederland, Size Zero

 

(kopie origineel vonnis)