Tenuitvoerlegging vonnis waarin auteurs- en merkenrechtinbreuk is aangenomen bij aanbieden gokspellen geschorst

13-08-2018 Print this page
IEPT20180807, Rb Zeeland-West-Brabant, Betsoft v Novomatic
(Met dank aan Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, Clairfort)

Tenuitvoerlegging (IEPT20180627) geschorst nu het vonnis berust op een kennelijke juridische misslag: nu hoofdelijke veroordeling mede is uitgesproken ten aanzien van reeds ontbonden vennootschap valt niet uit te sluiten dat bij andere betrokkenen noodtoestand kan ontstaan, persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders onvoldoende gemotiveerd, veroordeling tot overleggen bescheiden onvoldoende gespecificeerd. Proceskosten ex artikel 1019h  aan de hand van het indicatietarief voor een eenvoudig kort geding begroot op € 6.000.

 

EXECUTIEGESCHIL - PROCESKOSTEN

 

Executiegeschil naar aanleiding van een vonnis van 27 juni 2018 waarin de rechtbank Den Haag oordeelde (IEPT20180627) dat sprake was van auteurs- en merkenrechtinbreuk bij het aanbieden van digitale versies van fysieke gokspellen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant schort de tenuitvoerlegging van dit vonnis nu wordt geoordeeld dat het berust op een juridische misslag.  

 

Omdat de hoofdelijke veroordeling mede is uitgesproken ten aanzien van een vennootschap waarvan de voorzieningenrechter er vanuit gaat dat deze ten tijde van de procedure bij de rechtbank Den Haag reeds was ontbonden, valt niet uit te sluiten dat voor Bluemay en Betsoft noodtoestand kan ontstaan, zo oordeelt de voorzieningenrechter. Met betrekking tot de aangenomen persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders, oordeelt de voorzieningenrechter dat deze onvoldoende onderbouwd is onderbouwd. Zo is met betrekking tot [A] niet vastgesteld op grond van welk recht de gestelde bestuurdersaansprakelijkheid is beoordeeld en met betrekking tot [B] is in het vonnis in het geheel niet vastgesteld welke functie hij binnen Betsoft vervult. Daarnaast is de veroordeling tot overleggen van bescheiden onvoldoende gemotiveerd.

 

Novomatic wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld aan de proceskosten. De voorzieningenrechter overweegt dat artikel 1019h Rv ook ziet op procedures die het vervolg zijn op IE-inbreukprocedures, waaronder executiegeschillen zoals hier aan de orde. De proceskosten worden aan de hand van het indicatietarief voor een eenvoudig kort geding begroot op € 6.000.

 

IEPT20180807, Rb Zeeland-West-Brabant, Betsoft v Novomatic

 

(kopie uitspraak)